activerende werkvorm

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

donor ja of nee

Slide 2 - Woordweb

Als je oud of ziek bent kun je geen donor worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Volgens de Nederlandse wet...
A
ben je automatisch donor, tenzij je aangeeft dat je dit niet wilt
B
ben je pas donor als je je officieel laat registreren

Slide 4 - Quizvraag

Als je geen donor wilt worden, hoef je je niet te registreren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Stelling 1

Alleen als je zelf donor bent, heb je recht op een donororgaan

Slide 6 - Tekstslide

Stelling 2


Iedereen in Nederland moet automatisch donor zijn

Slide 7 - Tekstslide

Als je 18 bent krijg je een brief met de vraag of je donor wilt zijn. Wat gebeurt er als je geen keuze kenbaar maakt?
A
Je wordt dan sowieso niet geregistreerd als donor
B
Je wordt dan sowieso geregistreerd als donor
C
Je familie bepaalt na overlijden of jouw organen worden gedoneerd.
D
Er gebeurt niets

Slide 8 - Quizvraag

Stelling 3

Ik wil alleen donor worden als mijn ouders het met die beslissing eens zijn

Slide 9 - Tekstslide

Als je ongezond leeft, bijvoorbeeld als je rookt of regelmatig alcohol drinkt, kan je dan
nog orgaandonor zijn?
A
Nee, als je je gezondheid verwaarloost, worden je organen aangetast en zijn ze niet meer bruikbaar voor iemand anders.
B
Ja, je kan nog donor zijn. Een ongezonde levensstijl kan je organen aantasten, maar soms zijn deze organen nog bruikbaar voor transplantatie.

Slide 10 - Quizvraag

welke organen kun je doneren

Slide 11 - Open vraag

wil jij wel/niet donor worden?
waarom wel waarom niet?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Link