H5 Verbranding

H5: Verbranding
 Leerdoelen: 
1. Je kunt uitleggen wat een verbrandings reactie is. 
2. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een volledig en een onvolledige verbranding en kent de gevaren van onvolledig verbranding.
3. Je kent de drie voorwaarden voor verbanding en brengt deze in verband met blusmethode. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H5: Verbranding
 Leerdoelen: 
1. Je kunt uitleggen wat een verbrandings reactie is. 
2. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een volledig en een onvolledige verbranding en kent de gevaren van onvolledig verbranding.
3. Je kent de drie voorwaarden voor verbanding en brengt deze in verband met blusmethode. 

Slide 1 - Tekstslide

5.1 
verbrandingsverschijnselen 
- vlammen 
- rook 
- vonken 
- warmteontwikkeling (hitte)

Slide 2 - Tekstslide


1. Gele vlam/ pauzevlam 
2. Blauwe vlam 
3. Ruizende vlam

Slide 3 - Tekstslide

5.2 Voorwaarden voor verbranding

Slide 4 - Tekstslide

5.3 & 5.4 Verbrandingsreacties
Brandstof    +    Zuurstof   ---> Verbrandingsproduct. 




Koolwaterstoffen = C en H 
Oxide = verbindingen met zuurstof O

Slide 5 - Tekstslide

verbrandingsreacties


Verbranding van aardgas

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een verbrandingsreactie?
A
Een reactie waarbij geen zuurstof verbruikt wordt.
B
Een reactie waarbij genoeg zuurstof verbruikt wordt.
C
Een reactie waarbij weinig zuurstof verbruikt wordt.
D
Een reactie waarbij zuurstof verbruikt wordt.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen volledig en onvolledige verbranding.

Slide 8 - Open vraag

Wat heb je nodig voor een verbranding?
A
Zuurstof + Ontbrandingstemperatuur + Hout
B
Brandstof + Koolstofdioxide + Zuurstof + Ontbrandingstemperatuur
C
Brandstof + Ontbrandingstemperatuur + Zuurstof
D
Gas + Zuurstof + Ontbrandingstemperatuur

Slide 9 - Quizvraag

Week taak
Lezen: Hoofdstuk 4: Chemie in het klein en 5: Verbranding
Maken: Zie de paragraven voor de opgaven. 

Slide 10 - Tekstslide