Fase 2, periode 1, les 4 lezen: zoekend en intensief GEVORDERD

Fase 2
zoekend lezen
intensief lezen

starter en gevorderd
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fase 2
zoekend lezen
intensief lezen

starter en gevorderd

Slide 1 - Tekstslide

Zoekend lezen
  • Gebruiksaanwijzingen
  • Handleidingen
  • Algemene voorwaarden 

Grote lappen tekst.
Tijdens een examen: nooit van voor tot achter doorlezen!

Slide 2 - Tekstslide

Zoekend lezen

Slide 3 - Tekstslide

Zoekend lezen
  • Inhoudsopgave? Maak er gebruik van!
  • Tussenkopjes
  • Eerste twee zinnen van een betreffende alinea lezen. 

Slide 4 - Tekstslide

Intensief lezen
  • Lees en bekijk: titels, tussenkopjes, afbeeldingen, bron.
  • Lees de inleiding en het slot en probeer een beeld van de tekst te vormen. Wat zou het doel van de tekst zijn?
  • Lees de hele tekst aandachtig door. Probeer te achterhalen wat onduidelijke woorden kunnen betekenen: door een zin ervoor en erna nog eens te lezen. 

Slide 5 - Tekstslide

opdracht
  • Teams van 2/3 personen
  • Lees de tekst 'Brullende ouders...' intensief. 
  • Lees de 10 vragen. 
  • Bedenk samen de antwoorden, schrijf ze op want je hebt ze zo nodig voor de lesson-up!

15 minuten voorbereiding

Slide 6 - Tekstslide

1. Wat heeft de schrijver onderzocht?
A
Waaruit het commentaar van de ouders bestaat, die bij de wedstrijd van hun kind langs de kant staan schreeuwen.
B
Waarom ouders zo fanatiek langs de kantlijn staan en het effect van dit gedrag op kinderen.
C
Hoeveel procent van de jeugd er lid is van een sportvereniging .
D
Of er verschil zit tussen ouders die vroeger zelf op voetbal hebben gezeten of die dat niet hebben gedaan m.b.t. brullen langs de kant.

Slide 7 - Quizvraag

De schrijver zegt in alinea 2: ‘Het is halverwege de wedstrijd als mijn ergernis over een vader van een van de tegenstanders het kookpunt bereikt.’

2. Wat bedoelt de schrijver met ‘het kookpunt bereiken’?
A
Dat hij de vader graag eens op zijn gedrag wil aanspreken.
B
Dat hij graag een maaltijd met de vader wil bereiden.
C
Dat hij het gedrag van die vader helemaal zat is.
D
Dat hij zich afvraagt wanneer de vader uit woede op de scheidrechter af zal stappen.

Slide 8 - Quizvraag

In het begin van alinea 3 zegt de schrijver dat hij altijd al gek is geweest op sport.

3.Wat vindt hij hier een minder leuk onderdeel van?
A
Bij jeugdsport heeft hij moeite met hoe bizar fanatiek en bemoeizuchtig de ouders van kinderen soms kunnen worden.
B
De gretigheid waarmee kinderen het veld op kunnen rennen.
C
Hoe slecht ouders tegen het verlies kunnen van het voetbalspel van hun kind.
D
Dat jeugdsport in de openlucht soms voor nat en koud weer kan zorgen.

Slide 9 - Quizvraag

4. Waarom is het volgens de schrijver niet goed als ouders vanaf de zijlijn instructies geven aan hun kind?
A
Omdat dit kan leiden tot kinderen die niet meer naar de coach luisteren.
B
Omdat dit tot verwarring kan leiden en een kind het gevoel kan geven dat hij het nooit goed doet.
C
Omdat kinderen dan niet meer snappen naar wie ze moeten luisteren en daardoor hun eigen plan gaan trekken.
D
Omdat ouders te ingewikkelde adviezen gaan geven, die kinderen niet goed begrijpen.

Slide 10 - Quizvraag

5. Met welke reden staat het diagram Lidmaatschap sportverenigingen in deze tekst?
A
Bij iedere tekst met een onderzoek hoort een diagram toegevoegd te worden.
B
De schrijver geeft oorzaken in de tekst voor de toename van lidmaatschappen en dit zie je terug in de diagram.
C
Er was nog wat ruimte over, dus heeft men er een diagram bijgezet.
D
De schrijver geeft oorzaken in de tekst voor de afname van lidmaatschappen en dit zie je goed terug in de diagram.

Slide 11 - Quizvraag

6. Wat bedoelt de schrijver met ‘bemoeivirus’ (alinea 7)?
A
Dat iedereen ziek wordt van de bemoeizucht van andere ouders.
B
Dat bemoeien ziekelijk is en dat men dit niet zou moeten doen. Al helemaal niet langs de rand van een voetbalveld, waar er een gezonde wedstrijd gespeeld wordt.
C
De ziekelijke neiging die ouders hebben om zich te bemoeien met de wedstrijd van hun kind. De neiging lijkt zich als een virus onder de andere ouders langs de zijlijn te verspreiden.
D
Dat de schrijver ziek wordt van ouders die zich overal mee bemoeien en dat hij dan niet meer bij een wedstrijd kan aanmoedigen.

Slide 12 - Quizvraag

Mark van Vugt en Peter Bos noemen allebei ‘het beschermen van het kind’ als verklaring voor het geschreeuw van ouders langs de zijlijn.
7. Welke tweede verklaring geeft Peter Bos?
A
Dat ouders zich enorm betrokken voelen bij de wedstrijd van hun kind.
B
Dat ouders zich soms te veel verplaatsen in hun kind.
C
Dat ouders graag gezien willen worden met hun goed presterende kind.
D
Dat ouders angstig zijn voor de sociale afwijzing van het verlies.

Slide 13 - Quizvraag

Nick Holt noemt in zijn verklaring voor het gedrag van sportouders een tegenstelling.

8. Welke tegenstelling is dit?
A
Ouders die vaak langs de kantlijn staan tegenover ouders die liever alleen hun kind afzetten en daarna weer vertrekken.
B
Ouders die vroeger veel en op hoog niveau gesport hebben tegenover ouders die dat niet hebben gedaan of maar een beetje.
C
Ouders die druk met elkaar in gesprek zijn tijdens een voetbalwedstijd tegenover ouders die opletten tijdens het spel.
D
Ouders die vroeger af en toe een balletje hebben getrapt, tegenover ouders die op volleybal zaten.

Slide 14 - Quizvraag

9. Op welk punt is Paul van der Meer het eens met Nick Holt wat zijn verklaring voor het gedrag van sportouders betreft?
A
Paul zegt net als Nick dat ouders die erg betrokken zijn, meer vanaf de zijlijn coachende opmerkingen roepen.
B
Paul zegt net als Nick dat de eigen ervaringen uit de jeugd een belangrijke reden zijn voor het gedrag van ouders langs de zijlijn.
C
Paul zegt net als Nick dat sommige ouders liever thuis blijven, dan tussen de ouders te staan die constant aanwijzingen schreeuwen vanaf de zijlijn.
D
Paul zegt net als Nick dat kinderen onzeker worden van ouders die proberen mee te coachen.

Slide 15 - Quizvraag

10. Op twee manieren heeft de voetbalbond KNVB geprobeerd om de sfeer tijdens de wedstrijd te verbeteren. Noem 1 manier.
A
Na de wedstrijd is er een afsluitende penaltyserie.
B
Bij de jongste teams worden er geen standen meer bijgehouden.
C
Scheidsrechters mogen ouders van het veld sturen.
D
Alle ouders die niet hebben staan schreeuwen, krijgen na de wedstrijd een chocolaatje.

Slide 16 - Quizvraag

opdrachten StartTaal
  • 3F-->Lezen | opbouwopdrachten | Zoekend lezen

Opdracht 1 starter (1+2 gevorderd)
  • 3F-->Lezen | opbouwopdrachten | Intensief lezen
Opdracht 1 starter (1+2 gevorderd)








Slide 17 - Tekstslide