I&S Unit 1 - Week 7: Cooperation & conflict: HERHALINGSWEEK

Startklaar
  • Oortjes weg, telefoon in het zakkie in je tas
  • Jas uit, tas van de tafel
  • Map en pen op tafel
  • Laptop dicht op tafel
      
       
         
timer
2:30
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startklaar
  • Oortjes weg, telefoon in het zakkie in je tas
  • Jas uit, tas van de tafel
  • Map en pen op tafel
  • Laptop dicht op tafel
      
       
         
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij I&S
Unit 1: Cooperation and conflict
Related concept = causality (oorzaak & gevolg)
Key concept = time, place, space
Statement of inquiry =
Nations respond to conflict in a number of ways, which is determined by the TIME in which they exist, the PLACE which offers them opportunities, and the political/social SPACE in which they inhabit.

Global context = relationships & identity

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  1. Terugblik 

  2. Thema Europa, EU, conflicten 
    - aantekeningen maken

  3. Casusopdracht 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Uitleggen wat wordt bedoeld met 'vrij verkeer van goederen' binnen de EU. 
  • Uitleggen wat protectiemaatregelen zijn. 
  • Uitleggen waarom landen verschillend reageren op een conflict 
Begrippen: EU Vrij verkeer van goederen, vrijhandelszone, protectiemaatregelen, importheffingen, importverbod, import en export 

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik

Slide 5 - Tekstslide

Vraagfunctie: qv = -0,2p + 75. Wat is de gevraagde hoeveelheid als de prijs €275 is?

Slide 6 - Open vraag

Verschuiving 
van de vraaglijn
Verschuiving van de vraaglijn:
  • behoefte en voorkeuren van vragers
  • hoogte van inkomen van vragers


Een verschuiving VAN de vraaglijn. 

Slide 7 - Tekstslide

1) Verschuiven op de lijn
De prijs verandert.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een verandering OP de vraaglijn?
A
Het inkomen van de consument daalt
B
Het aantal consumenten daalt
C
De prijs van het product daalt
D
Je product wordt aantrekkelijker

Slide 9 - Quizvraag

Terugblik 
De Roaring Twenties - economische bloei 
  • Veel productie >massaproductie> productie werd steeds goedkoper 
  • Veel vraag > consumptiemaatschappij
  • Hoogconjunctuur
  • Lage werkloosheid 
  • Hoge consumentenvertrouwen
  • Betalen op krediet 
  • Mensen/ bedrijven / banken speculeren op de markt (kopen veel aandelen)
  • Procentuele verandering:                         (nieuw- oud) : oud x 100

Slide 10 - Tekstslide

Hoogconjunctuur 
Een periode van sterke economische groei, lage werkloosheid, en stijgend consumentenvertrouwen

Slide 11 - Tekstslide

Industriële groei en massaproductie
Massaproductie: Grote hoeveelheden producten werden snel en goedkoop geproduceerd.
Auto-industrie: In 1925 produceerde Ford meer dan 2 miljoen auto's per jaar.
Impact: Verlaagde productiekosten zorgden voor betaalbare auto's, wat de vraag verhoogde.
Gevolg: De industriële productie groeide enorm, 
wat de economie versterkte.

Slide 12 - Tekstslide

Consumentenvertrouwen: Mensen hadden vertrouwen in de economie en kochten meer luxeproducten (radio's, auto's, koelkasten).

Krediet: Veel aankopen werden gedaan op krediet, wat de consumptie stimuleerde.

Voorbeeld: Het aantal huishoudens met een radio steeg van minder dan 1 miljoen in 1922 naar meer dan 10 miljoen in 1929.

Slide 13 - Tekstslide

Procentuele stijging
(nieuw - oud) : oud x 100%

Het aantal huishoudens met een radio steeg van minder dan 1 miljoen in 1922 naar meer dan 10 miljoen in 1929.

Met hoeveel % is het aantal huishoudens met een radio gestegen tussen 1929 en 1922?

Slide 14 - Tekstslide

Het aantal huishoudens met een tv steeg van 1 miljoen in 1922 naar meer dan 4 miljoen in 1929.
Bereken de procentuele stijging

Slide 15 - Open vraag

BBP 
  • BBP: Bruto Binnenlands Product.
BBP is de totale waarde van alle productie van alle bedrijven en de overheid in een land bij elkaar opgeteld. 

  • Maatstaf om te kijken hoe een land er economisch voor staat. 
  • Daalt het BBP > economisch gaat het slecht
  • Stijgt het BBP> economisch gaat het goed 

Slide 16 - Tekstslide

In 1929 bedroeg het BBP in de VS $104 miljard. In 1933 was het bbp van de VS gedaald naar ongeveer $56 miljard. Bereken met hoeveel procent het bbp in de VS is gedaald tussen 1929 en 1933.

Slide 17 - Open vraag

Laagconjunctuur
Een periode van economische daling, hoge werkloosheid, lage productie en consumptie 

Slide 18 - Tekstslide

Keynes
  • Engels econoom
  • Grondlegger: Keynesiaanse economie
  • Keynes stelde dat overheden tijdens een economische crisis hun uitgaven moesten verhogen om de vraag naar goederen en diensten te stimuleren. 

Slide 19 - Tekstslide

In tijden van crisis.... 
Vergroting van de overheidsuitgaven: Keynes pleitte voor grootschalige overheidsprojecten (bijvoorbeeld infrastructuur) om werkgelegenheid te creëren en de koopkracht te herstellen.

Stimuleringsmaatregelen: Door werkloosheidsuitkeringen en subsidies voor bedrijven zou de vraag naar producten toenemen, wat zou leiden tot economisch herstel.

Slide 20 - Tekstslide

Volgens Keynes:
Is werkloosheid is een probleem:
Loonkosten verhogen > de bestedingen zullen stijgen > de productie zal stijgen > de werkgelegenheid stijgt > minder werkloosheid. 

Volgens Keynes moet de overheid ingrijpen om een negatieve spiraal te doorbreken, dat kan op 2 manieren.
 

Slide 21 - Tekstslide


- via de belastingen > die moeten omlaag 
- via de overheidsbestedingen > die moeten omhoog 

Slide 22 - Tekstslide

Waarom is de EU opgericht?
Wat zijn doelen van de EU?

Slide 23 - Tekstslide

Voordelen
van de EU
  • Vrij verkeer van personen: Binnen de EU zijn er geen binnengrenzen: er is vrije migratie van personen. 

  • Vrij verkeer van goederen: alle producten binnen de EU mogen vrij verkocht, gekocht en vervoerd worden tussen EU-landen, zonder extra belastingen.
    Dit noemen we ook vrijhandelsgebied

Slide 24 - Tekstslide

Import 




Export 
Het kopen van goederen en diensten uit het buitenland


Het verkopen van goederen en diensten aan het buitenland 

Slide 25 - Tekstslide

Import & Export 
Vrijhandel & 
Vrijhandelszone



Protectie
Protectiemaat-
regelen
  • Wanneer twee of meer landen afspreken om alle handelsbelemmeringen af te schaffen 
  • Vrijhandelszone: Groep landen die afspreken dat er binnen hun gebied zonder belemmeringen gehandeld kan worden

  • Een land neemt maatregelen om eigen bedrijven te beschermen tegen internationale concurrentie
  • Maatregelen die landen nemen om eigen productie te beschermen: invoerrechten, exportsubsidies, importquota en importverbod

Slide 26 - Tekstslide

Maatregelen die landen nemen om eigen productie te beschermen of een oorlog voerende land onder druk te zetten:
  • Invoerrechten = producten worden duurder in geïmporteerde land (bv. auto uit China wordt op de Europese markt voor veel duurder verkocht)

  • Exportsubsidies= geld aan bedrijven vanuit de overheid om export goedkoper te maken (bijv. Chinese overheid geeft staatsteun aan fabrieken om nog goedkoper te kunnen produceren en verkopen) 

  •  Importquota en importverbod = importquota is een bepaalde hoeveelheid mag naar binnen en importverbod = een complete verbod op invoeren van het product.

Slide 27 - Tekstslide