Voorzetsels 3e naamval: Persoonlijke vnw & Der/Ein-Groep

Kapitel 1: Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 1: Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
Lesdoel
  • Je kent de vertaling van de voorzetsels van de 3e naamval.
  • Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden en zelfstandige naamwoorden bij de der/ein-groep in de 3e naamval vervoegen.


Benodigdheden
        Laptop
        Aantekeningenschrift
        Pen
        Grammatica overzicht

Slide 2 - Tekstslide

  • aus
      bei
      mit
      nach*
      seit
      von 
      zu*
    


Voorzetsels 3e naamval
Scan QR LessonUp 
-
-
-
-
-
-
-
     
    


uit
bij
met
naar, na
sinds
van
naar
     
    


1. Persoonlijke voornaamwoorden

2. Zelfstandige naamwoorden (der/ein-groep)

Slide 3 - Tekstslide

Nederlands               1e naamval             3e naamval
Persoonlijke voornaamwoorden
ik         mij
jij         jou
hij       hem
zij        haar
het      -
wij       ons
jullie   -
zij        hen/hun
u         

ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie

mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihnen
Ihnen

Voorbeeld
jij/jou - du
Ich bin gestern bei dir gewesen

Slide 4 - Tekstslide

DER-Groep (de, het)
Zelfstandige naamwoorden
  • bepaalde lidwoorden: deze (dies-), welke (welch-), alle (all-), zulke (solch-), iedere (jed-), menige (manch-)
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
der
die
das
die
3e
dem
der
dem
den + n*
Voorbeeld
der Mann
Wir gehen morgen zu dem/diesem Mann.
* +n komt achter zelfstandig naamwoord
bei den Kindern

Slide 5 - Tekstslide

EIN-Groep (een + bezittelijke vnw.)
Zelfstandige naamwoorden
  • onbepaalde lidwoorden: geen (kein-), mijn (mein-), jouw (dein-),      zijn (sein-), haar (ihr-), ons (unser-), jullie (euer-), hun (ihr-), uw (Ihr-)
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
ein
eine
ein
keine
3e
einem
einer
einem
keinen + n
Voorbeeld
eine Frau
Seit einer/seiner Frau isst er gesund.

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan
  • Zoek          voorzetsel 

  • Bepaal         persoonlijk voornaamwoord of zelfstandig naamwoord 

  • Zelfstandig naamwoord          bepaal der/ein-groep                                                                                              bepaal geslacht znw (m/v/o/mv)
Voorbeeld
Ich habe das von ihm bekommen.

Er ist nach dem Mann an der Reihe.

Aus deiner Freundin wird eine Popstar werden.

Slide 7 - Tekstslide

Sleep juiste vertaling naar de voorzetsels.
uit
bij
met
naar, na
sinds
van
naar
seit
bei
nach
von
mit
aus
zu

Slide 8 - Sleepvraag

Sleep juiste vertaling naar de persoonlijke vnw.
ik, mij
jij, jou
hij, hem
zij, haar
wij, ons
jullie
zij, hen/hun
u
het
uns
dich
sie
euch
ihn
mich
Sie
sie
ich
du
er
ihr
wir
es

Slide 9 - Sleepvraag

Zet het persoonlijk voornaamwoord in de 3e naamval:
aus _____ (jou)

Slide 10 - Open vraag

Zet het persoonlijk voornaamwoord in de 3e naamval:
Wir gehen morgen zu _____ (jullie)

Slide 11 - Open vraag

Vertaal voorzetsel & zet het persoonlijk voornaamwoord in de 3e naamval:
Er ist morgen ___________ (bij haar)

Slide 12 - Open vraag

Sleep juiste vervoeging in de tabel.
m
v
o
mv
1e
4e
1
2
3
4
5
6
7
8
das
dem
der
dem
der
die
die
den + n
ein
keine
eine
einem
einer
keinen + n

Slide 13 - Sleepvraag

Vervoeg lidwoord in 3e naamval:
Ich bin bei ______ (de dokter) gewesen.

Slide 14 - Open vraag

Vervoeg lidwoord in 3e naamval:
Ihr kommt morgen zu ______ (jouw oma)

Slide 15 - Open vraag