Review lessons (Vocab, phrases and grammar) 1 mavo/havo

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wijd, flodderig
(kleding) set
BAGGY 
outfit 
high heels
Skirt

Slide 2 - Sleepvraag

Umbrella
belt
fashionable 
bargain 

modieus
koopje

Slide 3 - Sleepvraag

Do you like second-hand or do you prefer to buy brand new stuff?
Wat betekent "SECOND-HAND" en "BRAND NEW"?
A
Tweedehands en gloedniew
B
ophalen en ongewoon

Slide 4 - Quizvraag

inschrijvingsformulier 
dissappointed 
ruimdenkend 

Application form

teleurgesteld

Open-minded

Slide 5 - Sleepvraag

press pass 
applicant 
access (to)

perskaart

aanvrager
main hall
Toegang krijgen tot

Slide 6 - Sleepvraag

Chance 
crowd
fancy (to)
admit (to)
curious 
mogelijkheid, kans
nieuwsgierig
toegeven
publiek
leuk vinden

Slide 7 - Sleepvraag

exhibition 
gorgeous
show around (to)
chips 
tentoonstelling, expositie
practig, schitterend

rondleiden

patat

Slide 8 - Sleepvraag

So what are you up to?
vertalen in het Nederlands

Slide 9 - Open vraag

present continuous is
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
D
toekomende tijd

Slide 10 - Quizvraag

Welk voorbeeld is present continuous?
A
I am walking to the shop
B
I walked to the shop yesterday
C
I was walking to the shop when i fell down
D
I will walk to the shop in a minute.

Slide 11 - Quizvraag

Present continuous: Welke zin is onjuist?
A
I am playing Fortnite.
B
He is watching a movie.
C
We are laughing.
D
They is dancing.

Slide 12 - Quizvraag

Gebruik de present continuous:
She .... the piano.
A
plays
B
is playing

Slide 13 - Quizvraag

Kies de juiste "question tag"
She is angry, ......?
A
isn't she
B
is she?
C
aren't she
D
are she?

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste "question tag"
You aren't sick, ........?
A
aren't you
B
is you
C
are you
D
isn't you

Slide 15 - Quizvraag

This/these
That/those

Als je iets dichtbij aanwijst 

Als je iets ver (der) aanwijst

Slide 16 - Sleepvraag

........cars are expensive.
A
This
B
These

Slide 17 - Quizvraag

.......book is mine.
A
That
B
those

Slide 18 - Quizvraag

That mountain 
This mountain

Slide 19 - Sleepvraag

.....money
A
Much
B
Many

Slide 20 - Quizvraag

much
many
Als je niet kunt tellen
Als je kunt tellen en meervoud

Slide 21 - Sleepvraag

....water
A
Many
B
Much

Slide 22 - Quizvraag

......books
A
Many
B
Much

Slide 23 - Quizvraag

Veel werk
Vertalen naar het Engels

Slide 24 - Open vraag