Werkwoordsvormen: Verleden tijd en voltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 1,2

Welkom!

• Telefoons in de bak.
  
• Plek zoals op de plattegrond.
  
• Tas naast de stoel.
  
•  Pak je Chrombook (dicht laten).
• Gezicht naar het bord.

Hogere verwachtingen

We zijn inmiddels gewend aan de school en aan elkaar.

Daarom verwacht ik nu meer van jullie dan aan de start van het jaar.

We hebben vorige keer daarom de volgende afspraken gemaakt...

Afspraken...

• Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
• Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
• Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.

Afspraak: 3 streepjes op bord = melden in eigen tijd.

Programma 

• Uitleg werkwoordsvormen: Verleden tijd en voltooid deelwoord.
• Oefenen.
• Nakijken.
• Film.

Wat is verleden tijd?

Steek je vinger op als je iets wil zeggen.

Verleden tijd

• Het is in het verleden gebeurd. 
• Er zijn sterke en zwakke werkwoorden.
• De taalregels voor die 2 verschillen.

Zwakke werkwoorden

• Veranderen niet van klank in de verleden tijd.

Ik fiets > Ik fietste.

Wij schaatsen > Wij schaatsten.

• Je spelt ze volgens deze regel:

zet te(n) of de(n) achter de stam. 

Kijk maar naar het voorbeeld op de volgende dia...

Voorbeeld zwak werkwoord

1. Hele werkwoord: Leren
2. Stam = ik leer.
3. De r zit niet in 't Kofschip X en daarom wordt het ik/jij/hij/zij leerde.
4. Bij meervoud wordt het:
5. Wij/jullie leerden. De n is erbij gekomen, omdat het meervoud is.

Maar bij een sterk werkwoord gaat dat anders...

Voorbeeld sterke werkwoorden

• Ik slaap > ik sliep. 
• jij vindt > jij vond
• Wij/jullie slapen > wij sliepen.
• Wij/jullie vinden > wij/jullie vonden.

De klank verandert dus.

Nog steeds eindigt het meervoud op een n.

Voltooid deelwoord

• Begint vaak aan ge-. Gewerkt, gezwommen, geweest, gedaan.
• Je gebruikt 't Kofschip X om te weten of het voltooid deelwoord op een d of een t eindigt.

Kijk maar naar het voorbeeld op de volgende dia...

Voorbeeld voltooid deelwoord

Werkwoord trainen. 

Stam = ik train. Stam eindigt op een n. Die zit niet in 't KofschipX, dus is het voltooid deelwoord met een d.

 

Voorbeeld: 

Ik heb gisteren getraind.

Opdrachten maken

• Maak het blad met oefeningen.

Tip: gebruik het boekje met uitleg over de werkwoordspelling.

Klaar? Antwoordblad halen en zelf nakijken.

Kies het juiste antwoord.
Gisteren ben ik naar Den Haag...

1. Gefietst.
2. Gefietsd.
3. Gefietsen.
4. Fietste.

Kies het juiste antwoord.
Pim ... afgelopen jaar steeds aan zijn kittens.

1. Dacht.
2. denkt.
3. Dagt.

Vul het juiste antwoord in.
Gisteren ... we een gezellige dag.

1. Hebben.
2. Hadden.
3. Hadde.

Vul het juiste woord in.
Jij ... gisteren een heel ander verhaal.

1. Vertelde.
2. Vertelte.
3. Vertelden.

Vul het juiste antwoord in.
Wij hebben vorige week iets geks ...

1. Beleeft.
2. Beleefd.
3. Beloofd.

Huiswerk