H1.9 Spelling

H1.9
Spelling
Welkom!


2HV
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1.9
Spelling
Welkom!


2HV

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze § kan je;
  • ''...'' de TT en VT van een WW goed spellen.
  • ''...'' deze leestekens goed gebruiken. (. / , / ! / ?) 


  • ''...'' deze leestekens goed gebruiken. (: / '' '')

Planning
  • Terugblik
  • Herhalen TT en VT spelling
  • Herhalen leestekens
  • Nieuwe leestekens
  • Huiswerk / Leestijd
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Bedenk drie werkwoorden waarvan de stam op een -d eindigt
Bedenk 3 werkwoorden waarvan de stam niet op een - d eindigt
Maak nu zes zinnen met deze werkwoorden en schrijf deze op in je schrift.
Klaar?: je ruilt van schrift met je buurman/buurvrouw en kijkt elkaars zinnen na
Bv: de leerlingt raadt het antwoord

Doel: oefenen met de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Slide 3 - Tekstslide

1.9 Spelling                                                                                                                                 p.71-78
Tegenwoordige en verleden tijd van werkwoorden
Voor spelling van de persoonsvorm dit schema:
                                                 
                                             j


  • In samengestelde zinnen staan meerdere PV. Bij elk PV gebruik je het schema.

  1. De uitkomst van de som verschilt als je de invoer van getallen verandert.
  2. Hoe komt het toch dat jij je zo vaak verveelt?

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om leestekens te gebruiken?

Slide 5 - Open vraag

1.9 Spelling                                                                                                                                 p.71-78
Leestekens

Leesteken
Waar?
Voorbeeld
punt
   .
aan het eind van een gewone zin
We beginnen vandaag met de wiskunde.
vraagteken
  ?
aan het eind van een vraagzin
Heeft iedereen genoeg gegeten?
uitroepteken
  !
na een uitroep of een bevel
Wat een ongelooflijke troep! Stop daarmee!
komma
   ,
1. bij een opsomming
2. in een samengestelde zin tussen 2 persoonsvormen
3. tussen 2 bijvoeglijke naamwoorden
1. Ik houd van kip, patat, salade en appelmoes.
2. Als je veel oefent, word je een betere speller.
3. Een mooie, grote, rode ballon.

Slide 6 - Tekstslide

1.9 Spelling                                                                                                                                 p.71-78
'Nieuwe' Leestekens








Na een dubbele punt volgt altijd een kleine letter. 
Alleen als de zin erna een citaat is of met een naam begint niet.

Leesteken
Gebruik
Voorbeeld
Dubbele punt
   :
Na de dubbele punt volgt:
- een opsomming;
- een uitleg of voorbeeld;
- een citaat.
- De training begint altijd zo: inlopen, rekken en       wat sprintjes.
- Je kunt kiezen: je doet mee of je krijgt ruzie.
- De woordvoerder van de gemeente zei: 'Groen     hangen is de toekomst!'
Aanhalingstekens
  ''
Aanhalingstekens gebruik je:
- bij een direct citaat;
- als je een letterlijk stukje uit een             tekst overneemt;
- als je een woord of zin bijzondere           aandacht wilt geven.
- 'Gebeurt er nog wat leuks hier?' vroeg mijn             vriendin bij de deur.
- De volkskrant berichtte: 'Extreem weer is voor       de helft het gevolg van de opwarming van de       aarde.'
- Hoe spel je 'algoritme'?
- Wat betekent de uitdrukking 'baat het niet             dan schaadt het niet'?

Slide 7 - Tekstslide

1.9 Spelling                                                                                                                                 p.71-78
Aanhalingstekens






Plaats je voor en na een zin of woord. (na het leesteken)
- '...'
- ''...''
Aanhalingstekens...
Voorbeeld
Als je iemand citeert 
(letterlijk opschrijven wat iemand heeft gezegd)
De leraar zei: ''Pak allemaal je mobiel en stuur me een appje.''
Als je een stukje van iemand anders letterlijk overneemt.
In het verslag schreef de brugklasser 'Ik vond het brugklaskamp geweldig.' 
Als je een woord speciale aandacht wilt geven.
Hoe spel je 'coach' eigenlijk?

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
Zelfstandig werken

H1.9 opdracht 1, 4, 5, 6, 8, 10 





Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
H1.9 opdracht 1, 4, 5, 6, 8, 10 

Bespreken: ...




Slide 10 - Tekstslide

Leestijd
Zelfstandig en stil lezen in je leesboek





timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Werkboek
Schrijf opdracht 9 volledig uit in je schrift. 
- Noteer in de zinnen de juiste spelling van de pv in de tegenwoordige tijd.
- Schrijf hoofdletters en leestekens. 
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 9
a Houd jij je bezig met de duurzaamheid van ons land?
b Het wel en wee van natuur en milieu maakt veel indruk op tien procent van de Nederlandse jongeren.
c Er brandt te vaak licht in een lege kamer, vindt Merel. Vinden jullie dat ook?
d Daarom doen veel jongeren de laatste zondag van maart tijdens Earth Hour het licht een uur uit.
e Wordt je omgeving zo echt gered van milieuproblemen?

Slide 14 - Tekstslide