B4 H8.2

B4 H8.2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

B4 H8.2

Slide 1 - Tekstslide

Eten

Slide 2 - Tekstslide

8.1 Voeding
  • Waarvoor heb je voedsel nodig?
  • Wat doen voedingsstoffen in je lichaam?
  • Hoeveel energie heb je nodig?
  • Wat staat er in een voedingsmiddelentabel?

Slide 3 - Tekstslide

Voedingstoffen
Voedingsmiddelen is alles wat je eet en drinkt. 
In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen:
  1. Eiwitten
  2. Koolhydraten (suiker, zetmeel)
  3. Vetten
  4. Mineralen (bv. Natrium, calcium, IJzer)
  5. Vitaminen (bv. Vitamine C. D. B)
  6. Water

Slide 4 - Tekstslide

De functie van voedinsstoffen
  1. Brandstoffen: energieke stoffen
    Koolhydraten, vetten en eiwitten zijn brandstoffen. 
    Je lichaam gebruikt altijd eerst koolhydraten, daarna vetten en als beide op zijn gaat het eiwitten gebruiken
  2. Bouwstoffen: Eiwitten, vetten, mineralen en water.
  3. Beschermende stoffen

Slide 5 - Tekstslide

Energiebehoefte
  1. Activiteit: Hoe meer je beweegt, hoe meer energie je nodig hebt. 
  2. Leeftijd: tieners hebben meer energie nodig dan kleinere kinderen
  3. Geslacht: mannen hebben meer energie nodig dan vrouwen

Slide 6 - Tekstslide

Voedingsmiddelentabel
Als je precies wilt weten weten welke voedingsstoffen er in een bepaald voedingsmiddelen zitten dan kijk je op een voedingsmiddelentabel. Die staat vaak op de achterkant van een product.

Slide 7 - Tekstslide

8.2 Gezond eten
  • Wanneer eet je gezond?
  • Wat is gezond eten?
  • Wat zijn eetstoornissen?
  • Hoe ontstaat tandbederf?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De schijf van 5
  1. Groente en fruit: Vitaminen, mineralen, koolhydraten en voedingsvezels
  2. Smeer- en bereidingsvetten: vetten en vitaminen
  3. Zuivel (melkproducten), noten, vis, peulvruchten, vlees en ei: Eiwitten, vitaminen en mineralen
  4. Brood, graanproducten en aardappelen: zetmeel, vitaminen en voedingsvezels
  5. Dranken leveren water

Slide 10 - Tekstslide

Wat is ongezond eten?
  • Te eenzijdig: te vaak dezelfde voedingsmiddelen eten
  • Te vaak vet: Te veel en vaak vet eten is ongezond. Je krijgt dan cholesterol in je bloed.
  • Te veel koolhydraten en vetten: Als je meer eet dan je nodig hebt dan gaat je lichaam het opslaan als reservestof. Hierdoor krijg je overgewicht.

Slide 11 - Tekstslide

Eetstoornissen
Anorexia: lijnziekte, mensen met deze ziekte kunnen niet stoppen met afvallen.
Boulimia: deze mensen hebben last van vreetbuien. Daarna krijgen ze spijt en gaan ze overgeven. 

Slide 12 - Tekstslide

Onderdelen tanden
  1.  Glazuur: Buitenste laag van je tanden en kiezen. Glazuur is erg hard en beschermt je gebit tegen beschadigingen.
  2. Tandbeen is de laag onder het glazuur. 
  3. Cement is het laagje tussen het tandbeen en het tandvlees. 

Slide 13 - Tekstslide

Tandbederf
Als je vaak zoete voedingsmiddelen eet, kun je last krijgen van tandbederf: gaatjes in je tanden of kiezen.
Je krijgt gaatjes doordat bacteriën in je mond de suikers omzetten in een zuur. Dat zuur lost je glazuur en tandbeen op. Hierdoor krijg je pijn aan je tand en kies. 

Slide 14 - Tekstslide

8.3 Verteringsstelsel

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Tanden
  1. Snijtanden: met je snijtanden bijt je happen van het voedsel af
  2. Hoektanden: Met je hoektanden houd je voedsel vast als je een hap neemt
  3. Kiezen: met je kiezen maal je het voedsel fijn
    Het is belangrijk om goed te kauwen en het voedsel goed te mengen met speeksel

Slide 17 - Tekstslide

De weg van voedsel
Mondholte
Slokdarm
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne darm
Dikke Darm
Endeldarm
Anus

Slide 18 - Tekstslide