Horeca week 4


Voorbereiding voor een nieuwe werkdag
Vaktheorie Horeca
Week 4
12:30 - 14:00 Theorie van Charlotte
14:15 - 15:30 Praktijk met Alma
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les


Voorbereiding voor een nieuwe werkdag
Vaktheorie Horeca
Week 4
12:30 - 14:00 Theorie van Charlotte
14:15 - 15:30 Praktijk met Alma

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Open vraag

H1 toets nabespreken

Slide 3 - Tekstslide

Doel van vandaag
Aan het einde van deze les weet jij meer over:

  • Wat werkvoorraad of dagvoorraad betekent
  • Mastiek maken
  • Tafelopstellingen
  • Afval scheiden
  • Soorten hygiëne
  • De juiste werkvolgorde
  • Schoonmaakmaterialen
  • Schoonmaakmiddelen

Slide 4 - Tekstslide

Werkvoorraad aanvullen
Werkvoorraad of dagvoorraad is de voorraad die je per dag nodig hebt voor je werkzaamheden.


         Verhoogt efficiëntie         = je hoeft niet steeds naar het magazijn te lopen
          Let op! Hinder geen gasten    = Wees gasten niet tot last (in de weg lopen etc.)


Slide 5 - Tekstslide

Mastiek maken
Onderstaande werkzaamheden noem je in de horeca mastiek maken.
Je voert deze werkzaamheden uit voordat de gasten of klanten komen.
Je kunt denken aan:

  • Stofzuigen
  • Tafels en stoelen indelen
  • Dweilen
  • Balie of bar schoonmaken
  • Ramen wassen


Slide 6 - Tekstslide

Indeling van de ruimte
Bij het indelen van de ruimte let je erop:

  • Dat gasten prettig kunnen zitten
  • Dat jij voldoende ruimte hebt om te lopen 

Slide 7 - Tekstslide

Tafelopstellingen
Ronde tafels:
  • Vinden gasten vaak gezelliger en er kan makkelijker een extra stoel bijgezet worden.
  • Kun je moeilijker combineren met andere tafels.



Vierkante tafels:
  • Kun je aan elkaar schuiven
  • Kun je de indeling makkelijk veranderen



Rechthoekige tafels:
  • Hierbij zet je de stoelen aan de lange kant tegenover elkaar aan tafel.

Slide 8 - Tekstslide

Welk afval scheiden jullie thuis?

Slide 9 - Woordweb

Soorten hygiëne






Het schoonmaken van servies, 
materialen en gereedschappen 
kan op twee manieren:


Persoonlijke hygiëne
Jij en je kleding zijn schoon
Levensmiddelen hygiëne
Voedsel raakt niet besmet
Bedrijfshygiëne
Ruimtes, servies & materialen zijn schoon
Handmatig afwassen
Machinaal afwassen

Slide 10 - Tekstslide

Werkvolgorde
Je houdt bij het schoonmaken een vaste werkvolgorde aan.

1. Werk van boven naar beneden.


 

Eerst boven op de kastjes. 
Als laatste de vloer dweilen. 

Slide 11 - Tekstslide

Werkvolgorde
Je houdt bij het schoonmaken een vaste werkvolgorde aan.

2. Werk van schoon naar vies.


 

Eerst de open schappen. 
Als laatste het fornuis. 

Slide 12 - Tekstslide

Werkvolgorde
Je houdt bij het schoonmaken een vaste werkvolgorde aan.

3. Werk van droog naar nat:

  • Eerst het losse vuil vegen
  • Als laatste dweilen





 

Slide 13 - Tekstslide

Schoonmaken in 4 stappen
1. Grof vuil verwijderen
 -> schoonmaken voorbereiden.

2. Reinigen
 -> zichtbaar vuil verwijderen

3. Desinfecteren
 -> onzichtbaar vuil verwijderen

4. Naspoelen en drogen
 -> desinfectiemiddel verwijderen




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Schoonmaakplan
Waarom?
Met een schoonmaakplan 
kun je voorkomen dat 
taken blijven liggen.


Naast het schoonmaakplan houd je je werkplek tussentijds 
schoon door:
  • Prullenbakken legen
  • Werkbank poetsen


In een schoonmaakplan staat:
  • wat er schoongemaakt moet worden;
  • door wie er schoongemaakt moet worden;
  • hoe er schoongemaakt moet worden;
  • hoe vaak er schoongemaakt moet worden.




Slide 16 - Tekstslide

Hoe vaak moeten taken worden uitgevoerd?

Slide 17 - Tekstslide

Schoonmaakmaterialen

Dit zijn de meest gebruikte schoonmaakmaterialen:


Slide 18 - Tekstslide

Verschillende schoonmaakmiddelen

  • Tapijtreiniger
  • Ontvetter 
  • Ontkalker
  • Schuurmiddel
  • Allesreiniger
  • Bleekmiddel
  • Glasreiniger
  • Sanitair reiniger
  • Schoonmaakazijn

Slide 19 - Tekstslide

Gebruik maken van schoonmaakmiddelen

Bij het gebruik maken van schoonmaakmiddelen let je op het volgende:

Slide 20 - Tekstslide

Let goed op!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Waarom is het handig om werkvoorraad te hebben?
A
Je kan dan makkelijker schoonmaken.
B
Je kan dan makkelijk de voorraad controleren.
C
Je hoeft dan niet iedere keer naar het magazijn te lopen.
D
Je maakt dan minder fouten.

Slide 23 - Quizvraag

Wat valt niet onder mastiek maken?
A
Dweilen
B
Ramen wassen
C
Koekjes bakken
D
Stofzuigen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de eerste stap bij schoonmaken?
A
Reinigen
B
Grof vuil verwijderen
C
Naspoelen en drogen
D
Desinfecteren

Slide 25 - Quizvraag

Welke kleur doekje gebruik je om vloeren schoon te maken?
A
Wit
B
Blauw
C
Groen
D
Rood

Slide 26 - Quizvraag

Terugblik
Wat hebben we besproken?

  • Wat werkvoorraad of dagvoorraad betekent
  • Mastiek maken
  • Tafelopstellingen
  • Afval scheiden
  • Soorten hygiëne
  • De juiste werkvolgorde
  • Schoonmaakmaterialen
  • Schoonmaakmiddelen

Slide 27 - Tekstslide

Hebben jullie nog vragen?

Slide 28 - Open vraag

Lezen en zelfstandig maken
2.6 / 2.7 / 2.8 / 2.9
Bladzijde 59 t/m 69

en

8.1 / 8.2 / 8.3 / 8.4 / 8.5 / 8.6
Bladzijde 227 t/m 246

Slide 29 - Tekstslide