Future: Going to

How are you feeling today?
Okay
Happy
Productive
Sleepy
Annoyed
1 / 24
volgende
Slide 1: Poll
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

How are you feeling today?
Okay
Happy
Productive
Sleepy
Annoyed

Slide 1 - Poll

Happy New Year!
Write a couple of sentences about your holiday :)

Slide 2 - Open vraag

Future: Going to

Slide 3 - Tekstslide

Future = toekomende tijd
Alles wat niet al gebeurd is (verleden tijd) en niet nu aan de gang is (tegenwoordige tijd). Dus alles wat nog moet 
gebeuren.

Slide 4 - Tekstslide

Future = to be going to
     voorspellingen waar je bewijs
     voor hebt.  
     Je bent van plan om iets te 
     gaan doen
1
2

Slide 5 - Tekstslide

Future = to be going to
I am going to read
you are going to swim
he is going to write
we are going to sing
you are going to dance
they are going to walk

Slide 6 - Tekstslide

Future = to be going to
Am I going to read ?
Are you going to swim?
Is he going to write?
Are we going to sing?
Are you going to dance?
Are they going to walk ?

Slide 7 - Tekstslide

Future = to be going to
I am not going to read
you are not going to swim
he is not going to write
we are not going to sing
you are not going to dance
they are not going to walk

Slide 8 - Tekstslide

In welke tijd staat deze zin:
I walk to school every day
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 9 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
My mother will be so angry when I get home...
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 10 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
My grandmother was very hungry during World War II.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 11 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
Tomorrow you are going to do a test.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 12 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
We played football yesterday.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 13 - Quizvraag

...........they going to a festival?
A
Am
B
Is
C
Are

Slide 14 - Quizvraag

They are going to see a movie later.

Waarom gebruik je hier ''going to''?
A
Omdat het een voorspelling is.
B
Omdat het een belofte is.
C
Omdat het sowieso wel gaat gebeuren.
D
Omdat het volgens een schema/rooster gaat.

Slide 15 - Quizvraag

'Going to' gebruik je bij een afgesproken plan.
A
True
B
False

Slide 16 - Quizvraag

Fill in the correct form of the 'going to' future:
He ............ the supermarkt tomorrow.
A
Am going to
B
Is going to
C
Are going to
D
Will going to

Slide 17 - Quizvraag

Fill in the correct form of the 'going to' future:
They .................. Miami next year.
A
Am going to
B
Is going to
C
Are going to
D
Will go to

Slide 18 - Quizvraag

What is the correct form of the future tense with 'to be going to' for the subject 'they'?
A
They will going to
B
They're going to
C
They going to
D
They are going to

Slide 19 - Quizvraag

What is the correct form of the future tense with 'to be going to' for the subject 'I'?
A
I am going to
B
I'm going to
C
I going to
D
I will going to

Slide 20 - Quizvraag

___ you going to go anywhere ?
A
am
B
is
C
are

Slide 21 - Quizvraag

Hoe maak je een future tense met going to
A
am/are/is + going to
B
was/were+ going to
C
going to+ ww
D
am /are/is +going to+ ww

Slide 22 - Quizvraag

'Going to' gebruik je
A
Om een spontane gebeurtenis uit te drukken
B
Om een geplande gebeurtenis uit te drukken
C
Om een voorspelling te geven

Slide 23 - Quizvraag

Going to wordt gebruikt in...
A
de verleden tijd
B
de tegenwoordige tijd
C
de toekomst

Slide 24 - Quizvraag