6 .1 De gouden eeuw van Nederland

H6 Regenten en vorsten
6.1 De gouden Eeuw van Nederland
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H6 Regenten en vorsten
6.1 De gouden Eeuw van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen voor deze les: 
• Je kan uitleggen waarom de Gouden Eeuw zo genoemd werd.
• Je kan 3 voorbeelden van handel noemen wat vanuit Noord-Europa naar Nederland werd gebracht.
• Je kan 3 voorbeelden van handel noemen wat vanuit Zuid-Europa naar Nederland werd gebracht.
• Je kan 1 voorbeeld van handel noemen wat vanuit Azie naar Nederland werd gebracht.
• Je kan 2 voorbeelden van handel noemen wat vanuit Amerika naar Nederland werd gebracht.
• Je kan uitleggen wat stapelplaatsen zijn.
• Je kan uitleggen wat kapitalisme is.
• Je kan het verschil tussen handelskapitalisme en kapitalisme benoemen.
• Je kan uitleggen wat concurrenten zijn.

• Je kan voorbeelden noemen wat een slimme handelaar deed.
• Je kan de oorzaken noemen waardoor de bevolking van de steden groeiden.
• Je kan een gevolg van de bevolkingsgroei noemen voor Amsterdam.
• Je kan uitleggen wie in de grachtengordel woonden.
• Je kan uitleggen hoe de Nederlanders de polders droog pompten.
• Je kan uitleggen waar de Nederlanders gebruik van maakten voor het leeg pompen van de polders.
• Je kan een gevolg van het droogpompen van deze polders noemen.
• Je kan uitleggen wat investeren is.
• Je kan uitleggen wat de Beemster, droogmalen en investeren met elkaar te maken hebben.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat denk jij dat de Gouden Eeuw betekent.

Slide 4 - Open vraag

De Gouden eeuw
In de 17de eeuw verzorgde Nederlanders een groot deel van de handel. 

De Republiek was ook het rijkste van Europa. 

De lange periode van bloei wordt de Gouden Eeuw genoemd. 

Slide 5 - Tekstslide

De Gouden eeuw
Tijdens de Goude Eeuw was Amsterdam een stapelplaats

In een Stapelplaats werden handelsproducten bewaard en opgeslagen en na een tijdje weer verkocht en vervoerd naar andere plekken. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe wordt de manier genoemd waarop wij economisch handelen.

Slide 7 - Open vraag

De Gouden eeuw
Schepen en handelsgoederen waren bezit van handelaren. 

Om winst te maken staken deze handelaren de winst die ze maakte in een bedrijf. 

Dit heet kapitalisme. 

Slide 8 - Tekstslide

De Gouden eeuw
In de 17de eeuw hadden de handelaren de leiding in de economie. 

Dit wordt handelskapitalisme genoemd. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoe kan je er voor zorgen dat je heel veel producten verkoopt.

Slide 11 - Open vraag

De Gouden eeuw
Om winst te maken moesten handelaren rekening houden met concurrenten. 

Een slimme handelaar: 
  1. Liet zijn prijs zakken als er veel aanbod was. 
  2. Liet zijn prijs stijgen als er weinig aanbod was. 

Slide 12 - Tekstslide

Gouden eeuw
Door de bloeiende handel ging het ook goed in de: 
  1. Nijverheid. 
  2. Landbouw. 

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit hoe het inwonertal van een land kan groeien.

Slide 14 - Open vraag

Groeiende steden
Door de bloeiende economie groeide bevolking omdat: 
  1. Mensen gezonder leefde. 
  2. Mensen ouder werden. 
  3. Immigranten kwamen naar de Republiek. 

Hierdoor moesten steden uitgebreid worden. 

In Amsterdam werd de grachtengordel gebouw. Hierin gingen rijke handelaren wonen waar zij hun goederen opsloegen. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat voor soort land is Flevoland.

Slide 16 - Open vraag

Meer landbouwgrond
Nederlanders gingen polders leegmalen met windenergie om meer voedsel te produceren. 

Rijke Amsterdammers investeerde geld om deze polders leeg te pompen. 

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit wat handelskapitalisme is.

Slide 18 - Open vraag

Weektaak
Zie bord of its learning

Slide 19 - Tekstslide