In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
3 KADER
8.4 Samen werken aan ontwikkeling?
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Nationaal inkomen
De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit (zoals loon, rente, huur, pacht).
Wat zegt dit? Je kunt pas vergelijken met andere landen als je het inkomen per hoofd van de bevolking weet.
nationaal inkomen : aantal inwoners = inkomen per inwoner
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Manieren van hulp
Structurele hulp
Noodhulp
Hulp om mensen te laten overleven (vaak bij natuurrampen)
Hulp voor de lange termijn, met als doel dat ontwikkelingslanden economisch zelfstandig worden.
Gebonden hulp
Wanneer een land dat hulp biedt aan een ontwikkelingsland, voorwaarden stelt aan die hulp.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe kun je een ontwikkelingsland herkennen?
monocultuur; (op hetzelfde stuk grond wordt altijd hetzelfde verbouwd)
veel schulden;
slechte gezondheidszorg;
lage levensverwachting;
analfabeten;
hoge bevolkingsgroei en hoog sterftecijfer.
Slide 7 - Tekstslide
De vicieuze cirkel van armoede
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Structurele hulp
Doel
Het doel is om het ontwikkelingsland economisch zelfstandig te maken.
Voorbeelden:
- het geven van geld voor het bouwen van scholen.
- het geven van microkredieten.
- het ondersteunen met materialen en kennis.
Slide 10 - Tekstslide
Noodhulp
Doel
Het helpen bij het overleven van een noodsituatie.
Voorbeelden:
- het geven van voedsel, kleding en medicijnen.
- het sturen van artsen (Artsen Zonder Grenzen)
Slide 11 - Tekstslide
Incidenteel of Structureel?
Na de tsunami in Zuid-Oost Azië werd er in Nederland geld opgehaald voor de slachtoffers van de ramp. Het geld werd onder andere gebruikt om ervoor te zorgen dat mensen die hun huis kwijt waren geraakt, in tenten opgevangen konden worden.
Incidenteel of Structureel?
In de Filippijnen wonen ruim 100 miljoen mensen. Als de bevolking zo blijft groeien als de laatste jaren, wonen er in 2025 meer dan 150 miljoen mensen in de Filippijnen. Nederland heeft in de Filippijnen projecten financieel ondersteund die geboortebeperking tot doel hebben.
Slide 12 - Tekstslide
Hulporganisaties
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Hebben we in Nederland een hoge of lage welvaart en WAAROM?
Slide 15 - Open vraag
Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen waar de productie en inkomens hoog zijn
C
landen waar de productie en inkomens laag zijn
Slide 16 - Quizvraag
inkomensverdeling betekent:
A
de manier waarop personen hun geld verdelen
B
dat geld eerlijk wordt verdeeld
C
de manier waarop het totale inkomen van een groep personen is verdeeld over deze personen
Slide 17 - Quizvraag
nationaal inkomen per hoofd van de bevolking:
A
gemiddeld inkomen per persoon
B
gemiddeld jaarinkomen per persoon
C
gemiddeld jaarinkomen per persoon in een land
Slide 18 - Quizvraag
nationaal inkomen:
A
het inkomen van de koning
B
de som van alle inkomens in de wereld
C
de som van alle inkomens
D
de som van alle inkomens in een land
Slide 19 - Quizvraag
Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet:
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp
Slide 20 - Quizvraag
Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet ...
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp
Slide 21 - Quizvraag
Hulp die een blijvende oplossing biedt voor een ontwikkelingsland heet
A
gebonden hulp
B
structurele hulp
C
noodhulp
D
noodzaak
Slide 22 - Quizvraag
Steun aan een ontwikkelingsland in de vorm van producten (dus geen geld) die van het hulpverlenende land komen heet:
A
noodhulp
B
gebonden hulp
C
structurele hulp
D
producthulp
Slide 23 - Quizvraag
Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet ...
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp
Slide 24 - Quizvraag
Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland
A
Slechte infrastructuur
B
Veel landbouwgrond
C
Snelle bevolkingsgroei
D
Veel analfabetisme
Slide 25 - Quizvraag
Dit is de berekening van het inkomen per hoofd van de bevolking
A
nationaal.inkomenje.salaris
B
nationaal.inkomenaantal.inwoners
C
aantal.inwonersnationaal.inkomen
D
je.salarisnationaal.inkomen
Slide 26 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van noodhulp (kort antwoord!)
Slide 27 - Open vraag
Als een Nederlandse stichting helpt bij het bouwen van scholen in een ontwikkelingsland, dan noem je dit
A
Noodhulp
B
Gebonden hulp
C
Structurele hulp
Slide 28 - Quizvraag
Deze hulp wordt geboden na een tsunami
A
Structurele hulp
B
Noodhulp
Slide 29 - Quizvraag
Wat heb je geleerd?
Slide 30 - Tekstslide
Wat zijn de kenmerken van een ontwikkelingsland?
Slide 31 - Open vraag
Welke oorzaken zijn er voor de economische achterstand van ontwikkelingslanden?