Communicatie - normen en waarden

COMMUNICATIE
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

COMMUNICATIE

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij
communicatie?

Slide 2 - Woordweb

Waarom is communicatie belangrijk voor een Verzorgende ig'er / Verpleegkundige?

Slide 3 - Woordweb

Wat is communicatie?
Communicatie is het overbrengen van informatie van de een naar de ander.




Bij communicatie gaat het altijd om het uitwisselen van woorden en signalen tussen mensen. Dat kan rechtstreeks, maar steeds vaker gebruiken we hulpmiddelen als e-mail, internet etc.

Slide 4 - Tekstslide

De verpleegkundige luistert aandachtig naar een cliënt die vertelt over zijn thuissituatie.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

De praktijkopleider geeft feedback aan de stagiaire die onderuitgezakt zit en boos kijkt.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

De praktijkopleider maakt middels een gebaar duidelijk dat de student nog even moet wachten op de gang.
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

De docent mailt een student dat zij een onvoldoende heeft voor haar paper.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

"Je kunt niet niet communiceren"

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Dirk zegt tegen collega Elya: 'Ik ga zo meneer Driesen helpen. Help jij mevr. Reus?'



Wie is de zender? Wie is de ontvanger? Wat is de boodschap?

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn waarden?

Slide 12 - Woordweb

Wat zijn normen?

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide

Normen en waarden
Normen zijn gebaseerd op waarden.
Waarden: Dat wat jij belangrijk vindt. (Meestal 1 woord)
Normen: De manier waarop jij uitleg geeft aan de waarde.


Bijvoorbeeld:
Waarde: Gezondheid
Norm: Bewust gevarieerd eten en veel bewegen.


Iedereen heeft in principe dezelfde waarden. Alleen verschillen de normen die eraan gekoppeld worden. De prioriteit die eraan gegeven wordt kan ook anders zijn. Wie kan hiervan een voorbeeld noemen?


Slide 15 - Tekstslide

De meeste regels zijn ongeschreven regels​
Het zijn regels die je aanleert, zonder dat ze officieel zijn vastgelegd.​



 Veel normen zijn gedragsregels: ze geven aan hoe je je hoort te​ gedragen. ​

Gedrag dat aan die gedragsregels voldoet, noem je normaal gedrag. Als iemand zich niet aan een gedragsregel houd, zeg je: doe eens normaal.​


Slide 16 - Tekstslide

Waarden en normen aanleren

Slide 17 - Tekstslide

In elke groep bestaan gewoonten:​
Vaste manieren om iets te doen en die je steeds opnieuw gebruik​

Bijvoorbeeld dat je elkaar drie zoenen op de wang geeft wanneer je iemand ontmoet,​
of dat je je duim opsteekt als je iets goed vind.​
 Elke groep heeft ook zijn eigen tradities: ​
oude gebruiken, vaak rondom feesten en speciale gebeurtenissen, die van generatie op generatie worden doorgegeven. Denk aan de beschuit met muisjes die je krijgt als je op kraambezoek gaat, of aan het vieren van het Sinterklaasfeest. ​


Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
https://www.123test.nl/persoonlijke-waarden-test/

Instructie
Hieronder staan 25 uiteenlopende persoonlijk waarden gedefinieerd. Deze waarden zijn zeer verschillend en dekken samen vrijwel alle persoonlijke motieven. Doorloop de lijst en vink die waarden aan die jij voor jezelf echt belangrijk vindt. 

Bespreek de uitkomst in tweetallen en vergelijk jullie waarden. 


Slide 19 - Tekstslide

Eindopdracht deze week

Zie canvas - deelopdracht 1



Slide 20 - Tekstslide