Afsluiting H1 herhaling

Welkom bij Nask
Pak je spullen (boeken, schrift, rekenmachine, liniaal en pen)

Leg je werkboek open bij het huiswerk (bladzijde 28)

Leg je mobiel op zijn kop op tafel en leg je tas voorin
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nask
Pak je spullen (boeken, schrift, rekenmachine, liniaal en pen)

Leg je werkboek open bij het huiswerk (bladzijde 28)

Leg je mobiel op zijn kop op tafel en leg je tas voorin

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Bespreken vraag 77 en 79
Herhaling van H1 - quiz
Opdrachten maken afsluiting H1
Start H4

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je van krachten zien?
A
de kracht zelf
B
het effect van de kracht
C
de grootte van de kracht
D
de nettokracht

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe neem je het effect van de kracht waar:
De beweging verandert...
A
met snelheid
B
met richting
C
met snelheid en richting
D
met snelheid, richting en vorm

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De effecten van krachten

Slide 5 - Tekstslide

Vraag de leerling welke effecten van een kracht ze waarnemen. De leerlingen zijn waarschijnlijk nog niet bekend met de termen, maar  laat ze maar omschrijven wat ze zien.
Welke soorten krachten
zie je in het plaatje
A
spankracht en zwaartekracht
B
veerkracht en spankracht
C
veerkracht en zwaartekracht
D
magnetische kracht en spankracht

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten krachten
zwaartekracht                      spankracht
windkracht                             spierkracht
veerkracht                              wrijvingskracht
magnetische kracht          kleefkracht

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een magneet stoten noordpool en zuidpool elkaar af.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een magneet?
Noordpool + Zuidpool

3 soorten metaal zijn magnetisch:
  • IJzer
  • Nikkel
  • Cobalt

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het massamiddelpunt is het aangrijpingspunt voor...
A
spierkracht
B
veerkracht
C
spankracht
D
zwaartekracht

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je moet een kracht te grootte van
60 N tekenen. Welke krachtenschaal is het handigst?
A
1cm0,2N
B
1cm2,0N
C
1cm20N
D
1cm200N

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Krachten tekenen
krachten hebben een 
aangrijpingspunt, richting
en lengte.

Bij zwaartekracht is het 
massamiddelpunt het
aangrijpingspunt.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krachtenschaal
1 cm ≙ 5 N

≙ betekend 'komt overeen met'

Je kan de lengte van de pijl of de grootte van de kracht uitrekenen met een verhoudingstabel.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de kracht van de veer 3x zo groot wordt, ...
A
wordt de lengte van de veer 3x zo klein.
B
wordt de lengte van de veer 3x zo groot.
C
wordt de uitrekking van de veer 3x zo klein.
D
wordt de uitrekking van de veer 3x zo groot.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Krachten meten
  • Krachten meet je door te kijken hoe ver een veer wordt uitgetrokken (of ingedrukt)

  • Ieder veer rekt anders uit maar ........

  • .... voor ieder veer geldt:
    Twee keer zo ver uitrekken betekent ook
    een twee keer zo grote kracht


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overig
7,5 N
30 N
2,15 N
2,30 N
31 N
9 N

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Krachtmeter
Met een krachtmeter (veerunster) kun je krachten meten.

Het meetbereik is de grootste kracht die je met die meter kunt meten.  

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De massa van een lamp die op een bureau staat is 1,2 kg. Bereken de zwaartekracht.
A
0,12 N
B
1,2 N
C
12 N
D
120 N

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kracht werkt nog meer op de lamp op het bureau? En hoe groot is die kracht?
A
normaalkracht van 12 N
B
spankracht van 12 N
C
normaalkracht van 120 N
D
spankracht van 12 N

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Normaalkracht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zwaartekracht van een bloempot van 800 g wordt met een pijl van 4 cm. Wat is de krachtenschaal?
A
1cm0,2N
B
1cm2,0N
C
1cm20N
D
1cm200N

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op een voorwerp werken drie krachten.
F1 = 5 N naar rechts, F2 = 12 N naar rechts en
F3 = 15 N naar links. Hoe groot is de nettokracht en welke richting werkt de kracht op?
A
17 N naar rechts
B
3 N naar links
C
32 N naar links
D
2 N naar rechts

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nettokracht
Krachten die in dezelfde richting
werken tel je op.

Krachten in tegengestelde 
richting haal je van elkaar af.

Bij evenwicht is de 
nettokracht 0 N (40-40=0)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De knoflookpers werkt als een
dubbele hefboom. De kracht
op de knoflook is hoeveel keer
zo groot dan de spierkracht.
A
4x zo groot
B
5x zo groot
C
3x zo groot
D
9x zo groot

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hefboom
1
2

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een klauwhamer heeft een werkarm van 15 cm en een lastarm van 3 cm. De spierkracht is 40N.

Bereken de kracht op de spijker.
A
8 N
B
40 N
C
200 N
D
600 N

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een baksteen van 4,0 kg oefent een druk van 0,5 N/cm2 uit. De afmetingen zijn 23 bij 10 bij 8 cm.

Op welke zijde licht de baksteen
A
23 bij 8 cm
B
10 bij 8 cm
C
23 bij 10 cm
D
kan je niet zeggen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking
Een baksteen van 4,0 kg oefent een druk van 0,5 N/cm2 uit. De afmetingen zijn 23 bij 10 bij 8 cm. 

  • 4,0 kg x 10 N/kg = 40 N
  • 40 N / 0,5 N/cm2 = 80 cm2
  • 10 cm x 8 cm = 80 cm2
p=AF
A=pF
F=pA

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Maken afsluiting opgave 7, 11, 12, 15, 16, 18 tot en met 30

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies