Formuleren 1

Hoofdstuk 1: formuleren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Doel:
Leren variëren in woordgebruik

Slide 2 - Tekstslide

Losgeslagen kalkoenen

Tientallen wilde kalkoenen veroorzaken overlast in de Amerikaanse stad Foxborough. De politie denkt dat iemand de kalkoenen voert, waardoor de kalkoenen aan mensen gewend raken. De gemeente mag de kalkoenen afmaken, maar de politie zegt dat de kalkoenen daarvoor nog niet voldoende gevaar opleveren. Wat er uiteindelijk met de kalkoenen gaat gebeuren, is dus nog niet bekend. Dierenactivisten hopen dat de kalkoenen niet eindigen als Thanksgivingmaaltijd.

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord werd vaak herhaald?

Slide 4 - Open vraag

Noem een ander woord voor kalkoen

Slide 5 - Woordweb

Morsecode
(1) Morsecode is een manier om te communiceren. (2) De morsecode werd in de 19e eeuw uitgevonden door de Amerikaan Samuel Morse. (3) De telefoon was nog niet uitgevonden, maar de elektriciteit al wel en men ontdekte dat via de elektriciteitsdraden signalen overgebracht konden worden. (4) Morsecode bestaat uit korte en lange signalen. (5) Een groepje signalen staat voor een letter, cijfer of leesteken. (6) Door het achter elkaar zetten van deze signalen kon er snel een boodschap verzonden worden. (7) Morsecode wordt nog steeds gebruikt in de scheepvaart. (8) Iedere zeeman kent het internationale signaal voor HELP!: kort-kort-kort, lang-lang-lang, kort-kort-kort. (9) Dit signaal staat voor S.O.S., de afkorting van Save Our Souls, dat letterlijk Red onze zielen betekent.

Slide 6 - Tekstslide

Welke twee woorden werden vaak gebruikt?

Slide 7 - Open vraag

Wat is een synoniem van morsecode?
A
codetaal
B
geheimtaal
C
seinalfabet
D
taal uit het leger

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor signaal?
A
geluid
B
gevaar
C
sein
D
stoplicht

Slide 9 - Quizvraag

Opdracht:
Je gaat een korte tekst schrijven over een zelfgekozen onderwerp, bijvoorbeeld je sport of je hobby.

Slide 10 - Tekstslide

stappenplan:
1. kies drie woorden die je gaat gebruiken en schrijf ze op;
2.  Vul bij elk woord twee synoniemen in;
3. Schrijf de tekst: verwerk de woorden en de synoniemen en gebruik minimaal drie keer een verwijswoord.

Lever je tekst op de ELO in.

Slide 11 - Tekstslide