Do 15 februari Beknopte bijzin

Zinsdelen
  • Alles voor de persoonsvorm is één zinsdeel.
  • Alle werkwoorden zijn aparte zinsdelen.
  • Bijvoeglijk naamwoord altijd bij een woord.
  • Alles wat je voor de persoonsvorm kan zetten is een zinsdeel.
  • Prullenbakwoordjes zijn één zinsdeel. 

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zinsdelen
  • Alles voor de persoonsvorm is één zinsdeel.
  • Alle werkwoorden zijn aparte zinsdelen.
  • Bijvoeglijk naamwoord altijd bij een woord.
  • Alles wat je voor de persoonsvorm kan zetten is een zinsdeel.
  • Prullenbakwoordjes zijn één zinsdeel. 

Slide 1 - Tekstslide

Zinsdelen
  • Een zin bestaat uit zinsdelen.
  • Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
  • De woorden in een zinsdeel kunnen niet uit elkaar gehaald worden.

Slide 2 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
Bijvoeglijke bepaling
Is een zinsdeel 
Is geen zinsdeel 

Slide 3 - Sleepvraag

lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
Dit zinsdeel begint nooit met een voorzetsel
Dit zinsdeel kan slechts met twee specifieke voorzetsels beginnen
Dit zinsdeel kan met allerlei voorzetsels beginnen
Als dit zinsdeel begint met een voorzetsel, dan kun je het voorzetsel in principe ook weglaten. Wellicht moet je dan wel de woordvolgorde in de zin veranderen.
Als dit zinsdeel met een voorzetsel begint, dan kun je het voorzetsel niet weglaten.
Dit zinsdeel betreft meestal een tijd, plaats of een manier waarop iets gebeurt.
Dit zinsdeel zegt iets over het gezegde in een zin
Dit zinsdeel is een soort ontvanger in de zin.
Dit zinsdeel vind je door de vraag te stellen:

wat/wie+wwg+ond?
Aan dit zinsdeel kun je soms de voorzetsels aan of voor toevoegen.

Slide 4 - Sleepvraag

Onderwerp
Meewerkend voorwerp
Werkwoordelijk
gezegde
Lijdend voorwerp
Dit zinsdeel geeft aan wie of wat iets doet.
Dit zinsdeel overkomt of ondergaat iets.
Dit zinsdeel vertelt wat het onderwerp in een zin doet.
Dit zinsdeel ontvangt iets van het onderwerp.

Slide 5 - Sleepvraag

Beknopte bijzin 
Wat moet je kunnen? 
- Beknopte bijzin kunnen herkennen in de zin. 
- Beknopte bijzin kunnen herschrijven naar een gewone bijzin. 
- Gewone bijzin kunnen herschrijven naar een beknopte bijzin. 

Slide 6 - Tekstslide

foutief beknopte bijzin
Wat is een bijzin?
Wat is een beknopte bijzin?
Wat is foutief beknopte bijzin?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Een beknopte bijzin is altijd een zinsdeelstuk.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een beknopte bijzin?
A
een bijzin met een denkbeeldig onderwerp
B
een bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm
C
geen van beide

Slide 10 - Quizvraag

Blij door het gras huppelend 
floot
het meisje
een liedje.
Beknopte bijzin

Slide 11 - Sleepvraag

incongruentie
foutieve samentrekking
foutieve beknopte bijzin
foutieve inversie
lijdende vorm
congruente zin
samentrekking
beknopte bijzin
inversie
bedrijvende zin
Zowel mijn vader als ik heb honger.
15% van de mensen stemt voor FvD
Een groep kinderen zetten de boel op stelten.
De boterham wordt gesmeerd terwijl de kinderen wachten.
Vorige week was hij ziek en zijn we daarom te laat met inleveren.
Terwijl de kinderen wachten, maakt de moeder de boterhammen klaar.
Robert houdt wel van boeken die realistisch zijn, maar niet van thrillers
Lopend over het zebrapad reed de vrachtwagen de arme man aan.

Slide 12 - Sleepvraag

Normale bijzin
Beknopte bijzin
Nadat ik ontbeten had, stapte ik op de fiets
De coach zei dat als we zo doorgaan, we de wedstrijd zeker gaan winnen
Dansend van vreugde vierde de Olympisch kampioen zijn overwinning
Overdrevend gebarend werd zijn betoog steeds ingewikkelder
Na een uur gefietst te hebben, kwam ik eindelijk aan op school

Slide 13 - Sleepvraag

Foutieve beknopte bijzin
Beknopte bijzin
Hoofdzin
Denkbeeldig onderwerp
ow+pv naast elkaar
Ow komt niet overeen met hoofdzin.
(on)voltooid deelwoord
Hoofdzin veranderen of er een bijzin van maken

Slide 14 - Sleepvraag

Correct beknopte bijzin
Foutief beknopte bijzin
Huppelend van plezier, kwam het kind de klas binnen.
Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open.
Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
Schaatsend naar de overkant, reed hij bijna het wak in. 
 Verscholen in een bosje, passeerde mij op enige meters een wild zwijn
Na gegeten te hebben, deed ik de afwas.

Slide 15 - Sleepvraag

congruentie
inversie
beknopte bijzin
samentrekking
In deze bijzin ontbreekt een persoonsvorm.
Door de woordvolgorde om te draaien, krijg je een levendiger tekst.
Door woorden weg te laten die je eerder hebt genoemd, val je niet in herhaling en schrijf je bondiger.
Onderwerp en persoonsvorm moeten hetzelfde getal hebben (ev of mv)

Slide 16 - Sleepvraag

Foutieve beknopte bijzin
foutieve inversie
'Eindelijk uitgeslapen werd de reis hervat.' 
Op vrijdagmiddag pikken we vaak een terrasje, maar had ik er vanmiddag geen zin in
Gisteren gingen we fietsen en gaan we vandaag wandelen.
De eerste keer is het drankje niet zo lekker, maar merk je na een paar keer dat de smaak went.
Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.

Slide 17 - Sleepvraag

Huiswerk voor ma 26 febr
Maken opdr. 1 t/m 5



Je herkent de beknopte bijzin in de zin
Je kunt de beknopte bijzin herschrijven in een uitgebreide bijzin

Slide 18 - Tekstslide