Engels Unit6.2 Deel A

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er met de fiets van Kai gebeurd?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe had hij dit kunnen voorkomen

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
welke zin is present simple?
A
I am walking to school.
B
They walked to school.
C
We have walked to school.
D
He walks to school.

Slide 12 - Quizvraag

Present simple:
Rule Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten Water boils at 100 degrees.
• gewoontes I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect;
In 1099 William conquers England
Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S
I walk -> He walks

Present simple ontkennend (-):
It ....... (start) in 10 minutes.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple: Maak de zin vragend
Jennifer likes to draw

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple is:
Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordig tijd
C
Toekomst

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple: Ontkennend
Nida always walks to school.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple: Vragend
_____ she often ____ to ah. (go)

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
ww + - ed
B
shit = bij she/he/it : ww +-(e)s
C
vorm van to be + ww+-ing

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple, vragend:
__ they ____ suits to work?
(?, wear)

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin vragend(present simple)
Lina likes to walk

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
welke zin is present simple?
A
Lucy lives in London.
B
Lucy lived in London.
C
Lucy is living in London.
D
Lucy has lived in London.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple ontkennend (-):
It starts in 10 minutes.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple: Ontkennend
Rofaida likes to eat cake

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

present simple: The chicken smells awful.

Maak deze zin vragend

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00
Maak de Selftest 
opdrachten 
D t/m F
FLASHBACK
4 t/m 6

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies