Les 3 - intensief lezen

Les 3 - Leesvaardigheids training
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 3 - Leesvaardigheids training

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Leerdoelen
  • Je kunt aan het einde in 2 zinnen beschrijven wat de leesstrategie intensief lezen inhoudt.
  • Je kunt intensief lezen op een correcte manier toepassen om zo op het juiste antwoord te komen.

Slide 3 - Tekstslide

Leesstrategie 4 - intensief lezen
Deze strategie pas je toe als het noodzakelijk is een hele alinea te begrijpen om een vraag te kunnen beantwoorden. 
Begin met het globaal lezen van de tekst; de grote lijnen van de tekst zijn op deze manier al duidelijk. Daarna lees je de tekst of het tekstgedeelte intensief. 

Slide 4 - Tekstslide

Leesstrategie 4 - intensief lezen
Dat doe je op de volgende manier:
  • Onderstreep in de tekst de kernwoorden. Bepaal hiermee per alinea de kern.
  • Omcirkel de signaalwoorden die het verband tussen de paragrafen/alinea`s duidelijk maken.
  • Zoek de betekenis van belangrijke moeilijke woorden op of probeer de betekenis van deze woorden af te leiden.

Slide 5 - Tekstslide

Leesstrategie 4 - intensief lezen
Signaalwoorden:

Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea's of zinnen.



Slide 6 - Tekstslide

Ken je al signaalwoorden in het Duits?

Slide 7 - Woordweb

Signaalwoord tegenstelling
Signaalwoord argument/reden
Signaalwoord oorzaak/gevolg
maar
Namelijk
met as gevolg
echter
Immers
Want
Omdat
doordat
daaren-
tegen

Slide 8 - Sleepvraag

weil
denn
also
aber
und
doch
toch
en
maar
dus
Want
Omdat

Slide 9 - Sleepvraag

Woorden opzoeken
  •  tijdens de examens heb je alleen een woordenboek  
  • daarom is het van belang hiermee goed om te kunnen gaan 

Slide 10 - Tekstslide

Werkblad 
  • Luister goed en onderstreep de volgens jou belangrijkste woorden 
  • Daarna lees jij de tekst nog een keer, je omcirkelt de signaalwoorden
  • Jullie gaan in duo’s aan de hand van de onderstreepte woorden iedere alinea kort in het Nederlands samenvatten.
  • Zijn er woorden die je niet snapt, dan zoekt deze samen op, help elkaar.
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Welche Aussage über Oliver Maier ist richtig?
(Einleitung und 1. Absatz)


A
Er bestimmt, wie viel Gummibärchen jedes Jahr produziert werden.
B
Er hat die Gummibärchenverpackung entworfen.
C
Er hat eine leitende Position im Haribo-Unternehmen.
D
Er ist im Haribo-Unternehmen aufgewachsen.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

“einen geschulten Gaumen [=proeven], eine feine Nase [=ruiken] und ein gutes Auge [=zien]” (alinea 2)

Over welk zintuig spreekt Oliver Maier niet in alinea 2?
A
proeven
B
ruiken
C
zien

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Waaruit blijkt dat het Haribo-familiebedrijf Oliver Maier erg waardeert? (alinea 3) 

Beantwoord deze vraag in het Nederlands. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welcher Titel passt zum 5. Absatz?
A
Die Entstehung der Goldbären
B
Größtes Exportprodukt in Deutschland
C
Ständige Verbesserung der Rezeptur
D
Wichtige Fakten über die Goldbären

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Heeft de samenvatting jouw geholpen om de vragen te beantwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Tekst 2 - Werkblad
Maak de opdrachten! Wie als eerste klaar is, steekt zijn vinger op en krijgt een zakje Haribo`s!

Slide 21 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 22 - Tekstslide

Op het leerhuis
Ga verder met het lezen van je eigen tijdschrift. 
Aan het einde van de les vul je nog een exit ticket in. 
Lever het tijdschrift aan het einde van de les weer bij jouw docent in. 

Viel Spaß beim Lesen!

Slide 23 - Tekstslide