In deze les zitten 8 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
1MBI - periode 4 les 1
- start en aanwezigheid
- terugblik stage
- theorie woordbetekenissen
- afronding
Slide 1 - Tekstslide
Upload een foto van iets op stage waar je over wilt vertellen
Slide 2 - Open vraag
Opdracht 1:
Zoek op je laptop een passende afbeelding bij de volgende 5 woorden.
Zet je afbeeldingen in één word-bestand.
- Bos
- Ballon
- Water
- Mens
- Eend
Slide 3 - Tekstslide
stukje theorie
Alle woorden die we gebruiken hebben een connotatie en een denotatie.
Denotatie = 'objectieve betekenis' van een woord.
Connotatie = de gedachten en gevoelens die jij persoonlijk bij dat woord hebt.
Slide 4 - Tekstslide
denotatie
connotatie
denotatie
connotatie
huisdier
hard blaffend dier
plant die in het wild op weilanden groeit
kun je zo leuk tegen blazen
Slide 5 - Sleepvraag
Opdracht 2:
A: Vergelijk jouw afbeeldingen met die van je buurman/buurvrouw. Hebben jullie hetzelfde connotatie bij het woord? Of verschillen jullie afbeeldingen?
B: Open de padlet. Je ziet per woord de denotatie. Plaats de afbeelding (1 van jullie 2) die het beste bij de denotatie past in een reactie. Vergeet jullie namen niet te vermelden.
Slide 6 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat je deze les hebt geleerd