10 min. Opdrachten maken 5 min. Opdrachten bespreken 20 min. Huiswerk maken 5 min. Gesnapt?
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt verschillende soorten hefbomen onderscheiden.
Je kunt hefbomen in werktuigen herkennen.
Je kunt bij werktuigen rekenen met de momentenwet.
Slide 3 - Tekstslide
Hefbomen
Soms is je spierkracht niet groot genoeg. In zo’n geval gebruik je een werktuig, dat helpt je om meer kracht uit te oefenen. Bijvoorbeeld een steeksleutel.
Je spierkracht werkt op het uiteinde van de steeksleutel, ver van het draaipunt. Hierdoor oefent de sleutel een kracht uit op de moer, dicht bij het draaipunt. De kracht op de moer is groter dan jouw spierkracht. Dat merk je: je kunt de moer met de sleutel gemakkelijk losdraaien.
Slide 4 - Tekstslide
Momentenwet
Slide 5 - Tekstslide
Momentenwet werktuigen
Slide 6 - Tekstslide
Dubbele hefboom
Slide 7 - Tekstslide
Werktuig met draaipunt
Slide 8 - Tekstslide
Momentenwet
Slide 9 - Tekstslide
DOEN:
Opdracht 1 en 2
Klaar? ga verder met de overige opgaven
timer
10:00
Slide 10 - Tekstslide
HUISWERK
Opdracht 1 t/m 7 af voor volgende les.
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt het principe van een hefboom uitleggen.
Je kunt berekeningen maken met het verband tussen moment, kracht en arm.