Thema 1 Familie en vrienden H2 Spelling en grammatica les 1

Nederlands 
Thema 1 hoofdstuk 2
Spelling en grammatica

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
Thema 1 hoofdstuk 2
Spelling en grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Over deze les doe je waarschijnlijk langer dan 1 lesuur. Leerlingen vinden dit een lastig onderwerp. Het zou best kunnen dat je over dit onderwerp 3 lessen doet (inclusief studiemeter)
Doel
Aan het einde van deze les:
...weet ik wat leestekens zijn.
...weet ik wanneer ik hoofdletters moet gebruiken.
...weet ik wanneer ik welke leestekens moet gebruiken.
...weet ik waarom ik hoofdletters en leestekens moet gebruiken.
 



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
Een zin begint met een hoofdletter​
Een zin eindigt met een leesteken: een punt, uitroepteken of vraagteken

Ik ga elk jaar met mijn vrienden op vakantie.
Heb jij respect voor alle leerlingen in de klas?​

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEESTEKENS
Een brief of e-mail is beter te lezen en te begrijpen als duidelijk is waar een zin begint of eindigt. Het begin van de zin geef je aan met een HOOFDLETTER. Het einde van de zin geef je aan met een PUNT.
Niet achter elke zin staat een punt. Soms staat er aan het einde van een zin een vraagteken of een uitroepteken
Punten, vraagtekens en uitroeptekens noem je LEESTEKENS.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Even testen...
Hoe goed kennen jullie de hoofdletters en leestekens?
Op de volgende dia's volgen oefen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk leesteken past het beste?

Heb jij gekke gewoontes
A
.
B
?
C
!

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk leesteken past het beste?

Stop daar mee
A
.
B
?
C
!

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk leesteken past het beste?

Ik heb contact met haar
A
.
B
?
C
!

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk leesteken past het beste?

Heb jij ook een relatie
A
.
B
?
C
!

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk leesteken past het beste?

De kennis kwam bij ons op bezoek
A
.
B
?
C
!

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is goed geschreven?
A
eindhoven
B
Eindhoven

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is goed geschreven?
A
amber jansen
B
Amber jansen
C
Amber Jansen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is goed geschreven?
A
nederland
B
Nederland

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is goed geschreven?
A
ik ga naar turkije
B
Ik ga naar turkije.
C
Ik ga naar Turkije
D
Ik ga naar Turkije.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord is goed geschreven?
A
ik heb contact met amy
B
Ik heb contact met amy.
C
Ik heb contact met Amy.
D
ik heb contact met Amy

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies