In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we deze les doen?
Oefenen: H4.3 Schakelingen
Zelfstandig: H4.3 opdracht 7 t/m 12
Zelfstandig: Vaardigheidstrainer H4.2
Zelfstandig: Vaardigheidstrainer H4.3
Zelfstandig: Test jezelf H4.1 en H4.2
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen H4.3
Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.
Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.
Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling.
Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.
Je kunt uitleggen wat er gebeurt als een parallelschakeling zich vertakt.
Je kunt uitleggen wat een wisselschakeling is en hoe wisselschakelaars werken. (PLUS)
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de eenheid voor stroomsterkte?
A
Volt
B
Ohm
C
Watt
D
Ampère
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de eenheid voor spanning?
A
Volt
B
Ohm
C
Watt
D
Ampère
Slide 4 - Quizvraag
Met welke letter geven we de stroomsterkte aan?
A
V
B
O
C
W
D
I
Slide 5 - Quizvraag
Stroomsterkte
I = 3 A
of I = 3000 mA
Slide 6 - Tekstslide
In de schakeling zijn zes snoertjes gebruikt. Eén van die snoertjes heeft een contactpuntje dat loszit. Daardoor kan er geen stroom door dit snoertje lopen. In welke snoertjes zou deze fout kunnen zitten:
Als beide lampjes niet branden?
Slide 7 - Sleepvraag
In de schakeling zijn zes snoertjes gebruikt. Eén van die snoertjes heeft een contactpuntje dat loszit. Daardoor kan er geen stroom door dit snoertje lopen. In welke snoertjes zou deze fout kunnen zitten:
Als lampje A wel brandt en lampje B niet?
Slide 8 - Sleepvraag
In de schakeling zijn zes snoertjes gebruikt. Eén van die snoertjes heeft een contactpuntje dat loszit. Daardoor kan er geen stroom door dit snoertje lopen. In welke snoertjes zou deze fout kunnen zitten:
Als lampje B wel brandt en lampje A niet?
Slide 9 - Sleepvraag
Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.
Serie schakeling
Parallelschakeling
Slide 10 - Tekstslide
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk.
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking
Slide 11 - Tekstslide
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk.
Slide 12 - Tekstslide
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking
Slide 13 - Tekstslide
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking
Slide 14 - Tekstslide
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking
Slide 15 - Tekstslide
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking
Slide 16 - Tekstslide
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking
Slide 17 - Tekstslide
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking
Slide 18 - Tekstslide
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking
Slide 19 - Tekstslide
Wat is de stroomsterkte in punt F?
A
12 A
B
2 A
C
4 A
D
3 A
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de stroomsterkte in punt L?
A
12 A
B
2 A
C
4 A
D
6 A
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de stroomsterkte in punt C?
A
12 A
B
2 A
C
4 A
D
6 A
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de stroomsterkte in punt I?
A
100 mA
B
250 mA
C
550 mA
D
450 mA
Slide 23 - Quizvraag
Je kunt uitleggen wat een wisselschakeling is en hoe wisselschakelaars werken. (PLUS)