3h BME - les 1 woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom bij Nederlands

VERWACHTINGEN

• Je hebt elke les jouw spullen bij je. 
• Je werkt netjes en overzichtelijk. 
• Jouw huiswerk is altijd af. 
• Je stelt vragen waar jij dit nodig hebt. 

GEDRAG

• Hanteren van de normale schoolregels
• Bij binnenkomst je mobiele telefoon in je tas of in de telefoontas 
• Bij binnenkomst meteen je boek en schrift op tafel
• Een eigen leesboek mee als dat wordt gevraagd (ik zet dat in Magister)
• Als er iemand aan het woord is, ben je stil en luister je
• Als je iets wil vragen, steek je hand op

Doelen van vandaag

We leren elkaar een beetje kennen

We ontdekken wat je nog weet van woordsoorten

Ik mis geen enkele race van de Formule 1

Ik ben een enorme chaoot

Ik heb 2 hele lieve katten in huis

Ik hou van tuinieren

Ik kan fantastische taarten bakken, bakken is dan ook mijn grootste hobby.

Ik heb drie jaar lang Spaanse les gehad, maar omdat ik bijna nooit mijn huiswerk maakte spreek ik maar een paar woorden Spaans.

Ik ben een rekenwonder

Ik heb een talenknobbel

Ik ben een sportieveling

Ik sport liever via mijn gameconsole

Ik ben in de zomervakantie naar het buitenland op vakantie geweest.

Ik heb de zomervakantie in Nederland gevierd.

Er is niemand die kookt vanavond, wat doe je:

Ik kook zelf wel

Er is niemand die kookt vanavond, wat doe je:

Ik haal een patatje

Oké, Nederlands dan...

Woordsoorten

Spelling

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Wijs de znw aan

De plantenwinkel in Amsterdam verkoopt  100 plantensoorten en is eigendom van de oom van Rafael.

Wijs de znw aan

De plantenwinkel in Amsterdam verkoopt  100 plantensoorten en is eigendom van de oom van Rafael.

mensen, dieren, dingen, namen

Je kunt er altijd een lidwoord voor zetten

Welke lidwoorden ken je?

Bijvoeglijk naamwoord

woorden benoemen

kies uit: 

werkwoord (ww)

lidwoord (lw)

bijvoeglijk naamwoord (bnw)

zelfstandig naamwoord (znw)

De stoelen staan op de tafels.
stoelen =

1. ww
2. lw
3. znw
4. bnw

Deze telefoon maakt haarscherpe foto's.
haarscherpe =

1. ww
2. lw
3. bnw
4. znw

De les duurt precies 45 mintuen.
de =

1. ww
2. lw
3. bnw
4. znw

Ik loop wel naar school.
loop =

1. ww
2. lw
3. bnw
4. znw

Het droevige nieuws staat in alle kranten.
droevige =

1. ww
2. lw
3. bnw
4. znw

Zet jullie fietsen alsjeblieft niet tegen het raam?
fietsen =

1. ww
2. lw
3. bnw
4. znw

Het kleine meisje speelt met haar poppen.
het =

1. ww
2. lw
3. bnw
4. znw

Feestje - kastje

wie biedt!

bezittelijk voornaamwoord

Weet je het nu? Schrijf de zin op

Ik heb een zwarte kledingkast naast mijn bureau staan.

Benoem elk woord in deze zin.