2.5 celdeling

starttaak bs5 'celdeling'
1. Neem de leerdoelen (blz. 123) over in je zuidschrift:
- Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt.
- Je kunt de kenmerken van stamcellen noemen.

2. Kom in deze LessonUp. Sluit alle andere tabbladen.

timer
5:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

starttaak bs5 'celdeling'
1. Neem de leerdoelen (blz. 123) over in je zuidschrift:
- Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt.
- Je kunt de kenmerken van stamcellen noemen.

2. Kom in deze LessonUp. Sluit alle andere tabbladen.

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

planning
  1. Quiz: organen en cellen                           10
  2. Theorie bs5: celdeling                              15
  3. Opdrachten maken                                    10 
  4. Leseinde                                                           5

Slide 2 - Tekstslide

Zie je één of meer cellen?
A
1 plantaardige cel
B
meerdere plantaardige cellen
C
1 dierlijke cel
D
meerdere dierlijke cellen

Slide 3 - Quizvraag

Waarmee hangt de vorm van een cel samen?
A
met cytoplasma
B
met de functie
C
met het tijdstip
D
met het aantal cellen

Slide 4 - Quizvraag

Welke drie onderdelen heeft een dierlijke cel?
A
celkern, celplasma, celmembraan
B
celwand, celkern, celplasma
C
celkern, bladgroenkorrels, celplasma
D
vacuole, bladgroenkorrels, celwand

Slide 5 - Quizvraag

Welke onderdelen van
deze plantaardige cel komen
ook bij dierlijke cellen voor?
A
1, 2 en 5
B
1, 3 en 5
C
2, 3 en 6
D
2, 5 en 6

Slide 6 - Quizvraag

Wat weet je nog over chromosomen?

Slide 7 - Woordweb

Hoeveel chromosomen zitten er in 1 celkern?
A
46
B
4600
C
23
D
23 paar

Slide 8 - Quizvraag

Waar bevindt zich jouw DNA?
De informatie met erfelijke eigenschappen?
A
In alle cellen van je lichaam
B
alleen in de cellen die het nodig hebben
C
In je bloed
D
In je haar

Slide 9 - Quizvraag

In welke cellen is de informatie opgeslagen over jouw oogkleur?
A
alleen in je oogcellen
B
alleen in je hersencellen
C
alleen in je bloedcellen
D
in al je cellen

Slide 10 - Quizvraag

Sanne heeft blond haar. Ze verft haar haar blauw. Welke informatie zit er in een spiercel van Sanne?
A
Informatie over de blauwe haarkleur
B
Informatie over de blonde haarkleur
C
Informatie over blonde en blauwe haarkleur
D
Informatie over haar spier en niet het haar

Slide 11 - Quizvraag

Met welke letters worden de basen in het DNA aangegeven?
A
ABCD
B
ATSV
C
ACTI
D
ATCG

Slide 12 - Quizvraag

Waar heeft je lengte mee te maken?
A
alleen met je DNA
B
alleen met wat je eet
C
met je DNA en wat je eet

Slide 13 - Quizvraag

Welk onderdeel van de microscoop zie je op deze afbeelding?
A
Oculair
B
Diafragma
C
Statief
D
Revolver

Slide 14 - Quizvraag

Aan welk onderdeel van de microscoop zitten de objectieven vast?
A
Revolver
B
Tubus
C
Preparaatklem
D
Lamp

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet het afgebeelde
onderdeel van de microscoop?
A
objectief
B
oculair
C
revolver
D
tubus

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video


Huisstof bestaat voor een groot deel uit dode huidcellen. Hoe komt het dat je huid niet op raakt, denk je?

Slide 18 - Open vraag

chromebook half-dicht
Zuidschrift open!

Slide 19 - Tekstslide

Waarom worden in je lichaam nieuwe cellen gemaakt?
- groei

Waarom worden er nieuwe cellen aangemaakt?
Groeien
Herstel
Vernieuwing

Slide 20 - Tekstslide

Celdeling
het splitsen van een cel in twee nieuwe cellen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Celdeling
  1. Moedercel
  2. Kerndeling
  3. Celdeling --> 
  4. Dochtercellen
  5. Plasmagroei

Slide 23 - Tekstslide

Celdeling
  • Elk chromosoom in de celkern wordt gekopieerd
  • Dan ontstaan 2 kernen
  • Daarna deelt de cel zich.
  • Dan vindt plasmagroei plaats.

Slide 24 - Tekstslide

Celdeling 

  • Bij elke celdeling worden eerst de chromosomen gekopieerd. 
  • Alle cellen in je lichaam bevatten dezelfde erfelijke informatie. 

Slide 25 - Tekstslide

De celcyclus
Celcyclus

Slide 26 - Tekstslide

De celcyclus
gespecialiseerde cel:
een cel met een bepaalde functie 

(bijv. huidcel, spiercel, bloedcel)

Slide 27 - Tekstslide

chromebook open!
LessonUp Quiz!

Slide 28 - Tekstslide

Wat is celdeling?
A
vorming van nieuwe cellen
B
vorming van nieuw DNA
C
vorming van nieuwe erfelijke eigenschappen
D
vorming van een nieuw leven

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een moedercel net voor de celdeling?
A
46
B
23
C
92

Slide 30 - Quizvraag

Kerndeling
celdeling
plasmagroei
dochtercel
moedercel

Slide 31 - Sleepvraag

chromebook in je tas.
Boek open (blz. 125)!

Slide 32 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 33 - Tekstslide

Stamcellen
Kunnen zich oneindig delen
Specialiseren zich na deling
embryonale stamcellen
Embryo ( nog niet geboren kind)
kunnen nog alles worden

Slide 34 - Tekstslide