Verwijswoorden. volgorde tekst, signaalwoorden, belnagrijk/onbelangrijk

In deze les oefenen we een paar dingen die handig zijn om beter begrijpend te kunnen lezen 
Iets afleiden uit de tekst 
Verwijswoorden
Volgorde van tekst
Signaalwoorden
Belangrijk/onbelangrijk
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

In deze les oefenen we een paar dingen die handig zijn om beter begrijpend te kunnen lezen 
Iets afleiden uit de tekst 
Verwijswoorden
Volgorde van tekst
Signaalwoorden
Belangrijk/onbelangrijk

Slide 1 - Tekstslide

Er staan twee blondjes voor het verkeerslicht.
Als het licht groen wordt, zegt het ene blondje: "Het is groen."
Antwoordt het andere blondje: "Een kikker!"






In bovenstaande mop denkt het 'andere blondje' dat het 'ene blondje' haar een raadsel vertelt. Ze bedoelt echter, dat het verkeerslicht groen is en ze door kunnen rijden. Dat kun je opmaken (of afleiden) uit de zin: Er staan twee blondjes voor het verkeerslicht.

Iets afleiden uit de tekst betekent: je begrijpt iets, dat er meestal niet letterlijk staat.
Je moet een beetje kunnen doordenken.

Slide 2 - Tekstslide

Tekst:
Plotseling vloog ik naar voren uit mijn stoel. Mijn gordel knelde mijn keel af. Het leek of de auto in één klap stil stond. Oom Bert stapte uit en stoof op de donkerrode auto af, die tegen ons aan was gebotst. Hij trok het portier open en greep de man bij zijn nek. "Ben je blind of zo?" brieste hij.

Welke info kun je afleiden uit deze tekst?
A
De bestuurder van de donkerrode auto is blind
B
Een ongeluk zit in een klein hoekje
C
Oom Bert kan erg opvliegend zijn
D
Autorijden is gevaarlijk

Slide 3 - Quizvraag


Verbijsterd keek ik naar mijn oom. De bestuurder van de donkerrode auto bleef gelukkig kalm. "Laten we een schadeformulier invullen," stelde hij voor.

Welke informatie leid je uit deze tekst af?

A
De ik-persoon is niet gewend, dat oom Bert zich zo gedraagt
B
Je moet nooit onverzekerd op pad gaan
C
Bestuurders van donkerrode auto's zijn meestal rustig
D
Je moet een pen bij je hebben in de auto

Slide 4 - Quizvraag

Onthoud: wat niet LETTERLIJK in de tekst staat kun je er soms uit AFLEIDEN
c

Slide 5 - Tekstslide

Ook handig bij begrijpend lezen: verwijswoorden
Wat zijn dat?

Slide 6 - Open vraag

De kinderen in mijn groep hebben gestemd. De meesten stemden voor.

 Met het woord meesten wordt bedoeld: de meeste kinderen. De tekst zou een beetje saai worden, als het woord kinderen steeds herhaald werd. 


Het woord meesten noemen we een verwijswoord: het verwijst naar de kinderen in mijn groep.

Slide 7 - Tekstslide

Zoek uit waar de GROOT GESCHREVEN verwijswoorden naar verwijzen.
Vorig jaar gingen we een kitten halen op een boerderij. Het sneeuwde.. Ik herinner me DEZE GEBEURTENIS nog heel goed, omdat ik toen zo blij was.
A
de boerderij
B
het ophalen van de kitten
C
hoe blij ik was
D
dat het sneeuwde

Slide 8 - Quizvraag

De duikers zwommen naar de gezonken bootjes. ZE zochten naar drenkelingen.
A
de duikers
B
de bootjes
C
de drenkelingen
D
het meer

Slide 9 - Quizvraag

De duikers zwommen naar de gezonken bootjes. ZE lagen op de bodem van het meer.
A
het meer
B
de duikers
C
de drenkelingen
D
de bootjes

Slide 10 - Quizvraag

De volgorde bepalen is in een verhaal ook erg belangrijk. Oefen met deze HUSSELZINNEN
Van de bonen wordt cacaoboter gemaakt
Chocola wordt gemaakt van cacaobonen
Die vruchten komen uit de cacaoboom
Tot slot wordt suiker en melk toegevoegd

Slide 11 - Sleepvraag

Naast hem speelde iemand harde muziek
Als je kiespijn hebt ga je naar de tandarts
Dan kon je het gegil niet horen!
Vroeger heette dat de tandentrekker.Die werkte gewoon op straat

Slide 12 - Sleepvraag

Het laatste wat we gaan bespreken vinden jullie vaak het moeilijkste..
SIGNAALWOORDEN

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
echter
maar
ook
nadat
daarnaast
terwijl

Slide 15 - Sleepvraag

Zoek de juiste combinaties van verbanden en signaalwoorden
Voorbeeld
Opsomming
Volgorde van tijd
bovendien, ook
terwijl, vervolgens
zoals, neem nou

Slide 16 - Sleepvraag

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
timer
1:00
maar, daarentegen
Bijvoorbeeld, neem nou
Ten eerste, als laatste, ABC
Eerst, vervolgens, daarna
Doordat, waardoor
Tijdsvolgorde
Oorzaak- gevolg
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld

Slide 17 - Sleepvraag

Zoek in de volgende zinnen steeds het signaalwoord
1. Ik durf eigenlijk niet, maar ik doe het toch

Slide 18 - Open vraag

2. Veel oudere mensen zijn door de vrieskou ziek geworden.

Slide 19 - Open vraag

3. Ik houd niet van vechten, dus ik doe niet mee.

Slide 20 - Open vraag

4. Sinds ik op turnen zit, ben ik een stuk leniger.

Slide 21 - Open vraag

De laatste..
5. Hoewel het niet mag, pak ik toch een kroket.

Slide 22 - Open vraag

Er zijn bij Begrijpend lezen nog meer dingen handig:

-schema's maken
-mindmap maken
-belangrijk / onbelangrijk oefenen.
En dat laatste is onze allerlaatste oefening van vandaag..

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn in het volgende bericht de TWEE belangrijkste woorden
Schrijf ze vast even op.........op een blaadje.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

De TWEE belangrijkste woorden waren
A
quadrans , experts
B
quadrans, horloge
C
quadrans, museum
D
horloge, bodemlaag

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide