§4.7 - Meewerkend voorwerp

HV1 - 13 april 
§4.7 - meewerkend voorwerp
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

HV1 - 13 april 
§4.7 - meewerkend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kan je het meewerkend voorwerp herkennen en aanwijzen in een zin.

We herhalen hiervoor: PV, WG/NG, O, LV

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een persoonsvorm?

Slide 3 - Open vraag

De leraar deelde de slecht gemaakte toets uit aan de leerlingen.
Wat is de pv?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een WG en een NG?

Slide 5 - Open vraag

NG of WG? En noem ook de woorden die het gezegde noemen:
De leraar deelde de slecht gemaakte toets uit aan de leerlingen.

Slide 6 - Open vraag

Wat is een Onderwerp?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het Onderwerp?
De leraar deelde de slecht gemaakte toets uit aan de leerlingen.

Slide 8 - Open vraag

Wat is een lijdend voorwerp?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?
De leraar deelde de slecht gemaakte toets uit aan de leerlingen.

Slide 10 - Open vraag

Dus:
pv = werkwoord dat verandert als je de zin verandert van tijd of getal
WG = geeft aan wat iets/iemand doet
NG = geeft aan wat iets/iemand is
O = degene die de handeling uitvoert 
LV = iets/iemand die de handeling ondergaat

Slide 11 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp is iets/iemand die meewerkt met het onderwerp
Vaak ontvangt het meewerkend voorwerp het lijdend voorwerp van het onderwerp.
Je kunt het meewerkend voorwerp op 2 manieren vinden.

Slide 12 - Tekstslide

Ik geef mijn tante een cadeau.
ik | geef | mijn tante | een cadeau

1. Door de vraag: aan/voor wie/wat + wg + o + lv?

2. Met de aan/voor-proef
> als het zinsdeel begint met aan of voor en je kan het weglaten
> als je aan of voor voor het zinsdeel kan zetten

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het meewerkend voorwerp?
De leraar deelde de slecht gemaakte toets uit aan de leerlingen.

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag
Kijk in magister.me bij '2 - Grammatica zinsdelen (§4.7!)' welke opdrachten je moet maken.

Slide 15 - Tekstslide