Die vervelende jongen geef ik een harde schop!
pv: tijdproef/vraagproef > geef
ow: wie/wat + pv? > wie/wat geeft? > ik
wg: alle werkwoorden > geef
lv: wie/wat + wg + ow? > wie/wat geef ik? > een harde schop
mv: aan wie + wg + ow + lv? > aan wie geef ik een harde schop? > die vervelende jongen