werk tijdens de summatives speaking - deel 3

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Weet je nog?
Zwakke werkwoorden
blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.
bijvoorbeeld: ik dans - ik danste - ik heb gedanst

Slide 2 - Tekstslide

sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden
hebben de kracht om in de verleden tijd van klank (=sound) te veranderen.
bijv: ik loop- ik liep - ik heb gelopen
ik snijd - ik sneed - ik heb gesneden

Slide 3 - Tekstslide

Welke sterke werkwoorden
ken je?

Slide 4 - Woordweb

Sterk of zwak?

DENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Lopen
Eten
schrijvenn
Kijken
Voetballen
maken

Slide 6 - Sleepvraag


A
ik ging
B
ik heb gegeten
C
wij hebben gelopen
D
ik ben

Slide 7 - Quizvraag

We gaan oefenen op de sterke werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

lopen

Wij zijn naar de bakker .....
A
geliept
B
gelopen
C
geloopt
D
geverlopen

Slide 9 - Quizvraag

roepen

De jongens hebben hun vriend .....
A
geroept
B
geroepen

Slide 10 - Quizvraag

slapen

Zij heeft de hele nacht niet ....
A
geslapen
B
sliepen
C
geslaapen
D
gesliept

Slide 11 - Quizvraag

schrijven

Zij heeft een hele tekst ....
A
geschrijven
B
geschreven

Slide 12 - Quizvraag

eten
Ik heb ..... .
A
gegeten
B
geeten

Slide 13 - Quizvraag

kijken

Hij heeft een film ...
A
gekijken
B
gekijkt
C
gekeken

Slide 14 - Quizvraag

drinken

Het kind heeft veel ...
A
gedrinkt
B
gedrinken
C
gedronken
D
gedronkt

Slide 15 - Quizvraag

krijgen

De oude vrouw heeft gisteren veel geld ....
A
gekrijgt
B
gekregen
C
gekrijgen
D
gekrijgd

Slide 16 - Quizvraag

lachen

Er werd veel ....
A
gelacht
B
gelachen
C
gelachd
D
geworpen

Slide 17 - Quizvraag

klaar?
Heb je "werk tijdens de summative speaking" deel 1, 2 en 3 klaar?

Volgende opdracht:
Maak een stripverhaal (=cartoon) in je schrift. Bedenk zelf het verhaal. Gebruik sterke en zwakke werkwoorden in de tekstballonnen.

Slide 18 - Tekstslide