- Je kunt beschrijven hoe een gevoelszenuwcellen, schakelcellen en bewegingszenuwcellen werken en waar ze zich bevinden.
- Je weet wat de route is van een reflex
- Je weet wat de route is van een bewuste reactie
Slide 3 - Tekstslide
Vul het ontbrekende woord in:
In de zintuigcellen ontstaan ............. (1) nadat een ............. (2)de drempelwaarde heeft bereikt.
Via z.............(3) worden deze via het ruggenmerg naar de ............ (4) vervoert.
De ..............(5) verwerken de i..............(6)
Er ontstaan een i...............(7) in de hersenen.
Deze worden terug via het r..............(8) vervoert naar een s..............(9). Vervolgens trekken deze zich samen -> ze pakt de bonbon en brengt het naar de mond!
Slide 4 - Tekstslide
In de zintuigcellen ontstaan impulsen (1) nadat een prikkel (2)de drempelwaarde heeft bereikt.
Via zenuwen (3) worden deze via het ruggenmerg naar de hersenen(4) vervoert.
De hersenen(5) verwerken de impulsen (6)
Er ontstaan een impuls(7) in de hersenen.
Deze worden terug via het ruggenmerg.(8) vervoert naar een spier(9). Vervolgens trekken deze zich samen -> ze pakt de bonbon en brengt het naar de mond!
Slide 5 - Tekstslide
Schrijf de functie op van
- Prikkel
- Impuls
- Drempelwaarde
timer
1:00
Slide 6 - Tekstslide
Centrale zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel = ruggenmerg + de hersenen
Slide 7 - Tekstslide
(Centrale) zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel bestaat dus uit:
hersenen
ruggenmerg
Het zenuwstelsel bestaat uit:
centrale zenuwstelsel
zenuwen
Slide 8 - Tekstslide
Ruggenmerg
Ruggenmerg verbindt veel zenuwen met de hersenen.
Slide 9 - Tekstslide
3 soorten zenuwcellen
Gevoelszenuwcel
Geeft een impuls door van een zintuig naar het centraal zenuwstelsel
Schakelcel
Geleid een impuls binnen het centraal zenuwstelsel
Bewegingszenuwcel
Geleid een impuls van het centraal zenuwstelsel naar een spier of klier
afbeelding 27
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Bij het reageren op prikkels kunnen impulsen via verschillende wegen door het zenuwstelsel worden voort geleid...
Slide 12 - Tekstslide
(1) Bewuste reactie
Slide 13 - Tekstslide
Bewuste reactie: Gaan er eerst impulsen van je zintuigen naar je hersenen. Je wordt je bewust van de prikkels die je zintuigen opvangen.
Slide 14 - Tekstslide
(2) Reflex
Slide 15 - Tekstslide
Reflex: Bij een reflex gaan de impulsen niet via hersenen.
Een vaste, snelle, onbewuste reactie op een prikkel.
Slide 16 - Tekstslide
Bouw zenuwcel
Slide 17 - Tekstslide
Zenuw
Een zenuw is opgebouwd uit zenuwcellen. Langs de zenuwcellen gaan impulsen.
Een zenuwcel heeft een cellichaam met een korte en lange uitloper.
Een zenuw is een bundel van de lange uitlopers van zulke zenuwcellen.