Sondevoeding en neus maagsonde

NEUS-MAAGSONDE
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

NEUS-MAAGSONDE

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Na deze les weet je hoe je een neus/maagsonde moet verzorgen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sondevoeding
Sondevoeding = vloeibare voeding via een speciale katheter in de maag of darm. 

Deze speciale katheter noemen we een sonde

De voeding kan dus alle voedingsstoffen bevatten die de zorgvrager dagelijks nodig heeft.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedsel 

  1. Mondholte.
  2. Keelholte.
  3. Strottenhoofd.
  4. Slokdarm.
  5. Maag.
Lucht 

  1. Neusholte of mondholte.
  2. Keelholte.
  3. Strottenhoofd.
  4. Luchtpijp.
  5. Longen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neus-maagsonde

Slide 5 - Tekstslide

Neusmaagsonde inbrengen is een voorbehouden handeling> Bevoegd en bekwaam zijn

De neusmaagsonde wordt via de neus en slokdarm naar de maag opgevoerd.
Redenen om een sonde in te brengen

  • Slikproblemen
  • Voor onderzoek
  • Spoelen van de maag
  • Geven van medicijnen
  • Voedingstekorten aanvullen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties voor een voedingssonde
  • Ouderdom (verslikking, verminderde hoestreflex, kunstgebit)
  • Beschadigde zenuwen (herseninfarct, MS en Parkinson)
  • Kanker (mond/keel/slokdarm/maag)
  • Medicijnen (sufheid, droge mond, verminderde eetlust)
  • Zwakte/verminderde eetlust door bijv. ziekte, ziekenhuisopname
  • Anorexia

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties
  • diarree;
  • een verstopte sonde;
  • obstipatie;
  • reflux; het sluitspiertje tussen de slokdarm en de maag vaker open, waardoor de zure maaginhoud terugstroomt in de slokdarm.
  • aspiratie; hoesten, verkleuren en benauwd worden
  • misselijkheid en braken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inbrengen neus-maagsonde
  • Voorbehouden handeling
  • Alleen door BIG-geregistreerde verpleegkundige of een arts
  • Altijd in opdracht van een arts!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties bij het inbrengen van een sonde
  • Sonde ligt in de longen.
  • Weerstand bij het inbrengen.
  • Braakneigingen/hoestprikkels.
  • Opkrullen van de sonde.
  • Geen maagsap bij optrekken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties bij gebruik sondevoeding
  • Beschadigingen maagslijmvlies
  • Reflux (opkomend maagzuur door niet goed sluitend maagklepje)
  • Aspiratiepneumonie
  • Ontstekingen
  • Decubitus neusvleugel/oor 
  • Mondproblemen (goede mondhygiëne)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten neus-maagsondes
  • Neus-maagsonde (plaatsing door vpk of arts)
  • Neus-duodenumsonde (plaatsing door arts)Deze sonde ligt in de twaalfvingerige darm, ook wel het duodenum;
  • Neus-jejunumsonde (plaatsing door arts)Deze sonde ligt in het tweede gedeelte van de dunne darm. Dit noemen we het jejunum.

Slide 13 - Tekstslide

Duodenum, jejunum zijn onderdeel van de dunne darm, zie volgende dia voor een sleepvraag hierover
Soorten sondes
Neus-maagsonde : Via neus/keel in de maag 

PEG-sonde (Percutane Endoscopische Gastronomie) : Via buikwand in de maag (arts)

PEG-J-sonde (Percutane Endoscopische Jejunostoma): Via buikwand en via de maag in de dunne darm (arts)

Jejunum sonde : Via de buikwand direct in de dunne darm (arts)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kant-en-klare sondevoeding
sondevoeding in poedervorm

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toediening via voedingspomp
Toediening via spuit (bolus)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten bij het geven van sondevoeding
  • Juiste patiënt.
  • Juiste sondevoeding.
  • Controleer de houdbaarheidsdatum.
  • Zakken 24 uur houdbaar en glazen flessen max. 8 uur wanneer deze opengemaakt zijn.
  • Temperatuur.
  • Na openen datum en tijd noteren.
  • Situatie van de zorgvrager.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten:
- Voorbehouden handeling!
- Controleer of de sonde in de maag ligt: PH meting (5,5)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PH
Zowel vóór als ná het controleren van de ligging van de sonde wast de verpleegkundige zijn/haar handen;
Het dopje van de sonde wordt verwijderd waarna de spuit op de sonde wordt gedraaid;
Wanneer de spuit aan de sonde is gekoppeld, trekt de verpleegkundige met de spuit een kleine hoeveelheid vloeistof uit de maag op;
De spuit wordt van de sonde gekoppeld;
De verpleegkundige zal een kleine hoeveelheid van de opgetrokken vloeistof op het pH-indicatiepapier druppelen. Als de pH-waarde 5,5 of lager is, ligt de sonde op de juiste positie in de maag. Als dit het geval is, wordt de sonde doorgespoeld met 20-50 ml lauw water en het dopje wordt weer teruggeplaatst op de sonde.
Wanneer de pH-waarde hoger is dan 5,5, zal de verpleegkundige aanraden voorlopig te stoppen met de sondevoeding en/of medicatie. Hij of zij zal de pH-waarde opnieuw controleren binnen 30-60 minuten. Wanneer de pH-waarde nog steeds hoger is dan 5,5 is het mogelijk dat de sonde niet goed ligt. De verpleegkundige zal dan mogelijk de sonde opnieuw moeten plaatsen. Het is belangrijk dat  tot die tijd geen sondevoeding of vloeistoffen meer toegediend worden via de sonde.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies