Par 7.3

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Par 7.3

Bestuiving

Lesplanning

Doel

vorige les

uitleg

zelfstandig werken

Les afsluiten

Doel

De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden uitleggen hoe bestuiving bij bloemen werkt.

De ........................... zijn de groene delen van de bloem.

1. Meeldraden
2. Kroonbladeren
3. Zaadbeginsel
4. Kelkbladeren

De meeldraden zijn de ............................................................... van een bloem.

1. Mannelijke voortplantingsorganen
2. Vrouwelijke en mannelijke voortplantingsorganen
3. In de knop zit stuifmeel
4. Dat zijn de kroonbladeren

Insectenbloemen

Veel bloemen lokken insecten met opvallend gekleurde bloemen. Deze bloemen heten insectenbloemen.

Windbloemen

Insectenbloemen zorgen de insecten voor de bestuiving.

Bij andere bloemen zorgt de wind voor bestuiving.

Hiernaast zie je een tekening van gras. De wind blaast de stuifmeel weg, hierdoor komt het stuifmeel overal terecht. Stuifmeelkorrels van een meeldraad van een grasbloem komen terecht op de stempel van andere grasbloemen. De wind heeft dan voor de bestuiving gezorgd.

Windbloemen lokken geen insecten aan, de bloemen vallen niet op.

Windbloemen hebben gene opvallen de kleuren en geen nectar.

Bestuiving

Als de stuifmeelkorrels van een 

bloem terecht komen op de stempel 

van een andere bloem van de zelfde 

soort, dan is er bestuiving.

Tussen bloemen van verschillende 

soorten is er geen bestuiving.

Kenmerk 

Insectenbloemen kun je makkelijk herkennen aan hun kenmerken.

Opvallend gekleurde bloemen zijn een kenmerk van insecten bloemen.

Windbloemen hebben lange meeldraden die buiten de bloem hangen.

Hierdoor kan de wind het stuifmeel makkelijk wegblazen.

Stempels van de bloemen zijn groot, ze lijken op veren van vogels. Hierdoor kunnen de gemakkelijk stuifmeelkorrels opgevangen. Door de lange meeldraden en de grote stempels is de kans op bestuiving groter.

Zelfstandig werken

Opdracht 11, 12

Blz. 140 t/m 143

Les afstuiting

Doel

Wat ging er goed tijdens de les.

Wat kan er een volgend les beter?