LE 27 les 3

LE 27 les 3
Acute en chronische pancreatitis

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LE 27 les 3
Acute en chronische pancreatitis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Leerdoelen
Herhalen
Theorie
Opdracht
Evaluatie
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattingen
Wie heeft er een samenvatting gemaakt van les 1?

Wie heeft er een samenvatting gemaakt van les 2? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levercirrose kent 3 stadia. Wat houden deze 3 in?

Slide 5 - Open vraag

Stadium A: het beginstadium. Dit stadium is in principe nog omkeerbaar. Dit betekent dat de littekenvorming langzaam minder wordt als de achterliggende oorzaak van de leverziekte wordt weggenomen.

Stadium B is ernstiger dan A en is niet omkeerbaar

stadium C is zeer ernstig. Stadium C is niet omkeerbaar. In een vergevorderd stadium is een levertransplantatie de enige mogelijke behandeling en de enige kans op genezing.
Welke klachten zijn het gevolg van portale hypertensie?
A
Hoofdpijn en misselijk
B
slokdarmspataderen en vrij vocht in de buik
C
Jeuk en geel zien
D
verminderde eetlust en pijn in de bovenbuik

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pancreas
Diep verstopt in de buik
Endocriene en 
exocriene functie. 

Zoek op: wat doen insuline 
en glucagon. Amylase en
lipase? 


Slide 8 - Tekstslide

De pancreas produceert twee hormonen: insuline en glucagon. Samen houden ze de concentratie van glucose in het bloed (bloedsuiker) binnen grenzen.
Insuline wordt afgegeven bij een hoge bloedsuikerconcentratie, zoals die optreedt tijdens en na een maaltijd. Insuline verlaagt de bloedsuiker. Onder invloed van insuline nemen cellen namelijk meer glucose op. Glucagon werkt omgekeerd. Glucagon wordt afgegeven bij een lage bloedsuiker en verhoogt de bloedsuiker. Dat gebeurt doordat glucagon in spier- en levercellen glucose vrijmaakt uit de opgeslagen glycogeenvoorraad (keten van glucose). De vrijgekomen glucose gaat vervolgens naar het bloed.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acute pancreatitis
Teken een plaatje met daarin het spijsverteringskanaal. 
Geef duidelijk aan waar de pancreas zijn sappen laat
Geef duidelijk aan waar de galwegen uitkomen

Benoem onderdelen in het latijn! 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acute pancreatitis
Hoe ontstaat een acute pancreatitis?

Wat zijn de klachten (symptomen)? 

Hoe stel je het vast? 

Slide 12 - Tekstslide

Verstopping van de afvoergang van de alvleesklier door galstenen (40%)
Overmatig alcoholgebruik (30%)
Onbekende oorzaak (20%), dit wordt idiopathische alvleesklierontsteking genoemd
Bij de overige 10% kan de ontsteking een gevolg zijn van een complicatie van een ERC of endo-echografie onderzoek, het gebruik van bepaalde medicijnen, een familiaire aanleg, een operatie, een ongeval waarbij de alvleesklier beschadigd raakt, een doorbloedingsstoornis, een stofwisselingsziekte, een virusinfectie, of een tumor in (de buurt van) de alvleesklier

De meest kenmerkende klacht is acute en hevige buikpijn. De pijn kan uitstralen naar de rug, linkerzij en schouder. Bijkomende klachten zijn misselijkheid, braken, koorts en een versnelde ademhaling

Bloedonderzoek, echo, CT en Rontgen
Chronische pancreatitis
Hoe ontstaat een chronische pancreatitis?

Wat zijn de klachten (symptomen)?




Slide 13 - Tekstslide

Als de ontsteking van de alvleesklier niet geneest maar langdurig aanwezig blijft, of telkens weer terugkomt, is er sprake van chronische alvleesklierontsteking. Door de chronische ontsteking gaat de functie van de alvleesklier steeds verder achteruit. Het gezonde alvleesklierweefsel wordt aangetast en vervangen door littekenweefsel. Dit proces zorgt voor een verminderde werking van de alvleesklier. Ook ontstaan er door de ontsteking vaak kleine kalkstenen. Deze kunnen de afvoergang van de alvleesklier verstoppen (obstructie). Zo’n verstopping kan (ernstige) pijnklachten geven
Opdracht
Tabel invullen
Alleen, in stilte
Internet, ZorgPad
20minuten

Eerder klaar? 
Begin met het maken van een samenvatting

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
Zie word

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

het verschil tussen een acute en chronische pancreatitis is..?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je iets mag veranderen aan deze lessen, wat zou je dan willen veranderen?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Mail mij 2 vragen die over deze les gaan
jongejanmeijerr@talnet.nl

Maak een samenvatting van deze les

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies