LE 27 les 3

LE 27 les 3
Acute en chronische pancreatitis

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

LE 27 les 3
Acute en chronische pancreatitis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Leerdoelen
Herhalen
Theorie
Opdracht
Evaluatie
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levercirrose kent 3 stadia. Wat houden deze 3 in?

Slide 4 - Open vraag

Stadium A: het beginstadium. Dit stadium is in principe nog omkeerbaar. Dit betekent dat de littekenvorming langzaam minder wordt als de achterliggende oorzaak van de leverziekte wordt weggenomen.

Stadium B is ernstiger dan A en is niet omkeerbaar

Child Pugh stadia
De ernst van de levercirrose wordt ingedeeld in stadia, de zogenaamde Child Pugh classificatie. De lever krijgt een rapportcijfer op basis van hoe goed hij nog functioneert en welke complicaties er zijn.

Afhankelijk van de bloeduitslagen en de al dan niet aanwezige complicaties, wordt de levercirrose ingedeeld in klasse A (score 5-6), klasse B (score 7-9) en klasse C (score 10-15). Bij klasse C is de levercirrose het meest ernstig.
stadium C is zeer ernstig. Stadium C is niet omkeerbaar. In een vergevorderd stadium is een levertransplantatie de enige mogelijke behandeling en de enige kans op genezing.
Welke klachten zijn het gevolg van portale hypertensie?
A
Hoofdpijn en misselijk
B
slokdarmspataderen en vrij vocht in de buik
C
Jeuk en geel zien
D
verminderde eetlust en pijn in de bovenbuik

Slide 5 - Quizvraag

Portale hypertensie is een toename van de druk in de poortader, die bloed van de spijsverteringsorganen naar de lever vervoert. De meest voorkomende oorzaak is levercirrose, maar trombose kan ook de oorzaak zijn. Er zijn veel oorzaken van levercirrose, maar overmatig alcoholgebruik is de meest voorkomende. Andere oorzaken zijn virale hepatitis, auto-immuun hepatitis, primaire biliaire cirrose, primaire scleroserende cholangitis en sommige stofwisselingsziekten. Portale hypertensie kan ook ontstaan als gevolg van een parasitaire ziekte, die veel voorkomt in het Midden-Oosten en delen van Zuid-Amerika. Andere aandoeningen zoals stollingsstoornissen en alvleesklieraandoeningen kunnen ook leiden tot portale hypertensie.

A
ductus pancreaticus
B
ductus hepaticus
C
ductus choledocus
D
ductus epigastricus

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bilirubine is een afbraakproduct van:
A
hemoglobine
B
hepatocyten
C
leucocyten
D
erytrocyten

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vitamine B12 speelt een belangrijke rol in vorming van rode bloedcellen. Het lichaam kan dit zelf maken. Waar?
A
in de lever
B
in de dikke darm
C
in de dunne darm
D
in de galblaas

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over de levercirrose
https://www.mlds.nl/chronische-ziekten/levercirrose/

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pancreas
Diep verstopt in de buik
Endocriene en 
exocriene functie. 

Endocrien wat was dat?
Exocrien wat was dat? 


Slide 11 - Tekstslide

Het exocrien systeem bestaat uit exocriene klieren, of afvoerklieren, die zorgen voor de excretie of uitscheiding. Het systeem werkt tegengesteld aan het endocrien systeem dat hormonen afscheidt aan het organisme zelf, aan bloed en weefselvloeistof


De pancreas produceert twee hormonen: insuline en glucagon. Samen houden ze de concentratie van glucose in het bloed (bloedsuiker) binnen grenzen.
Insuline wordt afgegeven bij een hoge bloedsuikerconcentratie, zoals die optreedt tijdens en na een maaltijd. Insuline verlaagt de bloedsuiker. Onder invloed van insuline nemen cellen namelijk meer glucose op. Glucagon werkt omgekeerd. Glucagon wordt afgegeven bij een lage bloedsuiker en verhoogt de bloedsuiker. Dat gebeurt doordat glucagon in spier- en levercellen glucose vrijmaakt uit de opgeslagen glycogeenvoorraad (keten van glucose). De vrijgekomen glucose gaat vervolgens naar het bloed.
Kijk opdracht
Maar een schema
links exocrien
rechts endocrien

Schrijf eronder wat er verteld wordt in de video

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat dan een acute pancreatitis?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acute pancreatitis
Hoe ontstaat een acute pancreatitis?

Wat zijn de klachten (symptomen)? 

Hoe stel je het vast? 

Slide 17 - Tekstslide

Verstopping van de afvoergang van de alvleesklier door galstenen (40%)
Overmatig alcoholgebruik (30%)
Onbekende oorzaak (20%), dit wordt idiopathische alvleesklierontsteking genoemd
Bij de overige 10% kan de ontsteking een gevolg zijn van een complicatie van een ERC of endo-echografie onderzoek, het gebruik van bepaalde medicijnen, een familiaire aanleg, een operatie, een ongeval waarbij de alvleesklier beschadigd raakt, een doorbloedingsstoornis, een stofwisselingsziekte, een virusinfectie, of een tumor in (de buurt van) de alvleesklier

De meest kenmerkende klacht is acute en hevige buikpijn. De pijn kan uitstralen naar de rug, linkerzij en schouder. Bijkomende klachten zijn misselijkheid, braken, koorts en een versnelde ademhaling

Bloedonderzoek, echo, CT en Rontgen
Chronische pancreatitis
Hoe ontstaat een chronische pancreatitis?

Wat zijn de klachten (symptomen)?




Slide 18 - Tekstslide

Als de ontsteking van de alvleesklier niet geneest maar langdurig aanwezig blijft, of telkens weer terugkomt, is er sprake van chronische alvleesklierontsteking. Door de chronische ontsteking gaat de functie van de alvleesklier steeds verder achteruit. Het gezonde alvleesklierweefsel wordt aangetast en vervangen door littekenweefsel. Dit proces zorgt voor een verminderde werking van de alvleesklier. Ook ontstaan er door de ontsteking vaak kleine kalkstenen. Deze kunnen de afvoergang van de alvleesklier verstoppen (obstructie). Zo’n verstopping kan (ernstige) pijnklachten geven
Opdracht
Tabel invullen
Alleen, in stilte
Internet, ZorgPad
20minuten

Eerder klaar? 
Begin met het maken van een samenvatting

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
Zie word

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

het verschil tussen een acute en chronische pancreatitis is..?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik
Crohn en collitis besturen en vragen hierover mailen naar mij
Prostaathypertrofie en prostaat carcinoom

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies