Bewegen (1)

Bewegen K0219 Gezonde Leefstijl
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Gezonde LeefstijlMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

Bewegen K0219 Gezonde Leefstijl

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Planning voor dit onderdeel
  • Terugblik op de introductie
  • Positieve gezondheid (test)
  • Beweegrichtlijnen
  • MET-waarde
  • Opdracht MET-waarde
  • Bewegen en ouder worden
  • Bewegen met een verstandelijke beperking
  • Opdracht Kroon
  • Beweegplan
  • Bewust bewegen
  • Nudging
  • Beweeggedrag
  • Activiteit Kroon
  • Coaching op eindproduct

Slide 3 - Tekstslide

Over de vorige les
Ja, ik heb nog een vraag
Nee, ik geen vraag

Slide 4 - Poll

Positieve gezondheid

Slide 5 - Tekstslide

Reflectie op jouw spinnenweb
Wat valt op als je kijkt naar jouw gezondheidsoppervlak?
Wat is voor jou belangrijk, wat zijn jouw dromen of drijfveren?
Wat wil je veranderen of meer aandacht geven?
Wat kan een eerste stap zijn?
Is er iets wat je daarbij tegenhoudt?
Wat of wie kan je helpen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Algemene richtlijnen bewegen

Slide 8 - Tekstslide

Algemene richtlijnen bewegen
Licht intensief: Je hebt geen merkbare verhoogde hartslag of versnelde ademhaling.
Matig intensief: Je hebt een verhoogde hartslag en een versnelde ademhaling.
Zwaar intensief: Je zweet en raakt buiten adem

Spierversterkende activiteiten zijn sporten en activiteiten die helpen de spieren te versterken. Bijvoorbeeld krachttraining, hardlopen, voetbal of tennis.

Dagelijkse activiteiten kunnen ook spierversterkend zijn. Bijvoorbeeld traplopen, bed opmaken en zware boodschappen tillen.

Sommige mensen lukt het niet om voldoende spierversterkende activiteiten per dag te doen. De sportschool biedt dan uitkomst in de vorm van gewichten (halters), machines met weerstand of het eigen lichaamsgewicht (opdrukken en optrekken).

Slide 9 - Tekstslide

Botversterkende activiteiten en balansoefeningen
Als je regelmatig je botten belast, houd je deze langer sterk. Zo rond het 30ste levensjaar is de dichtheid van de botten het grootst. Vanaf eind 30, begin 40 neemt de botdichtheid af.
De definitie van de Gezondheidsraad van botversterkende activiteiten is: ‘Krachttraining en activiteiten waarbij het lichaam met eigen gewicht wordt belast, zoals springen, hardlopen en dansen.’

De beweegrichtlijnen adviseren mensen vanaf 65 jaar de spier- en botversterkende activiteit aan te vullen met balansoefeningen.
Bij balansoefeningen staat het samenwerken van de spieren centraal. Een goede balans zorgt ervoor dat je je evenwicht makkelijker houdt en minder snel valt. Balansoefeningen zijn gericht op het verbeteren van je evenwicht terwijl je staat of beweegt, zoals op één been staan, voet voor voet over een lijn lopen of een voorwerp van de grond oprapen.
Denk ook aan activiteiten als yoga, ballet, pilates, of bal- en racketsporten.

Slide 10 - Tekstslide

Hulpmiddelen voor spier- en botversterkende activiteiten

Slide 11 - Tekstslide

Intensiteit van het bewegen: de MET-waarde
De MET-waarde is een meeteenheid die aangeeft hoeveel een bepaalde fysieke (lichamelijke) inspanning kost. 

Eén MET komt overeen met de stofwisseling in rust, dus de hoeveelheid energie die verbruikt wordt tijdens het stilzitten.

Hoe zwaarder de inspanning, hoe hoger de MET-waarde.
Activiteiten met een MET-waarde tussen 3 tot en met 5,9 zijn matig intensieve activiteiten.
MET-waarden van 6 of hoger zijn zwaar intensieve activiteiten.

De MET-waarde kun je gebruiken om het aantal verbrande kilocalorieën per minuut van een activiteit uit te rekenen.

De formule is: MET-waarde x 3,5 x gewicht in kilo’s : 200


Slide 12 - Tekstslide

Opdracht (10 minuten)
  • Zoek op internet hoeveel calorieën je favoriete snack heeft.
  • Zoek de MET-waarde van je favoriete (sport) activiteit (voedingscentrum)
  • Hoe lang moet je bewegen om je calorieën te verbranden?


Rekenvoorbeeld:

  • André (78 kg – Croky Bolognese 175gr – 516kcal/100gr – Hardlopen)
  • Hoeveel kcal? 8 x 3,5 x 78 : 200 = 10,92 kcal/minuut
  • 1 zak bevat 903 kcal (516 : 100 x 175) dus moet ik 83 minuten sporten om de energie van de zak chips op te heffen.


stopwatch
00:00

Slide 13 - Tekstslide

Bewegen met ouderen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Facts and figures

Slide 17 - Tekstslide

Facts and figures

Slide 18 - Tekstslide

Facts and figures

Slide 19 - Tekstslide

Facts and figures

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Meer bewegen met een verstandelijke beperking

Slide 23 - Tekstslide

Beweegrichtlijnen
mensen met een verstandelijke beperking

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Veel minder sport- en beweeggedrag
Het sport- en beweeggedrag van mensen met een verstandelijke beperking blijft achter bij de cijfers van mensen zonder beperking.

60,1% van de mensen zonder beperking sport ten minste een keer per week. Bij mensen met een verstandelijke beperking is dat slechts 35%.

Slide 26 - Tekstslide

Belemmeringen en drijfveren om te sporten
Voor mensen met een verstandelijke beperking hangen veel belemmeringen en drijfveren samen met het type en de ernst van de beperking. Voor de meesten personen geldt dat zij in meer of mindere mate afhankelijk zijn van hun sociale omgeving (ouders, familie, de woonlocatie of zorginstelling). Dus niet alleen hun eigen belemmeringen, maar ook die van hun ouders of begeleiders spelen een rol. Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak extra begeleiding nodig om te (gaan) sporten en bewegen. Deze is niet altijd beschikbaar. Ook ontbreekt zowel bij de sociale omgeving zoals ouders en begeleiders maar ook bij sportaanbieders vaak kennis over sporten en bewegen voor deze groep. Ook dat is een belemmering voor sportdeelname.

Wat betreft drijfveren: met succes sporten en bewegen kan veel bijdragen aan het zelfvertrouwen van mensen met een verstandelijke handicap. Sport- en beweegactiviteiten dragen ook bij aan het plezier en aan sociale interactie. Gezelligheid is voor mensen met een verstandelijke handicap een belangrijke reden om aan sport te doen. Hiermee verschillen hun motieven niet van die van mensen zonder een verstandelijke beperking.

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht activiteit met Kroon
Je krijgt 1 uur de tijd om een beweegactiviteit te bedenken en uit te werken voor de cliënten van Kroon.

Je bent vrij in wat voor soort activiteit je gaat doen. 
  • De activiteit duurt maximaal 30 minuten.
  • De activiteit wordt volgende les uitgevoerd.

Je mag alle materialen gebruiken binnen het KW1C.

Als er speciale wensen zijn zoals een lokaal, materialen, digitale hulpmiddelen, etc, geef dit dan aan de docent door.

Succes!

Slide 28 - Tekstslide

Volgend onderdeel volgende keer

Slide 29 - Tekstslide

Een beweegplan maken
Hoe veel beweegt jouw client?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Hoofdstuk

Slide 33 - Tekstslide

Blanco tekst

Slide 34 - Tekstslide

Twee panelen

Slide 35 - Tekstslide

Foto links

Slide 36 - Tekstslide