Vitaal Burgerschap, les 4: 19 juni

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Waar ging de vorige les over?

Hoe kun je verslaafd raken?

gezinssituatie, erfelijkheid, door werk, sociale factoren

Heb je geprobeerd bewuster om te gaan met je smartphone?

ja

nee

in het begin wel, later niet meer

Levensbehoeften

Welke levensbehoeften hebben mensen?

Vitaal les 4

Levensbehoeften

Er wordt een verschil gemaakt tussen primaire en secundaire levensbehoeften.

Primaire levensbehoeften

Zaken die je nodig hebt om te overleven.

1. Primaire biologische behoeften:

- Eten

- Drinken

- Zuurstof

2. Bestaanszekerheid:

- Veiligheid

- Woning

- Zekerheid

- Sparen/verzekeren

3. Sociale behoefte:

- Vriendschap

- Liefde

- Sociaal contact

- Saamhorigheid

4. Erkenning

- Waardering

- Zelfrespect

- Hoe denken anderen over jou

- Onderhouden van vriendschappen

5. Zelfontwikkeling

- Ontwikkelen als mens

- Lezen/schrijven

- Studeren

- Afdwingen door kleding of bepaalde leefstijl 

Wat is armoede

1. Gebrek aan geld voor primaire levensbehoeften: eten/drinken, kleding, onderdak, voorzieningen, gezondheidszorg.

2. Gebrek aan secundaire levensbehoeften.

Secundaire levensbehoeften

Zaken die je belangrijk vindt om te bezitten:

Telefoon,  bepaalde kleding, leuke baan, vrije tijd en goede vrienden

Welvaart

De mate waarin je kunt voorzien in levensbehoefte

Balans

Om in je levensbehoefte te kunnen voorzien moet je keuzes maken.
Alles wat je doet kost tijd.
Zorg dat je dus een goede balans vindt in je leven.

Voorbeeld: zorg dat je naast je werk voldoende tijd hebt om te ontspannen. Maar te veel vrije tijd maakt de mens ook niet altijd gelukkig.

Gezondheid

Om gezond te blijven is het belangrijk om goed te eten, genoeg te slapen en voldoende te bewegen.

Keuzes

Er zijn risico's aan de keuzes die je maakt.  

Bungeejumpen         Roken

Naar een dancefeest gaan              Veel drinken        Drugsgebruik

Weinig slapen                                                 Ongezonde voeding

Niet alle gevolgen merk je gelijk maar ze kunnen ook op latere leeftijd merkbaar zijn.

Keuze: Opdracht A:

Maak een mindmap met daarop de piramide van Maslov en vul deze in met voorbeelden.

Keuze: Opdracht B:

Maak op een A4-tje een schema met daarop de keuzes die jij maakt.

Zijn er gezonde of ongezonde keuzes die jij maakt en waarom?

Keuze: Opdracht C:

Wat is geluk voor jou?

Kies voor jou de drie belangrijkste factoren die bijdragen aan jouw geluk en leg uit waarom.

(d.m.v. opstel, gedicht, muziekstuk, foto's...)

Bijv. werk, geld/inkomen, familie, vrijheid, gezondheid,  geloof, vrienden.