In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5
- de gouden regel
- wat deugden zijn
- wat ondeugden zijn
Slide 1 - Tekstslide
Opdr. 15, p.90
Bij tekening 1
Hier wordt nagedacht: zou ik willen dat men mij zou slaan?
Bij tekening 2
Er wordt geconcludeerd dat een andere dit ook niet leuk vindt
Bij tekening 3
Hier wordt het besluit genomen af te zien van het slaan.
Slide 2 - Tekstslide
Opdr. 16, p.91
a) Twee voorbeelden: roddelen (1) en pesten (2)
b).Stap 1.
Vind ik het fijn als er over mij geroddeld wordt? (1)
Vind ik het fijn als ik gepest word? (2)
Stap 2.
Als ik het niet fijn vind, dan zal een ander dat ook niet fijn vinden.
Stap 3.
Dan roddel ik zelf ook niet (1). Dan pest ik zelf ook niet (2).
Slide 3 - Tekstslide
Opdr. 17a, p.91
Drie voorbeelden:
dat iemand je helpt als je je huiswerk niet snapt
dat men vriendelijk is
dat je serieus genomen wordt
Slide 4 - Tekstslide
Opdr. 17b, p.91
Stap 1 Ik wil zelf graag geholpen worden als ik mijn huiswerk niet snap, ik wil graag dat anderen vriendelijk zijn, ik graag dat anderen mij serieus nemen.
Stap 2 Dan willen ook anderen graag geholpen worden bij hun huiswerk, vriendelijk behandeld worden en serieus genomen worden
Stap 3 Daarom help ik ook een ander bij zijn huiswerk, behandel hem/haar vriendelijk, neem ik hem/haar serieus
Slide 5 - Tekstslide
Opdr. 18, p.91
a. zin 1 is positief geformuleerd, zin 2 negatief
b. zin 1 en 2 gaan alleen over mensen, zin 3 over alle levende wezens
Slide 6 - Tekstslide
Par. 5: Wat is een deugd?
we lezen samen pagina 92, bron 8
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een deugd?
A
iets dat goed is
B
iets dat je goed doet
C
een goede eigenschap
D
een goede opmerking
Slide 8 - Quizvraag
Ondeugden zijn slechte eigenschappen
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Dapperheid is een
A
deugd
B
ondeugd
Slide 10 - Quizvraag
Iemand die een keertje vriendelijk is, heeft 'vriendelijkheid' als deugd.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Wat zijn deugden precies?
A
Menselijke karakterkwaliteiten die we goed noemen
B
goede daden van mensen
C
intrinsieke persoonlijkheidstrekken
D
antwoord op de vraag: wat voor mens ben jij?
Slide 12 - Quizvraag
Een deugd is altijd positief
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Gulzig zijn is een deugd
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Bij welke deugd past dit symbool?
A
Rechtvaardigheid
B
Moed
C
Wijsheid
D
Matigheid
Slide 15 - Quizvraag
Bij welke deugd past deze afbeelding?
A
Hoop
B
Moed
C
Rechtvaardigheid
D
Geloof
Slide 16 - Quizvraag
Bij welke deugd past deze afbeelding?
A
Liefde
B
Hoop
C
Wijsheid
D
Geloof
Slide 17 - Quizvraag
Zelf aan de slag
Lezen:
Bron 8, pagina 92
Maken:
opdr. 19 en 20, pagina 92
Slide 18 - Tekstslide
Opdr. 19, p.92
Wel: Deugd is een deel van iemands karakter.
Niet: Deugd is als je iemand één keer geholpen hebt.
Wel: Deugd is een goede eigenschap.
Wel: Deugd is als iemand steeds goed handelt, bijvoorbeeld je altijd zal helpen.
Wel: Deugd is als je van iemand zegt: 'Hij/zij is eerlijk.'