In de volgende gevallen gebruik je wat:
- om te verwijzen naar het woord dat of datgene:
Dat(gene) wat je nu zegt, is onzin
- om te verwijzen naar woorden als alles, iets, niets, het enige:
Alles wat je zegt is onzin
- om te verwijzen naar de overtreffende trap:
Het leukste wat ik gedaan heb, ....
- Om te verwijzen naar een hele zin:
Gisteren heb ik gespijbeld, wat mijn ouders niet leuk vonden