Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nederlands Hfst 3 TT van de PV
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Noteer de drie lidwoorden
Slide 3 - Open vraag
Hoe vind ik de persoonsvorm in een zin?
Slide 4 - Open vraag
Hoe vind ik het onderwerp in een zin?
Slide 5 - Open vraag
Noem drie voorbeelden van een zelfstandig naamwoord
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Altijd een werkwoord!!!
Slide 8 - Tekstslide
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 9 - Link
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Ik ......(geven) het terug.
A
geef
B
geeft
C
gaf
Slide 12 - Quizvraag
Kun je de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct schrijven?
A
Ja!
B
Ja, meestal wel
C
Soms, ik vind het nog wel moeilijk
D
Nee, ik heb echt extra hulp nodig
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Hij ______________ (voetballen)
A
voetbalt
B
voetbald
Slide 14 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Hij ......(zwaaien) naar haar.
A
zwaai
B
zwaait
C
zwaaide
D
gezwaaid
Slide 15 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij bediend
B
hij bedient
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Zij ______________ (melden)
A
meldt
B
meld
Slide 17 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (bereiden) het eten voor.
A
bereid
B
bereidt
Slide 18 - Quizvraag
Wat zijn de vormen van de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
A
stam + de/te of stam + den/ten
B
stam, stam + t of het hele werkwoord
C
het hele werkwoord + d
D
alleen de stam
Slide 19 - Quizvraag
Geef de persoonsvorm tegenwoordige tijd
"Ik (werken)"
A
werk
B
werken
C
werkt
D
werkte
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Ik ______________ (redden)
A
redt
B
red
Slide 21 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Het vliegtuig (landen) ... op tijd.
A
land
B
landt
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Ik ______________ (pesten)
A
pesdt
B
pest
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
TT van de PV
2 dagen geleden
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de tt
Juni 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Herhalen voor spelling en grammaticatoets III
April 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
werkwoorden
December 2021
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Les 8 S7 pvtt
Oktober 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Tegenwoordige tijd - persoonsvorm nef 9 februari
Februari 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, mavo
Leerjaar 1,2
werkwoordspelling
Maart 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3,4
persoonsvorm tt en vt Les 2 (P3)
Februari 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2