Herhalen

Thema 5 Bewegen
Moeilijke onderdelen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 5 Bewegen
Moeilijke onderdelen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Wat werd er genoemd als lastig?
  • Lesdoelen
  • Instructie
  • Opdrachten maken
  • Les afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Wat werd er genoemd?
  1. Gemiddelde snelheid berekenen
  2. Stroboscopische foto
  3. Remweg / stopafstand bepalen

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de formule voor gemiddelde snelheid toepassen.
  • Je kunt de afstand berekenen met de formule voor gemiddelde snelheid.
  • Je kunt een afstand-tijdtabel maken van een beweging. (stroboscopische foto)
  • Je kunt de stopafstand berekenen die een auto nodig heeft om te stoppen.


Slide 4 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid berekenen


Als je de afstand invult in meters en de tijd in seconden, krijg je de gemiddelde snelheid in meter per seconde (m/s).


Als je de afstand invult in kilometers en de tijd in uren, krijg je de gemiddelde snelheid in kilometer per uur (km/h).

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Opdracht uit de oefentoets
Een schaatser rijdt de 1000 meter in 
1 minuut en 8 seconden.
 
 a Hoeveel seconden is dat?
 b Bereken de gemiddelde snelheid in 
m/s. Schrijf de hele berekening op.
Rond je antwoord af op één decimaal.
 c Reken de afgeronde snelheid van b om 
naar km/h. Schrijf de hele berekening op. 
Rond je antwoord af op twee decimalen.

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord
a 68 s
b 1000 m : 68 s = 14,7 m/s
c 14,7 m/s
    14,7 m/s x 3,6 = 52,92 km/h

Slide 9 - Tekstslide

Stroboscopische foto
Je kunt een beweging ook vastleggen door een stroboscopische foto te maken. Zo’n foto wordt gemaakt in een verduisterde ruimte, met als enige verlichting een stroboscooplamp. Dat is een apparaat dat met regelmatige tussenpozen een lichtflits geeft. De fotograaf laat de sluiter van het fototoestel tijdens de hele beweging open staan. Elke keer dat de stroboscooplamp een lichtflits geeft, wordt er een moment van de beweging vastgelegd. Alle beelden komen op verschillende plaatsen in dezelfde foto terecht. (bron: Nova)

Slide 10 - Tekstslide

Een afstand-tijdtabel maken
In de afbeelding op de vorige slide is de tijdsduur tussen twee lichtflitsen 
een halve seconde. De afstanden kun je aflezen op de meetlat. Daarbij kijk 
je steeds naar de rechterkant van de bal.
De beweging begint bij A. Dus zet je in tabel 1 bij A: tijd = 0 s en afstand 
= 0 cm.
Dan lees je de afstand af tussen A en B: 3 cm. De bal heeft dus 3 cm
afgelegd in een halve seconde. Je vult in bij B: tijd = 0,5 s en afstand 
= 3 cm.
Vervolgens lees je de afstand af tussen A en C. Je ziet dat de bal in één
seconde een totale afstand heeft afgelegd van 10 cm. Je vult in bij C: 
tijd = 1,0 s en afstand = 10 cm. (bron: Nova)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Opdracht uit de oefentoets
In het figuur hiernaast zie je een stroboscopische foto 
van een vallende bal. De tijd tussen de lichtflitsen is 
0,04 s.
 a Hoeveel keer heeft de lamp geflitst?
 b Hoeveel tijd zit er tussen het eerste en het laatste 
     beeldje van de bal? Noteer je berekening.

Slide 13 - Tekstslide

Antwoord
a 11× 2
b Berekening: 10 tussenruimtes x 0,04 = 0,40 s (let hierbij op dat je de eerste flits niet mee telt, dit is alleen het beginpunt!)

Slide 14 - Tekstslide

Stopafstand en reactie afstand
Stopafstand: De totale afstand die een voertuig nodig heeft om te stoppen
Reactie-afstand: De afstand die een voertuig tijdens de reactietijd aflegt.
Remweg: De afstand die een voertuig tijdens het remmen aflegt.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Opdracht uit de oefentoets

Slide 17 - Tekstslide

Vervolg opdracht uit de oefentoets
In het figuur op de vorige slide zie je het verband tussen de beginsnelheid, de stopafstand en de remweg.
 a Wat is de reactieafstand bij een beginsnelheid van 40 km/h?
 b Wat is de reactieafstand bij een beginsnelheid van 80 km/h?
 c Welk verband is er dus tussen de beginsnelheid en de reactieafstand?

Slide 18 - Tekstslide

Antwoord
a 10 m
 b 20 m
 c Als de snelheid 2× zo groot wordt, wordt de reactie-afstand ook 2× zo groot.

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten maken
Thema 5 Beweging
De onderstaande opdrachten zijn bij iedereen weggehaald en moeten opnieuw gemaakt worden.

Basisstof 1: Opdracht 7, 10
Basisstof. 2: Opdracht 2, 3, 4, 10
Basisstof 4: 7, 11, 13

Slide 20 - Tekstslide