Binnentreden in een woning

Binnentreden in een woning
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Binnentreden in een woning

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
Na deze les:

- Ken ik de algemene wet op het binnentreden
- Kan ik deze wet toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Noem eens een reden waarvoor de politie een woning zou betreden?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

AWBI:
Gaat alleen over het betreden van woningen!!!!!!

Bevoegdheid om een woning binnen te treden haal je uit een andere wet: Wetboek van Strafvordering.

Voorwaarden waaraan je moet voldoen staan in de AWBI.

Slide 5 - Tekstslide

Kijk eens mee naar de artikelen 96 en 55 uit het wetboek van Strafvordering.

Slide 6 - Tekstslide

Bevoegdheid om een woning binnen te treden:
Artikel 96 Strafvordering
In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, is de opsporingsambtenaar bevoegd de daarvoor vatbare voorwerpen in beslag te nemen en daartoe elke plaats te betreden.
Artikel 55 Strafvordering
Zoowel in geval van ontdekking op heeter daad als buiten dat geval kan iedere opsporingsambtenaar, ter aanhouding van den verdachte, elke plaats betreden.
Artikel 7 lid 2 Politiewet
De ambtenaar van politie, bedoeld in het eerste lid, heeft toegang tot elke plaats, voor zover dat voor het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven, redelijkerwijs nodig is.

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer is een ruimte een woning?

Slide 8 - Open vraag

Wat is een woning? Wanneer is iets een woning?
Woning:
Van de buitenwereld afgesloten plaats (dak/muren)
Privé huiselijke leven (pleegt) te leiden
Niet woongedeelte rechtsreeks te bereiken / niet rechtstreeks te bereiken.
Café/woning
Loods met hennepkwekerij
Woning/praktijkruimte huisarts
Pleegt te leiden: bestemming gaat niet verloren bij tijdelijke afwezigheid



Slide 9 - Tekstslide

Is dit een woning?

Slide 10 - Woordweb

Is dit een woning?

Slide 11 - Woordweb

Is dit een woning?

Slide 12 - Woordweb

Is dit een woning?

Slide 13 - Woordweb

Is dit een woning?

Slide 14 - Woordweb

Opdracht (15 min):
- Maak tweetallen, pak een plakvel en een stift
- Verdeel de volgende artikelen van de AWBI over het leerteam. Wat staat er in deze artikelen?
Artikel 1.
Artikel 2.
Artikel 7. 
Artikel 10.
Presenteer straks in de les.

 
Artikel 1
Artikel 

Slide 15 - Tekstslide

1. Presentatie van de artikelen 1,2 7 en 10.

2. We behandelen ze nog een keer maar kijken ook naar andere artikelen uit de AWBI.

3. Er wordt dus onderscheidt gemaakt in binnentreden met toestemming en binnentreden zonder toestemming....

Slide 16 - Tekstslide

Artikel 1:
1. Degene die bij of krachtens de wet belast is met de opsporing van strafbare feiten of enig ander onderzoek, met de uitvoering van een wettelijk voorschrift of met het toezicht op de naleving daarvan, dan wel een bevoegdheid tot vrijheidsbeneming uitoefent, en uit dien hoofde in een woning binnentreedt, is verplicht zich voorafgaand te legitimeren en mededeling te doen van het doel van het binnentreden. Indien twee of meer personen voor hetzelfde doel in een woning binnentreden, rusten deze verplichtingen slechts op degene die bij het binnentreden de leiding heeft

2. Indien de naleving van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen naar redelijke verwachting ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van personen of goederen, feitelijk onmogelijk is dan wel naar redelijke verwachting de strafvordering schaadt ten aanzien van misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, gelden deze verplichtingen slechts voor zover de naleving daarvan in die omstandigheden kan worden gevergd.

4. De persoon, bedoeld in het eerste lid, die met toestemming van de bewoner wenst binnen te treden, vraagt voorafgaand aan het binnentreden diens toestemming. De toestemming moet blijken aan degene die wenst binnen te treden

Slide 17 - Tekstslide

Artikel 2:

1 Voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is een schriftelijke machtiging vereist, tenzij en voor zover bij wet aan rechters, rechterlijke colleges, leden van het openbaar ministerie, burgemeesters, gerechtsdeurwaarders en belastingdeurwaarders de bevoegdheid is toegekend tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. De machtiging wordt zo mogelijk getoond.

2 Onze Minister van Justitie stelt het model van deze machtiging vast.

3 Een schriftelijke machtiging als bedoeld in het eerste lid is niet vereist, indien ter voorkoming of bestrijding van ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van personen of goederen terstond in de woning moet worden binnengetreden.
      (relatie met 7 lid 2 PW)

Lid 3 is een uitzondering op lid 1 voorbeeld


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wie mag die machtiging dan afgeven?    ---->     Staat in Art.3 AWBI:

Bevoegd tot het geven van een machtiging tot binnentreden zijn:
a.de advocaat-generaal bij het ressortsparket;
b.de officier van justitie;
c.de hulpofficier van justitie.

2Voor zover de wet niet anders bepaalt, is de burgemeester bevoegd tot het geven van een machtiging tot binnentreden in een woning gelegen binnen zijn gemeente voor andere doeleinden dan strafvordering.
3Degene die bevoegd is een machtiging te geven, gaat daartoe slechts over, indien het doel waartoe wordt binnengetreden het binnentreden zonder toestemming van de bewoner redelijkerwijs vereist.





Slide 20 - Tekstslide

Zoek op in de AWBI: Voor hoeveel woningen kan een machtiging worden afgegeven? Waar staat dat?

Slide 21 - Open vraag

Artikel 7:
Tussen middernacht en 6 uur ’s morgens kan slechts zonder toestemming van de bewoner worden binnengetreden, voor zover dit dringend noodzakelijk is en, indien krachtens een machtiging wordt binnengetreden, de machtiging dit uitdrukkelijk bepaalt.

Bij afwezigheid van de bewoner kan slechts worden binnengetreden, voor zover dit dringend noodzakelijk is en, indien krachtens een machtiging wordt binnengetreden, de machtiging dit uitdrukkelijk bepaalt

Slide 22 - Tekstslide

Artikel 10:
1 Degene die zonder toestemming van de bewoner in een woning is binnengetreden, maakt op zijn ambtseed of -belofte een schriftelijk verslag op omtrent het binnentreden.

2 In het verslag vermeldt hij:
a.zijn naam of nummer en hoedanigheid;
b.de dagtekening van de machtiging en de naam en hoedanigheid van degene die de machtiging tot binnentreden heeft gegeven:
c.de wettelijke bepalingen waarop het binnentreden berust en het doel waartoe is binnengetreden;
d.de plaats van de woning en de naam van de bewoner;
e.de wijze van binnentreden en het tijdstip waarop in de woning is binnengetreden en waarop deze is verlaten;
f.hetgeen in de woning is verricht of overigens is voorgevallen, het aantal en de hoedanigheid van degenen die hem hebben vergezeld, de namen van de personen aan wie in de woning hun vrijheid is benomen en de voorwerpen die in de woning in beslag zijn genomen;
g.voor zover van toepassing: de redenen waarom en de wijze waarop het bepaalde in artikel 1, tweede lid, dan wel artikel 2, derde lid, toepassing heeft gevonden.







Slide 23 - Tekstslide

Afschrift verslag naar:
Bewoner
Degene die de machtiging heeft afgegeven
Als de HOVJ de machtiging heeft afgegeven, verslag ook naar de OvJ. 

Uiterlijk op de vierde dag na de dag van binnentreden toezenden.

(Staat in artikel 11 AWBI)

Slide 24 - Tekstslide

Toestemming versus geen toestemming...
Bewoner= degene die de woning daadwerkelijk als woning gebruikt.
Geen verschil tussen rechtmatig of onrechtmatig een woning gebruiken
Loge of uitwonende huishoudelijke hulp zijn geen bewoners. Kunnen bewoners wel vertegenwoordigen.
Ieder lid van huishouding mag toestemming geven of weigeren.
Ook minderjarigen dus. Alleen als ouders toestemming geven en minderjarig kind weigert de toestemming gaan we uit van de ouders!


Bewoner moet inzicht in de situatie hebben. (Kleuter, verstandelijke beperking bewoner etc)


Een bewoner geeft toestemming maar een andere bewoner niet: geen toestemming. Verbod prevaleert boven toestemming

Eerst toestemming maar bewoner bedenkt zich? Dan uit de woning gaan!
NEE gaat boven JA!


Slide 25 - Tekstslide

Artikel 8 en 9:
Art. 8: Degene die de machtiging heeft gegeven, kan degene die bevoegd is binnen te treden, vergezellen.

 

Art. 9: Degene die bevoegd is zonder toestemming van de bewoner binnen te treden, kan zich de toegang tot of de doorgang in de woning verschaffen, voor zover het doel van het binnentreden dit redelijkerwijs vereist. Hij kan daartoe zo nodig de hulp van de sterke arm inroepen.

Slide 26 - Tekstslide

Artikel 12 = binnentreden bijzondere plaatsen:
In de gevallen waarin het binnentreden van plaatsen krachtens een wettelijke voorschrift is toegelaten, geschiedt dit buiten het geval van ontdekking op heterdaad niet:

- in de vergaderruimten van de Staten-Generaal, van de staten van een provincie, van de raad van een gemeente of van enig ander algemeen vertegenwoordigend orgaan, gedurende de vergadering;
- in de ruimte bestemd voor godsdienstoefeningen of bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, gedurende de godsdienstoefening of bezinningssamenkomst;
- in de ruimten waarin terechtzittingen worden gehouden, gedurende de terechtzitting.

Dus op heterdaad wel en als er geen dienst bezig is ook buiten heterdaad!

Slide 27 - Tekstslide

Artikel 370 Wetboek van Strafrecht:
De ambtenaar die, met overschrijding van zijn bevoegdheid of zonder inachtneming van de bij de wet bepaalde vormen, in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, diens ondanks binnentreedt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

Slide 28 - Tekstslide

Leerdoelen:
Na deze les:

- Ken ik de algemene wet op het binnentreden
- Kan ik deze wet toepassen
Wat heb je geleerd?
Hoe heb je geleerd?
Wat kon anders?

Slide 29 - Tekstslide

Artikel 11:
1 Indien krachtens een machtiging is binnengetreden, wordt het verslag uiterlijk op de vierde dag na die waarop in de woning is binnengetreden, toegezonden aan degene die de machtiging heeft gegeven. Is de machtiging gegeven door een hulpofficier van justitie, dan wordt het verslag ook aan de officier van justitie toegezonden. Indien overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, derde lid, zonder machtiging is binnengetreden, wordt het verslag toegezonden aan de officier van justitie dan wel, voor zover is binnengetreden voor andere doeleinden dan strafvordering, aan de burgemeester.

 

2 Een afschrift van het verslag wordt uiterlijk op de vierde dag na die waarop in de woning is binnengetreden, aan de bewoner uitgereikt of toegezonden. Indien het doel waartoe wordt binnengetreden daartoe noodzaakt, kan de uitreiking of de toezending aan de bewoner worden uitgesteld. Uitreiking of toezending geschiedt in dat geval, zodra het belang van dit doel dit toelaat. Indien het niet mogelijk is dit afschrift uit te reiken of toe te zenden, houdt degene aan wie overeenkomstig het eerste lid het verslag is toegezonden dan wel degene die zijn bevoegdheid zonder machtiging binnen te treden heeft uitgeoefend, het afschrift gedurende zes maanden voor de bewoner beschikbaar.

Slide 30 - Tekstslide