Hoofdstuk 5. Algemene Wet op het binnentreden

Hoofdstuk 5
Algemene
Wet op het 
Binnentreden
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Algemene
Wet op het 
Binnentreden

Slide 1 - Tekstslide

STRUCTUUR VAN DE LES

  • Bespreken leerdoelen.
  • Samenvattende oefenvragen LessonUp.
  • Vragen.

Slide 2 - Tekstslide

LEERDOELEN
  • Je kunt het begrip woning en bewoner uitleggen ten aanzien van het binnetreden in de woning op grond van een bevoegdheid.
  • begrippen binnentreden, binnentreden met toestemming  van de bewoner, binnentreden zonder toestemming van de
  •  bewoner
- legitimatieplicht en mededelingsplicht doel binnetreden
- verzoek om toestemming tot binnentreden aan de bewoner
- voorwaarden voor binnentreden zonder toestemming van de bewoner
- zich laten vergezellen bij binnentreden.
- opmaken verslag na binnentreden zonder toestemming van de bewoner
- bevoegdheid tot inroepen van de sterke arm bij verschaffen toegang tot woning
- de bijzondere/ beschermde plaatsen (activiteiten)
- beperking optreden opsporingsambtenaar tot heterdaad

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

WAT IS EEN WONING
                                            In de jurisprudentie wordt als woning beschouwd: 
een van de buitenwereld afgesloten plaats waar iemand zijn privé huiselijk leven leidt of pleegt te leiden
Tot de woning behoren ook alle ter beschikking en ten gebruike van de bewoner staande besloten ruimten die binnenshuis een doorgang hebben met de woning, zonder dat daarvoor andermans gebied hoeft te worden betreden.
‘Pleegt te leiden’ betekent dat de woning de bestemming als woning niet verliest bij tijdelijke afwezigheid. ​
Grondwet en Awb beschrijven de voorwaarden bij het betreden van een woning​
De bevoegdheid tot binnentreden staat NIET in de Awb - Bevoegdheid tot binnentreden staat in het WvSv of in een bijzondere wet ​


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voorwaarden betreden woning
Deze voorwaarden staan in artikel 12 van de Grondwet en in de
 artikelen 1 t/m 11 van de Algemene wet op het binnentreden.

De voorwaarden zijn:
- legitimatie vooraf
- mededeling doel vooraf
- vragen om toestemming

Slide 8 - Tekstslide

Bij het ontbreken van toestemming 

- een schriftelijke machtiging tot binnentreden in de woning
- die zo mogelijk moet worden getoond
- binnen vier dagen een verslag van het binnentreden
  • 2 of meer bevoegde personen
met hetzelfde doel: leider
legitimeert

Slide 9 - Tekstslide

BINNENTREDEN ZONDER LEGITIMATIE EN MEDEDELING DOEL

  1. naar verwachting ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van personen of goederen - feitelijk onmogelijk is​
  2. naar redelijke verwachting de strafvordering schaadt ten aanzien van misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten​
In deze gevallen moet de bevoegde ambtenaar daarom wel in het bezit zijn van een schriftelijke machtiging tot binnentreden in de woning. Het legitimeren en mededelen van het doel moet achteraf, zodra dat praktisch mogelijk is, alsnog worden gedaan.​


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

BINNENTREDEN ZONDER TOESTEMMING VAN DE BEWONER​
eisen binnentreden woning zonder toestemming :

1. bevoegd zijn + ​
2. bezit schriftelijke machtiging en die zo mogelijk tonen ​
​of binnentreden vanwege een noodsituatie ​
noodsituatie = geen toestemming of machtiging nodig (niet ter aanhouding of ter inbeslagneming) MAAR ter bestrijding van het ernstig en onmiddellijk gevaar g (Artikel 2 lid 3 Awob). ​




Slide 12 - Tekstslide

BEPERKING BINNENTREDEN
niet binnentreden zonder toestemming:​

  • Bij afwezigheid bewoner ​
  • Of tussen 00.00-06.00​
  • - tenzij…….​
  • Het dringend noodzakelijk is ​
  • de machtiging dit uitdrukkelijk bepaalt​




Slide 13 - Tekstslide

DE SCHRIFTELIJKE MACHTIGING​, WIE SCHRIJFT HEM UIT?
Strafvorderlijke binnentreedmachtiging woning :​

 - advocaat-generaal hof​
 - officier van justitie ​
- hulpofficier van justitie ​

Overige binnentreedmachtiging woning :
 burgemeester ​
Geldig tot max. 3e dag na de dag van afgifte tot max. 4 woningen​

Vergezellend conform de machtiging ​
sterke arm politie (deurwaarder)​










Slide 14 - Tekstslide

Verslag van binnentreden
  • Bij binnentreden woning zonder toestemming = PV op ambtseed = controle op de bevoegdheid​
  • Uiterlijk op de vierde dag na de dag waarop is binnengetreden worden toegezonden aan degene die de machtiging heeft gegeven​
  • Een afschrift ervan moet eveneens binnen vier dagen na de dag van binnentreden aan de bewoner ter beschikking worden gesteld. ​
  • ​Als de machtiging is verleend door de hulpofficier van justitie moeten er drie afschriften worden verzonden: ​
  • Eén aan de officier van justitie 
  • Eén aan de hulpofficier van justitie 
  • Eén aan de bewoner​







Slide 15 - Tekstslide

BEVOEGD OM BINNEN TE TREDEN ZONDER MACHTIGING TOT BINNENTREDEN​
- rechters ​

- rechterlijke colleges ​
- leden van het Openbaar Ministerie ​
- burgemeesters​
 - gerechtsdeurwaarders ​
- en belastingdeurwaarders​




Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

In welke wet staat dat de opsporingsambtenaar alle ruimtes mag betreden ter opsporing bij een verdachte of een verdenking?
A
Wetboek van strafvordering.
B
Grondwet.
C
Algemene wet op het binnentreden.

Slide 21 - Quizvraag

In welke wet staat het huisrecht beschreven?
A
Wetboek van strafvordering.
B
Wetboek van strafrecht.
C
Grondwet.

Slide 22 - Quizvraag

Mag een opsporingsambtenaar een woning betreden zonder toestemming van de bewoner?
A
Ja.
B
Nee.
C
Ja, maar met een schriftelijke machtiging van minimaal de HOvJ.
D
Ja, maar met een schriftelijke machtiging van minimaal de OvJ.

Slide 23 - Quizvraag

Tot hoe lang is de schriftelijke machtiging geldig nadat deze is afgegeven?
A
1 dag.
B
2 dagen.
C
3 dagen.
D
4 dagen.

Slide 24 - Quizvraag

Een winkel kan onder het begrip woning vallen.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 25 - Quizvraag

Binnen hoeveel dagen moet een afschrift van het proces-verbaal aan de bewoner ter beschikking worden gesteld?
A
1 dag.
B
2 dagen.
C
3 dagen.
D
4 dagen.

Slide 26 - Quizvraag

Jan is politieagent. Hij krijgt in de nacht een melding van een inbraak. De bewoners liggen vermoedelijk te slapen. Hij wil de woning betreden. Wat moet hij nu hebben?
A
Een schriftelijke machtiging van de HOvJ.
B
Een schriftelijke machtiging van de OvJ.
C
Niets, hij kan zo naar binnen.

Slide 27 - Quizvraag

Jan is opsporingsambtenaar. Hij wil een verdachte aanhouden die een woning in is gerend. De woning is het huis van de ouders van de verdachte. Hij belt aan en de vader geeft toestemming om de woning te betreden. Hij gaat naar binnen, maar nu zegt de moeder dat hij weg moet. Wat moet Jan nu doen?
A
De woning verlaten.
B
Binnen blijven.

Slide 28 - Quizvraag

Jan is opsporingsambtenaar. Hij wil een verdachte aanhouden die een woning in is gerend. De woning is het huis van de ouders van de verdachte. Hij belt aan en de vader geeft toestemming om de woning te betreden. Hij gaat naar binnen, maar nu zegt de zoon (16 jaar) dat hij weg moet. Wat moet Jan nu doen?
A
De woning verlaten.
B
Binnen blijven.

Slide 29 - Quizvraag

Jan is opsporingsambtenaar. Hij wil een verdachte aanhouden die zijn eigen woning in is gerend. Hij heeft een schriftelijke machtiging tot binnentreden. Binnen gekomen hoort hij dat de verdachte in een kast zit. Wat mag hij nu doen?
A
De kast openen en de verdachte eruit halen.
B
Een machtiging vragen aan de OvJ voor een doorzoeking ter aanhouding.

Slide 30 - Quizvraag

Wanneer mag een opsporingsambtenaar een woning betreden (indien schriftelijke machtiging) zonder legitimatie en mededeling van het doel van binnentreden (meerdere antwoorden zijn goed)?
A
Bij gevaar.
B
Als dit schadelijk kan zijn voor het opsporingsonderzoek.
C
Bij VH-feiten als dit schadelijk kan zijn voor het opsporingsonderzoek.
D
Dit mag altijd.

Slide 31 - Quizvraag

Als de opsporingsambtenaar binnentreedt zonder mededeling doel en legitimatie is dit toegestaan als hij oordeelt dat dit gevaar kan opleveren.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 32 - Quizvraag

De opsporingsambtenaar mag met een schriftelijke machtiging de woning betreden om 1:00 uur in de nacht als de bewoner niet thuis is (meerdere antwoorden zijn goed).
A
Dit mag.
B
Dit mag indien dringend noodzakelijk.
C
Dit mag indien de machtiging dit uitdrukkelijk bepaalt.
D
Dit mag alleen het AT.

Slide 33 - Quizvraag

Een OvJ kan, als dit in een wet is geregeld, zonder toestemming en zonder machtiging een woning betreden.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 34 - Quizvraag

De schriftelijke machtiging tot binnentreden met een opsporingsdoel kan alleen worden afgegeven door de OvJ en de Advocaat Generaal van het gerechtshof.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 35 - Quizvraag

Een verdachte van mishandeling wordt een dag na deze mishandeling gesignaleerd. Twee bevoegde opsporingsambtenaren gaan naar de plaats waar hij gezien is. Zij hebben toestemming van de OvJ om de verdachte buiten heterdaad aan te houden. Daar aangekomen loopt de verdachte en kerk binnen. Er is geen dienst aan de gang. Mogen zij nu de kerk in om de verdachte aan te houden?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 36 - Quizvraag