Module 1B les 4 Bloedneus en ABCD

Triage DA1 Module 1b les 4 

           ABCDE
          bloedneus
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Doktersassistente

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Triage DA1 Module 1b les 4 

           ABCDE
          bloedneus

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag: 
terugblik vorige week :
pijn thorax en hartkloppingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je klaar voor deze les?
NHG Triagewijzer geopend
Medilect 
gespreksfasen bij de hand

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terugblik......
Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijn thorax en hartkloppingen
Wat is het verschil? 
Kan het gevaarlijk zijn?
Wanneer is het niet zo acuut?

Slide 5 - Tekstslide

Pijn thorax, niet zo acuut als er niet acuut:
atriumfibrilleren eerder is vastgesteld zonder bijkomende klachten

Bijv. als er geen klachten zijn van hevige duizeligheid of vegetatieve verschijnselen

Pijn thorax Als de klachten weer afgenomen zijn
als er sprake is van spierpijn
als er sprake is van matige pijn en het zit vast aan de ademhaling-> kan door de longen komen
Dhr van Dijk (63) heeft pijn op de borst, de nitrospray helpt niet. hij heeft uitstraling naar zijn linkerarm en ziet grauw.
Wat doe je?
A
Je laat hem meteen naar de praktijk komen
B
Je stuurt een ambu
C
Je stuurt de dokter meteen
D
Je geeft hem een afspraak over een uur

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mw. de Wilde ( 48 jaar) heeft diabetes, zij heeft net een beklemmend gevoel op de borst gehad, de klachten zijn weg. Ze is niet bekend met hartklachten
A
U1, alles wijst op een infarct
B
U2 gezien de hevige pijn die zij had
C
Vanwege haar diabetes laat je haar toch even komen.
D
U5 je geeft een advies, de klachten zijn nu weg

Slide 7 - Quizvraag

Bij diabetes meer kans op een stil infarct. 
Dhr. Krijger (73) heeft last van hartkloppingen, het gaat veel te snel, hij wordt er akelig van. Hij heeft geen druk op de borst en is niet duizelig en heeft geen vegetatieve verschijnselen.
A
U2,
B
U1
C
U3
D
U4

Slide 8 - Quizvraag

Bij diabetes meer kans op een stil infarct. 
Even later belt zijn vrouw weer. Dhr Krijger is nu klam/ zweterig, misselijk en voelt zich erg naar. Het hart blijft te snel gaan. Wat doe je?
A
Je stuurt een ambu
B
Je stuurt direct de huisarts

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Casus pijn thorax
Ga in tweetallen naar Cumlaude, hier staat een casus klaar
Ga deze in een  oefenen. 
Let goed op wat er goed gaat, 
geef tips als je iets hebt gemist. 

Slide 10 - Tekstslide



Pijn thorax Als de klachten weer afgenomen zijn
als er sprake is van spierpijn
als er sprake is van matige pijn en het zit vast aan de ademhaling-> kan door de longen komen
Bloedneus 
Leerdoelen: 
Je weet waar je naar moet vragen
Je weet wat je moet doen
je kunt een goed advies geven
Je kunt een gesprek voeren waarbij je empathie laat zien

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABCD
Weet je wat deze letters betekenen? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABCDE
A= Airway
B= Breating
C= Circulation
D= Disability
( E= Exposure)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je vragen? 
Wat zou een van je eerste vragen kunnen zijn aan de patiënt om te weten te komen of de bloedneus zomaar spontaan begonnen is of niet? 

Waarom wil je dat weten?

Slide 14 - Tekstslide

Is het spontaan begonnen?
Hebt u misschien een klap op uw neus gehad?
Heb u een ongeluk gehad? 

Vraag eerst of er sprake is van een trauma. Je mag geen advies geven tot opsnuiten of uitsnuiten als er een trauma is geweest. Dan de neus met rust laten en komen. 
De patiënt is soms erg ongerust.
Begrijp je dat?
Kun je doodbloeden denk je? ->  kijk eens naar je urgentie in je boek

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie weet al wat je moet doen om een bloedneus te stelpen?
voorover/achterover zitten          waarom?
uitsnuiten /opsnuiten                    waarom? 
bloed dat in de keel zit doorslikken/uitspugen                 waarom? 
watjes in de neus stoppen        wel niet? 
Stopt het bloeden vaak snel of juist niet? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke ABCD-vraag zou je kunnen stellen? Bespreek dit in tweetallen.
A: Airway -> stikt
B: Breathing -> benauwd
C: Circulation -> niet aanspreekbaar, bij erg veel bloedverlies, zwart voor de ogen, flauwvallen
D: Disability

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

advies bloedneus: Ga dit oefenen (tweetal) en probeer het uit je hoofd te doen. 
Ga in schrijfhouding zitten aan de grote tafel *iets voorover gebogen
Snuit 1 keer goed uit, zodat alle stolsels eruit zijn
Knijp uw neus dicht vlak onder het neusbeen
Doe dit 5 minuten, zonder te kijken of het al gestopt is
Hou  het hoofd licht gebogen
Als er toch bloed in de keel loopt dit uitspugen (-> misselijk )
Als de bloeding is gestopt 2 dagen niet snuiten, niet peuteren

Slide 18 - Tekstslide

Bloedneus heeft vaak een onschuldige oorzaak. 
verkoudheid
neuspeuteren
soms door bloedverdunners 
Bloedneus Urgentie
In principe U3
U2 bij veel paniek als je dit niet kunt verminderen in je gesprek
Bij risicopatiënten die veel bloedneuzen hebben gehad en verzwakt zijn (denk aan je ABCD vragen)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus oefenen  zie Cumlaude
Je komt allemaal aan de beurt.
Elkaar niet uitlachen
Meedenken en elkaar tips geven
Pak je gespreksfasen erbij.
Daarna in 3-tallen volgende casus

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Neem de onderwerpen goed door van module 1B:
koorts, pijn thorax, hartkloppingen, ABCDE en bloedneus
Zorg dat je alle Medilect-modules af hebt van deze periode

Voor komende week nogmaals ABCDE verdieping. 


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week les 5
herhaling van alle onderwerpen, maar extra aandacht voor ABCDE

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies