Domein H deel 2

Reclame
Elke maandagmiddag van 12.30 tot 15.30 extra economietijd!!!!!

Opdrachten maken, vragen stellen, samen oefenen, samen de stof nog eens doornemen. 


Iedereen van harte welkom in lokaal C2.22A!!!!!!!!!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Reclame
Elke maandagmiddag van 12.30 tot 15.30 extra economietijd!!!!!

Opdrachten maken, vragen stellen, samen oefenen, samen de stof nog eens doornemen. 


Iedereen van harte welkom in lokaal C2.22A!!!!!!!!!

Slide 1 - Tekstslide

Examentraining
Domein H deel 2

Slide 2 - Tekstslide

Belastingstelsels 
  • Proportioneel belastingstelsel
  • Progressief belastingstelsel
  • Degressief belastingstelsel 

Slide 3 - Tekstslide

Nivellering
Door een progressief belastingstelsel is er sprake van nivellering

Dit betekent dat de inkomensverschillen relatief kleiner worden

Slide 4 - Tekstslide

Heffingstarief (belastingdruk)
Bruto inkomen € 84.000

Inkomensheffing € 28.459

Gemiddelde heffingstarief = inkomensheffing / bruto inkomen x 100%
                                                         = € 27.965 / € 84.000 x 100% = 33,3% 

Marginale heffingstarief = 49,5%

Slide 5 - Tekstslide

schema loonheffing uitrekenen
Stap 1: Belastbaar inkomen uitrekenen:
               Bruto inkomen  + bijtellingen -aftrekposten= belastbaar inkomen
Het belastbaar inkomen is het inkomen waarover je belasting/inkomensheffing moet betalen

Stap 2: het schijvensysteem toepassen
Stap 3: de heffingskorting(en) er af halen.


Slide 6 - Tekstslide

Belastingschijven

Slide 7 - Tekstslide

Wat is ongelijkheid?

We hebben het over economische ongelijkheid. Twee soorten:
  1. Inkomensongelijkheid (hoeveel je verdient)
  2. Vermogensongelijkheid (hoeveel er op je bank staat)



Slide 8 - Tekstslide

Lorenzcurve
De Lorenzcurve geeft inkomensongelijkheid aan.


Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsmarkt
Hoe werkt de arbeidsmarkt? 

Slide 10 - Tekstslide

Beroepsbevolking

  • mensen die kunnen & willen werken = beroepsbevolking
  • 1. iedereen die nu al werkt; 
  • 2. werklozen horen ook bij beroepsbevolking

Slide 11 - Tekstslide

Conjuncturele en Structurele Werkloosheid 

conjuncturele werkloosheid: werkloosheid die ontstaat door onderbesteding.

structurele werkloosheid: werkloosheid die wordt bepaald door de aanbodfactoren. ( kwantitatieve werkloosheid, kwalitatieve werkloosheid, frictiewerkloosheid, seizoenswerkloosheid)

Slide 12 - Tekstslide

Samen oefenen
Persoon A heeft een salaris van € 60.000. Persoon B 90.000. Verder gelden dezelfde gegevens.
De WOZ-waarde van de eigen woning bedraagt € 300.000.
Eigen woning waarde forfait is 0,6% van de woz, Er zijn twee heffingskortingen: een algemene heffingskorting van € 2.711 een arbeidskorting van € 3.595
De hypotheek voor de eigen woning bedraagt € 290.000 tegen 3,1% rente.
1. bereken belastbaar inkomen
2. bereken te betalen inkomstenbelasting
3. bereken gemiddelde heffingstarief

Antwoord
60.000 + (300.000x0,6%) - (290.000x3,1%)=52810
90.000  + (300.000x0,6%) - (290.000x3,1%)= 82810
52810 x 37,35% = 19724; 19724 - 2711-3595 = 13418
68508 x 37,35% + (82810-68508)x 49,5% = 32667,23; 32667,23-2711-3595 = 26361,23
13418/60.000 x 100 = 22,36%
26361/90000x100=29,3%

Slide 13 - Tekstslide

Opgaves maken
Crisis en inkomen

Slide 14 - Tekstslide