Lezen H3-H4_3M

Welkom!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:

* Signaalwoorden herkennen

* Tekstverbanden herkennen en tekst begrijpen

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1
We gaan een korte tekst lezen en hier een vraag bij beantwoorden.


Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1
Open deze Padlet:
https://nl.padlet.com/snl8/lezen-nsdv1jwb9t186pqv

Wat is Padlet? 
Een digitaal prikbord. Iedereen kan er tekst op plaatsen en je ziet real-time wat iemand typt.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2
Lees tekst 1  (op papier).



Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 2. Vraag bij tekst 1.
Waar gaat deze tekst over?
A
Zeespiegelstijging in Nederland
B
Computermodel om zeespiegelstijging te berekenen.
C
Wetenschappelijke kennis zeespiegelstijging
D
Een supercomputer

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht 2. Vraag bij tekst 1.
Welk signaalwoord voor het tekstverband
'oorzaak-gevolg' vind je in de laatste alinea?

Slide 8 - Open vraag

H.3 Signaalwoorden en tekstverbanden
1. Opsomming- zaken worden achter elkaar opgesomd. 
2. Tegenstelling- eerder genoemde dingen worden tegen gesproken. 
3. Voorbeeld (toelichting) - er wordt een voorbeeld/toelichting/uitleg gegeven. 

Slide 9 - Tekstslide

H.4 Signaalwoorden en tekstverbanden
4. Tijdsvolgorde (chronologisch)- Geeft aan in welke tijdsvolgorde iets gebeurt. 
5. Oorzaak-gevolg -Laat zien waardoor iets gebeurt (waarop je geen invloed hebt).
6. Voorwaarde- Maakt duidelijk onder welke voorwaarde iets gebeurt.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Link

Slide 13 - Video

Opdracht 3
Lees de tekst die je nu uitgedeeld krijgt en markeer of onderstreep alle signaalwoorden die je tegenkomt.
 

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 3
Vertel kort waar jouw tekst over gaat.


Beantwoord de volgende vraag?
Moet Nederland zich wel of geen zorgen maken over de zeespiegelstijging?
 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld (toelichting)
ten eerste 
maar
bovendien
daarentegen
hoewel
verder
toch
bijvoorbeeld
ten tweede
onder andere
zoals
ten slotte

Slide 19 - Sleepvraag

Maak drie kolommen
Kolom 1: opsomming
Kolom 2: tegenstelling
Kolom 3: voorbeeld (toelichting)

Zet de volgende signaalwoorden in de juiste kolom: ter illustratie, ook(nog),  bovendien, neem nou, dots, aan de ene kant... aan de andere kant, en, om te beginnen, denk aan, echter, tegenover, zo, zoals, tevens, daarnaast, maar, bijvoorbeeld, dubbele punt. 

Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld

Slide 20 - Tekstslide

Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld (toelichtinig)
Ook(nog)
Bovendien
Dots
En
Om te beginnen
Tevens
Daarnaast
Dubbele punt
aan de ene kant... aan de andere kant
echter
tegenover
maar
ter illustratie
neem nou
denk aan
zo
zoals
bijvoorbeeld




! VUL DE KOLOMMEN AAN MET DE SIGNAALWOORDEN DIE JE NOG NIET HEBT OP BLZ. 68

Slide 21 - Tekstslide