Suffixes / Achtervoegsels
Met -er: degene die de actie doet: Teach(
er)
Werkwoord naar zelfstandig naamwoord: Pay(ment) / Paint(ing)
Zonder iets: hair (less) = zonder haar
fear (less) = zonder angst
Bepaalde eigenschap: Speel = play = speels = playful
Colour = kleur = kleurrijk = colourful