Is onderdeel van het centrale zenuwstelsel, en bevindt zich in het kanaal van de wervelkolom .
Wordt omgeven door 3 vliezen
Hierdoor lopen alle zenuwen die van en naar de hersenen toe gaan.
Aan de binnenkant witte stof, aan de buitenkant grijze stof
Slide 9 - Tekstslide
Perifeer zenuwstelsel
Bestaat uit zenuwen die impulsen aan- en afvoeren vanuit het lichaam naar het centraal zenuwstelsel.
Bouw:
Hersenzenuwen
Ruggemergzenuwen
Bestaat uit:
willekeurig en autonoom gedeelte
Slide 10 - Tekstslide
Willekeurigzenuwstelsel
(soms ook animaal zenuwstelsel genoemd )
Stuurt alles aan waar we controle over hebben.
Lopen, praten, zwaaien
Slide 11 - Tekstslide
Autonoom zenuwstelsel
Auto = zelf --> onbewust/ automatisch
Stuurt het hart en gladde spierweefsels (zoals maag-darmstelsel, bloedvaten, luchtwegen, voortplantingsorganen)
aan.
Over dit gedeelte hebben wij geen controle.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Ezelsbruggetje: Para- staat voor paracetamol, dus het parasympathische zenuwstelsel is voor ontspannen en relaxen.
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht
Wat: Maak een schematische tekeningen van een zenuwcel. Je mag zelf kiezen welk type (sensorisch, motorisch of schakelcel).
Hoe: Met potlood of pen
Hulp: boek
Benoem de volgende onderdelen in je tekening: Axon, cellichaam, dendriet, myelineschede en synaps.
Beschrijf in een paar woorden de functie van elk onderdeel.
Geef met een pijl de richting van de impulsoverdracht aan.
Slide 15 - Tekstslide
Zenuwcellen
100 Miljard zenuwcellen. Het grootste deel daarvan bevindt zich in het centraal zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg)
Zenuwcellen verwerken informatie en signalen. Ze kunnen deze ontvangen en doorgeven zonder verlies van signaalsterkte.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
3 Typen zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen
Schakelcellen
Bewegingszenuwcellen
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
3 Typen zenuwcellen
Impuls = elektrisch signaaltje
Gevoelszenuwcel/ sensibele zenuwcel: Vervoeren impulsen van zintuigcellen naar het centrale zenuwstelsel.
Schakelcel: Zijn aan beide einden verbonden met andere zenuwcellen. Schakelcellen krijgen informatie van gevoelszenuwcellen en/of andere schakelcellen en geven informatie door aan bewegingszenuwcellen en/of andere schakelcellen.
Bewegingszenuwcellen/ motorische zenuwcel: Vervoeren impulsen weg van het centraal zenuwstelsel en richting een spier of een klier.
Slide 20 - Tekstslide
Van prikkel naar beweging
Voorbeeld: Je staat buiten op een kruispunt, en kijkt naar links en naar rechts. Je ziet een auto aankomen.. Je kunt maar beter een stap naar achter doen!
Wat is de prikkel en op welk zintuig werkt deze?
De impuls wordt gestuurd naar ....
-De impuls wordt verwerkt in de grote hersenen.
De impuls loopt van de hersenen naar ....
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Reflex
Een reflex is een onwillekeurige reactie van de spieren op een prikkel.
Er vindt geen bewustwording in de hersenen plaats dus de route is kort.
Voorbeeld: Je brandt je aan een hete oven en trekt je hand terug. Later besef je pas wat je hebt gedaan.