periode 11 week 4 en 5 Psychofarmaca

Wat zijn psychofarmaca?
1 / 29
volgende
Slide 1: Woordweb
MBO

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat zijn psychofarmaca?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Psychofarmaca

Slide 2 - Tekstslide

In de ouderen- en gehandicaptenzorg worden regelmatig psychofarmaca voorgeschreven bij probleemgedrag. Een pil voor gedrag kan acute symptomen bestrijden, maar is doorgaans geen oplossing voor de onderliggende oorzaken van het probleemgedrag. Psychofarmaca kunnen veel bijwerkingen geven. Sufheid is bekend, maar de ernstigere bijwerkingen zijn minder bekend. Het is daarom belangrijk te onderzoeken waar het probleemgedrag vandaan komt en te kijken of er alternatieve interventies mogelijk zijn.
Psychofarmaca
Alle medicatie waarbij er sprake is van het beïnvloeden van de psyche. Gedragsmedicatie, dus.

Denk hierbij een kalmeringsmiddelen, slaapmiddelen en anti-psychotica.
Al deze middelen hebben effect op ons zenuwstelsel
Voorzichtigheid is dus geboden

Slide 3 - Tekstslide

Psychofarmaca zijn medicijnen die invloed hebben op het centrale zenuwstelsel en werkzaam zijn tegen psychische aandoeningen waaronder psychose, schizofrenie, depressie en angststoornissen. Voorbeelden van veel voorgeschreven psychofarmaca zijn: haloperidol [Haldoll, risperidon [Risperdall, citalopram [Cipramill, oxazepam [Serestal, temazepam [Normisonl.
Psychofarmaca
Hypnotica> slaapmiddelen
Anxiolytica> middelen tegen angst
Antidepressiva> middelen tegen depressie
Antipsychotica> middelen tegen psychoses


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indicatie
1. depressie
2. biplolaire stoornis
3. angststoornis
4. slaapstoornis
5. verslaving
6. gedragsstoornis


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is polyfarmacie?
A
Het chronisch gebruik van vijf of meer geneesmiddelen
B
Steeds meer van eenzelfde medicijn nodig hebben
C
Een medicijntherapie niet volhouden
D
gedrag dat ontstaat juist door de medicatie

Slide 6 - Quizvraag

Ouderen hebben vaak verschillende ziekten tegelijk en gebruiken daarvoor meerdere medicijnen. Als een patiënt gedurende langere tijd vijf of meer verschillende soorten geneesmiddelen tegelijk gebruikt, heet dat polyfarmacie. Polyfarmacie kan bij ouderen voor problemen zorgen. Sommige medicijnen of zelfzorgmiddelen kunnen elkaar tegenwerken of te veel versterken. Daarnaast zijn ouderen extra gevoelig voor de schadelijke effecten van medicijnen, onder andere omdat de nieren steeds minder goed werken. Het risico op interacties en bijwerkingen is groter als verschillende artsen geneesmiddelen voorschrijven en niet van elkaar weten welke medicijnen ze geven.
Indeling
Antidepressiva
Antipsychotica
Stemmingsstabilisatoren
Kalmerende en slaapmiddelen
Psychostimulantia


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT IS EEN DEPRESSIE
• depressieve stemming 
• gebrek aan energie 
• gebrek aan plezier 
• gebrek aan interesse 
• moeite met denken •
 angst • schuld, schaamte 
• pessimistisch 
• slecht slapen 
• geen eetlust

Slide 8 - Tekstslide

•650.000 mensen van 18-65 jaar heeft een stemmingsstoornis
• 550.000 mensen hebben een depressieve stoornis
• 91.000 mensen hebben een bipolaire stoornis
• 1 miljoen mensen gebruiken een antidepressivum
Antidepressiva
Waarom?
---- Stemming verbeteren
----Niet over de somberheid heen raken w.s. depressie
Maar: Enkel aangeraden bij ernstige depressie
Dus niet bij:
Rouw, aanpassen aan verblijf instelling
Dan liever eerst psychologische begeleiding
Nadelen: 
Bijwerkingen als: wazig zien, hartkloppingen, hoofdpijn
Invloed op de werking van andere geneesmiddelen



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antidepressiva indeling
 • oudere AD bijv. amitriptyline, clomipramine 
• nieuwere AD bijv. paroxetine, citalopram, venlafaxine

Slide 10 - Tekstslide

Depressie
Anststoornis
De oudere AD's bestaan al sinds de jaren 50Ze werken meestal op serotonine en noradrenaline en ook op andere neurotransmitters. Daardoor kunnen ze iets meer bijwerkingen hebben.
Bijwerkingen
agitatie of rusteloosheid
duizeligheid
een droge mond
een gewichtstoename
een wazig gezichtsvermogen
hoofdpijn
maagklachten
misselijkheid
seksuele problemen of erectiestoornissen
slaapproblemen
slaperigheid of vermoeidheid

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest gebruikte antidepressiva:
citalopram (SSRI)
escitalopram (SSRI)
fluoxetine (SSRI, Prozac)
fluvoxamine (SSRI)
paroxetine (SSRI, Seroxat)
sertraline (SSRI, Zoloft)
venlafaxine(SSRI/SNRI*)
duloxetine (SNRI, Cymbalta)
amitriptyline
clomipramine
desipramine
dosulepine
doxepine
imipramine
maprotiline
nortriptyline

Slide 12 - Tekstslide

De vraag is welk middel nu precies werkt bij wieSoms heeft medicatie niet het gewenste effect, doordat antidepressiva te snel of juist te langzaam weer in het lichaam worden afgebroken. Het verschil in medicijnafbraak is aangeboren. Als de afbraak te snel is, werkt het medicijn niet. Is het te langzaam, dan kan het medicijn zich in het lichaam opstapelen en vervelende bijwerkingen veroorzaken.
SSRI’s worden over het algemeen goed verdragen en zijn meestal eerste keus.
Maar TCA’s lijken weer beter te werken bij mensen met een ernstige depressie, die zijn opgenomen in een klinische voorziening. Ook voor een depressie met psychotische kenmerken gaat de voorkeur uit naar een TCA.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antipsychotica
- tabletten
-capsules
-siroop
-injecties (Depot)

Slide 14 - Tekstslide

Je hersenen bevatten chemische boodschappers (neurotransmitters) die ervoor zorgen dat informatie van het ene deel van je hersenen naar het andere deel wordt overgedragen. Eén van deze stoffen die hiervoor zorgt heet dopamine.
De onbewezen hypothese van de biologische psychiatrie is dat hoge concentraties dopamine maken dat de hersenen anders gaan werken en dat informatie anders wordt doorgegeven, waardoor er een staat van ‘hyper-betekenis’ kan ontstaan – dus psychose. Antipsychotische medicatie verminderen de signalen van dopamine in je hersenen, waardoor er meer kans zou zijn dat de informatie op de goede manier wordt doorgegeven Antipsychotica kunnen nare bijwerkingen geven. Dit verschilt per medicijn. Je kunt niet van tevoren voorspellen welk middel bij jou het beste zal werken, het is een kwestie van proberen. Gelukkig zijn de bijwerkingen van de verschillende medicijnen wat beter te voorspellen.
Antipsychotica in de vorm van een injectie wordt ook wel een depot genoemd, of langwerkende antipsychotica.Bij depots/injecties gaat het vaak om hogere doseringen van een bepaald middel. Door de samenstelling is de werking sterk vertraagd en hoeft de gebruiker maar eens in de twee tot vier weken een nieuwe dosis te krijgen. Depot-medicatie moet met regelmaat en op vaste tijden worden toegediend, hier bestaan speciale depot-poli’s voor.
Het kan handig zijn om voor een depot te kiezen als je steeds vergeet om je medicijnen in te nemen, of als je zelf de neiging hebt om teveel of te weinig van de medicijnen in te nemen – en dus een risico loopt. Depot medicatie is een langwerkend middel, waarvan de dosis minder snel kan worden aangepast.
Bijwerkingen
Stijfheid en trillerigheid
Rusteloosheid
Bewegingen van de kaak, lippen en tong
Seksuele problemen door hormonale veranderingen
Vermoeidheid en traagheid
Gewichtstoename
Een hoger risico voor het krijgen van suikerziekte
Constipatie
Droge mond
Wazig zicht


Slide 15 - Tekstslide

https://www.psychosenet.nl/medicatie/antipsychotica/antipsychotica-bijwerkingen-keuzetool/

Voorbeelden
Aripiprazol (Abilify)
Aripiprazol (Maintena) – depot
Cariprazine (Reagila)
Clozapine (Leponex)
Olanzapine (Zyprexa)
Risperidone (Risperdal)
Risperidon (Consta) – depot
Levomepromazine (Nozinan)
Penfluridol (Semap)
Haloperidol (Haldol)
Periciazine (Neuleptil)
Pimozide (Orap)
Pipamperon (Dipiperon)
Fluspirileen (Imap)
Chloorpromazine (Largactil)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benzodiazepinen
* Dit is een verzamelnaam voor medicatie tegen angst, spanning en slaapproblemen.
* Deze noemen ze ook wel benzo's of de pammen.
* Hieronder vallen namelijk: lorazepam ( temesta), diazepam ( valium), temazepam en oxazepam. Dit zijn de meeste bekende.
* Deze medicatie is verslavend.
* Deze medicatie mag niet zomaar gestopt worden. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Ook bij probleemgedrag [bijvoorbeeld roepen, dwalen, of agressieve uitingen] worden regelmatig psychofarmaca voorgeschreven. In dat geval worden ze vooral gebruikt vanwege de rustgevende werking en behandelen ze niet de oorzaak van het gedrag.
Slaap- en angstmedicatie
Benzodiazepines
Verminderen angstsymptomen ( bv spierspanning)
Effect binnen enkele minuten
Worden na verloop van tijd minder effectie
Zorgen voor verslaving
Niet langer dan 1 maand gebruiken

Slide 20 - Tekstslide

De arts zet vaak antidepressiva maar ook andere geneesmiddelen in tegen angst. Deze medicijnen veroorzaken bij sommige patiënten bijwerkingen. Deze verdwijnen vaak na een paar weken, maar het is van cruciaal belang om een arts te raadplegen als deze ondraaglijk zijn of niet verdwijnen. Sommige artsen adviseren om de anti-angstmedicatie met voedsel in te nemen om bijwerkingen te minimaliseren of om anders om ze voor het slapengaan in te nemen, zodat het medicijn de slaap niet verstoort. De bijwerkingen die een patiënt ervaart, variëren en hangen af van het type medicatie. Om bijwerkingen te verlichten, past de arts geleidelijk de dosering aan of schrijft hij een ander medicijn of een andere vorm van therapie voor. Het is essentieel om nooit te stoppen met het nemen van medicatie zonder medisch toezicht, omdat dit mogelijk ontwenningsverschijnselen veroorzaakt
Voorbeelden
Voorbeelden van benzodiazepines omvatten:
alprazolam (Xanax)
chloordiazepoxide (Librium)
diazepam (Valium)
lorazepam (Ativan)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen
concentratieproblemen
duizeligheid
een wazig gezichtsvermogen
geheugenverlies
hoofdpijn
maagpijn
problemen met balans of coördinatie (ataxie)
slaperigheid of vermoeidheid
spraakproblemen
verwardheid

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychostimulantia
indicatie • ADHD • ADD • narcolepsie

Slide 23 - Tekstslide

Groep van medicijnen (zie hieronder) die het centrale zenuwstelsel en daarmee de psychische functies stimuleren.
Mogelijke toepassingen van psychostimulantia (o.a.):
- aandachtstekort-stoornis met hyperactiviteit (= ADHD), als therapie-ondersteunende medicatie
- narcolepsie (= slaapzucht)
Opmerking
Psychostimulantia mogen niet worden toegepast om de eetlust te remmen, de geestelijke prestaties op te voeren en/of ouderen geestelijk te stimuleren. Dit wordt als misbruik gezien.
Voorbeelden
Aspendos®
Concerta®
Equasim®
Equasym XL®
Medikinet CR®
Medikinet®
Methylfenidaat HCl Tabletten (generiek)
Modiodal®
Ritalin®
Tentin®

Slide 24 - Tekstslide

Groep van medicijnen (zie hieronder) die het centrale zenuwstelsel en daarmee de psychische functies stimuleren.
Mogelijke toepassingen van psychostimulantia (o.a.):
- aandachtstekort-stoornis met hyperactiviteit (= ADHD), als therapie-ondersteunende medicatie
- narcolepsie (= slaapzucht)Stimulantia hebben een stimulerende werking op het zenuwstelsel. Hierdoor worden de impulsen die door de zenuwcellen door het lichaam worden verstuurd, beter voortgeleid. De motoriek kan hierdoor veranderen (in het algemeen verbeteren). De paradox dat mensen met een aandoening als ADHD gebaat zijn bij een stimulerend middel (Ritalin), is te verklaren uit het feit dat ook hersengebieden die zorgen voor impulscontrole (zoals de prefrontale cortex) gestimuleerd worden. Het is bekend dat een groot aantal mensen met ADHD 's avonds voor het slapen gaan een kop koffie drinkt om beter in slaap te kunnen komen.
Opmerking
Psychostimulantia mogen niet worden toegepast om de eetlust te remmen, de geestelijke prestaties op te voeren en/of ouderen geestelijk te stimuleren. Dit wordt als misbruik gezien.Stimulantia kunnen in de sport worden aangewend als doping. Onder meer in de wielrensport nam dit ongeoorloofd gebruik een hoge vlucht in de jaren 60, onder meer van het middel Réactivan. Met name de aan doping gerelateerde dramatische dood van wielrenner Tom Simpson tijdens de beklimming van de Mont Ventoux op 13 juli 1967 tijdens de Ronde van Frankrijk 1967 leidde tot een sterke roep om verdere bestrijding, hoewel het probleem alsmaar niet kon worden uitgeroeid, doordat sporters en medische begeleiders telkens andere stimulerende middelen vonden alsook methoden om dopingtests te misleiden.
Bijwerkingen
Bijwerkingen van stimulantia (zoals Ritalin, Concerta, dextro-amfetamine) zijn:
minder eetlust en slaap
droge mond
hartkloppingen
versnelde hartslag en nervositeit
een gejaagd gevoel in het begin

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychofarmaca
Psychofarmaca zijn nooit de oplossing alleen.
Alle gedragsfactoren moeten in kaart worden gebracht.

Vereist een multidisciplinaire aanpak.

Moet regelmatig worden geëvalueerd.

Kan ook met dwang worden toegediend, mits alle voorwaarden voldaan.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neuroleptica
Effecten
vermindert de psychotische waarnemingen en belevingen
vermindert de angst
weinig tot sterk sederend
activerend (bij negatieve symptomen)
Voorbeelden
Haldol, Etumine, Fluanxol, Orap, Clopixol, Nozinan
Risperdal, Serdolect, Zyprexa, Solian, Abilify

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verantwoordelijkheid
Medicatie toediening is niet zonder risico.

Nu nog geen BIG registratie. Maar....

Weet wat je geeft: werking, bijwerkingen en contra-indicaties.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar:
https://www.kennispleingehandicaptensector.nl/zorg-en-dwang/psychofarmaca-overzicht-zes-groepen

Kijk op deze lijst welke medicatie je kent. Denk hierbij aan je cliënten in de praktijk.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies