GYM 1 - maandag 26-4 (Bijw. bep)

Welkom!
Nodig: 
  • Etui

  • Grammaticaboekje
  • Nieuw Nederlands + schrift
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nodig: 
  • Etui

  • Grammaticaboekje
  • Nieuw Nederlands + schrift

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Uploaden huiswerk Lezen hf. 5 Test 
  • Grammatica: bijwoordelijke bepaling

  • Aan de slag! 

Slide 2 - Tekstslide

Maak een foto van je gemaakte 'Test' van Lezen hf. 5 (p. 212).
Upload de foto.

Slide 3 - Open vraag

De bijwoordelijke bepaling
___________________________________________________B


Slide 4 - Tekstslide

Vorig jaar | is | de hele klas | naar het zwembad | gefietst.


Welke informatie geeft het zinsdeel 'vorig jaar'?

Slide 5 - Open vraag

Vorig jaar | is | de hele klas | naar het zwembad | gefietst.


Welke informatie geeft het zinsdeel 'naar het zwembad'?

Slide 6 - Open vraag

Helaas | gaat | het feest | toch | niet | door.

Wat voor woordjes zijn 'helaas', 'toch' en 'niet'?

Slide 7 - Open vraag

Bijwoordelijke bepaling
- Bepaling van plaats
- Bepaling van tijd

Geeft dus antwoord op de vraag Waar? of Wanneer?

Maar ook:
Waarmee? Waarom? Waardoor? Waarheen? Waarvoor? Hoeveel? Hoe?

Alles behalve de WIE & WAT-vragen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind.
A
Sommige ouders
B
in de dierenwinkel
C
een huisdier
D
voor hun kind

Slide 9 - Quizvraag

Benoem de bijwoordelijke bepaling:

Gekko's kunnen ondersteboven klimmen.
A
Gekko's
B
kunnen
C
ondersteboven
D
klimmen

Slide 10 - Quizvraag

Benoem de bijwoordelijke bepaling:

De jongen heeft gisteren een gekko gekregen.
A
De jongen
B
heeft
C
gisteren
D
een gekko

Slide 11 - Quizvraag

Bijwoordelijke bepaling
Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling: de prullenbak. 

Woordjes die niet echt info geven zijn prullenbakwoordjes. 
Bijv.: niet, wel, ook, misschien, soms, ooit, nog, al, weer .........

Slide 12 - Tekstslide

Benoem de bijwoordelijke bepaling:

De zorg voor deze diersoorten moet je niet onderschatten.
A
De zorg voor deze diersoorten
B
moet onderschatten
C
je
D
niet

Slide 13 - Quizvraag

Benoem de bijwoordelijke bepaling:

Je kunt deze diertjes nauwelijks aaien.
A
Je
B
kunt aaien
C
deze diertjes
D
nauwelijks

Slide 14 - Quizvraag

Benoem de bijwoordelijke bepaling:

Een konijn, hamster of cavia kun je tenminste knuffelen.
A
Een konijn, hamster of cavia
B
kun knuffelen
C
je
D
tenminste

Slide 15 - Quizvraag

Bijwoordelijke bepaling
Let op
Niet in alle zinnen komt een bijwoordelijke bepaling voor, maar een zin kan ook meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten!

Slide 16 - Tekstslide

Waarmee
Waardoor
Waarvandaan
Opent de secretaresse alle post met een briefopener?
Is Dagobert door hard te werken zo schatrijk geworden?
De Noormannen begonnen hun rooftochten vanuit Scandinavië.

Slide 17 - Sleepvraag

Hoelang | heb | jij | in de Verenigde Staten | gewerkt?
Wat is/zijn de bijwoordelijke bepaling(en)?

Slide 18 - Open vraag

Waarom | eten | Chinese mensen | hun maaltijden | met stokjes?
Wat is/zijn de bijwoordelijke bepaling(en)?

Slide 19 - Open vraag

Daarom | gaat | hij | niet | naar het feest!
Wat is/zijn de bijwoordelijke bepaling(en)?

Slide 20 - Open vraag

P. 42 grammaticaboekje


1. De kinderen spelen een uurtje achter het huis.


Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!


  • Lees p. 20 van je grammaticaboekje GOED door.
  •  Ontleed zin 1 t/m 6 van p. 42 van je grammaticaboekje.
  • Tip: gebruik p. 48!

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk & TaalVout
  •  Ontleed zin 1 t/m 6 van p. 42 van je grammaticaboekje.
  • Tip: gebruik het stappenplan op p. 48!

Slide 23 - Tekstslide