Regelmatige werkwoorden op -er en onderwerp vervangen

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Het regelmatige werkwoord op -er

De uitgangen van regelmatige werkwoord op -er

Wat zijn de uitgangen van de regelmatige werkwoorden op -er?

1. es, es, e, ons, ez, ent
2. e, es, e, ons, ez, ent
3. es, es, e, ons, ez, ont
4. e, es, e, ons, ez, ont

Wat is de stam van de regelmatige werkwoorden op -er ?

1. het hele werkwoord - er
2. het hele werkwoord + er
3. de helft van het hele werkwoord
4. de laatste letter van het hele werkwoord weghalen

Regelmatige werkwoorden op -er

Tu ............. (travailler)

1. travaille
2. travailles
3. travaillez
4. travaillent

Regelmatige werkwoorden op -er

Vous ............. (travailler)

1. travaillons
2. travaillez
3. travaille
4. travaillent

Regelmatige werkwoorden op -er

Nous .................(parler)

1. parlont
2. parlons
3. parlez
4. parles

Lesdoel:

Je leert het onderwerp te vervangen door een persoonlijk voornaamwoord

De man is aardig. Hij heeft veel vrienden.
Naar welk woord verwijst "Hij"?

La dame a 80 ans. Elle est vieille.

Naar welk woord in de 1e zin verwijst "elle"?

Les garçons sont au collège. Ils font leurs devoirs.

Naar welk woord in de 1e zin verwijst "ils"?

Het onderwerp vervangen

Je kunt een onderwerp (personen en dingen) vervangen door il, elle, ils of elles.

Paul est français. Il habite à Paris.

La maison est belle. Elle est très grande.

Mon appartement est beau. Il est super.

Als het onderwerp over mannen én vrouwen tegelijk gaat, vervang je dit onderwerp door 

.

Paul et Pauline habitent à Paris. Ils habitent dans un appartement.

Remplace par il, elle, ils ou elles:

Nadia invite ses copines. ... invite ses copines

1. il
2. elle
3. ils
4. elles

Remplace par il, elle, ils ou elles:

Nadia et ses frères discutent. .... discutent.

1. il
2. elle
3. ils
4. elles

Remplace:
Isa et Yvonne aiment habiter à Genève.
..?... aiment habiter à Genève.

Remplace:
Sa chambre est au deuxième étage.
..?.. est au deuxième étage.